|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En het gebeurt in de dag dat het oprichten van de verblijfplaats beëindigt, dat hij hem zalft. En hij heiligt hem en al zijn voorwerpen en het altaar en al zijn voorwerpen. En hij zalft ze en hij heiligt ze.
2 En de vorsten van (de hoofden van het huis van hun vaders. Zij zijn de vorsten van de stamhuizen, zij zijn die staan boven die gemonsterd zijn) brengen een offer naderbij.
3 En zij brengen hun naderingsgeschenk voor het aangezicht van JAHWEH: zes overdekte wagens en twaalf ossen; een wagen per twee van de vorsten en één stier voor elk. En zij doen hen naderen tot het aangezicht van de verblijfplaats.
4 En JAHWEH zegt tot , zeggend:
5 "Neem van hen en zij zijn om te dienen in de dienst van de tent van de afspraak, en geef ze aan de eten, elk zoals overeenkomt met zijn dienst."
6 En neemt de wagens en de ossen en hij geeft ze aan de eten.
7 Twee van de wagens en vier van de ossen geeft hij aan de zonen van , zoals overeenkomt met hun dienst.
8 En vier van de wagens en acht van de ossen geeft hij aan de zonen van , overeenkomend met hun dienst, door de hand van , zoon van , de priester.
9 En aan de zonen van geeft hij geen, want de dienst van de heiligheid was op hen; zij dragen op de schouder.
10 En de vorsten brengen een offer naderbij voor de inwijding van het altaar in de dag van de zalving er van. En de vorsten brengen hun naderingsgeschenk naderbij voor het aangezicht van het altaar.
11 En JAHWEH zegt tot : "Één vorst voor de ene dag, één vorst voor de andere dag. Zij zullen hun naderingsgeschenk naderbij brengen voor de inwijding van het altaar."
12 En die zijn naderingsgeschenk in de eerste dag naderbij bracht was , zoon van , voor het stamhuis van .
13 En zijn naderingsgeschenk was één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beide vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
14 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
15 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
16 één harige geit, voor een zondeoffer,
17 en voor een slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
18 En in de tweede dag brengt , zoon van , vorst van , een offer naderbij.
19 Hij brengt zijn naderingsgeschenk naderbij: een zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
20 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
21 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, een mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
22 één harige van de geiten voor een zondeoffer,
23 en voor een slachtoffer voor de vredeoffers: twee ossen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
24 In de derde dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
25 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van is honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie voor een erkenningsoffer,
26 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
27 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
28 één harige van de geiten voor een zondeoffer,
29 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
30 In de vierde dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
31 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van is honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie voor een erkenningsoffer,
32 één lepel van tien shekels goud, vol met wierook,
33 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
34 één harige geit voor een zondeoffer,
35 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
36 In de vijfde dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
37 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
38 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
39 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
40 één harige geit voor een zondeoffer,
41 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
42 In de zesde dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
43 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
44 één lepel van tien shekels goud, vol met wierook,
45 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
46 één harige geit voor een zondeoffer,
47 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
48 In de zevende dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
49 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie voor een erkenningsoffer,
50 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
51 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
52 één harige geit voor een zondeoffer,
53 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
54 In de achtste dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
55 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van is honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie voor een erkenningsoffer,
56 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
57 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
58 één harige geit voor een zondeoffer,
59 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
60 In de negende dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
61 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
62 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
63 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
64 één harige geit voor een zondeoffer,
65 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
66 In de tiende dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
67 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
68 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
69 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
70 één harige geit voor een zondeoffer,
71 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
72 In de elfde dag is het de vorst voor de zonen van , , zoon van .
73 Zijn naderingsgeschenk was één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
74 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
75 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
76 één harige geit voor een zondeoffer,
77 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
78 In de twaalfde dag is het de dag van de vorst voor de zonen van , , zoon van .
79 Zijn naderingsgeschenk is één zilveren schotel, het gewicht er van was honderd en dertig shekels, en één zilveren besprengschaal van zeventig shekels naar de shekel van de heilige plaats, beiden vol met fijn meel dat vermengd is met olie, voor een erkenningsoffer,
80 één lepel van tien shekels van goud, vol met wierook,
81 één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, één mannetjes lam, zoon van zijn jaar, voor een opstijgoffer,
82 één harige geit voor een zondeoffer,
83 en voor het slachtoffer van de vredeoffers: twee ossen, vijf rammen, vijf bokken, vijf mannetjes lammeren, zonen van vijf jaren. Dit is het naderingsgeschenk van , zoon van .
84 Dit is het inwijdingsoffer van het altaar in de dag van zijn zalving door de vorsten van : twaalf zilveren schotels, twaalf zilveren besprengschalen, twaalf gouden lepels.
85 De ene zilveren schotel woog honderd en dertig shekels en de ene besprengschaal zeventig shekels. Al het zilver van de voorwerpen was tweeduizend en vierhonderd shekels naar de shekel van de heilige plaats.
86 De twaalf gouden lepels, vol met wierook, wogen tien shekels per lepel, naar de shekel van de heilige plaats. Al het goud van de lepels was honderd en twintig shekels.
87 Alle ossen voor het opstijgoffer waren twaalf jonge stieren, twaalf rammen, twaalf mannetjes lammeren, zonen van een jaar, en hun erkenningsoffer, en twaalf harige geiten voor het zondeoffer.
88 En alle ossen van het slachtoffer van de vredeoffers waren vier en twintig jonge stieren, zestig rammen, zestig bokken, zestig mannetjes lammeren, zonen van een jaar. Dit is het inwijdingsoffer van het altaar na zijn zalving.
89 En wanneer de tent van de afspraak binnen gaat om met Hem te spreken, hoort hij de stem tot hem spreken van boven de beschutplaats die op de kist van het getuigenis is. En Hij spreekt tot hem van tussen de twee cherubs.
[Commentaar]
Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 8
|
|