|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Hij nu geraakt* ook tot in en tot in . En neem waar, een zekere leerling was daar met de naam , zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader,
-
[Commentaar]
2 van wie getuigenis werd gegeven door de broeders te en .
3 ° wil dat deze samen met hem uitkomt. En hem nemend besneed hij hem vanwege de in deze °plaatsen zijnde Joden, want zij allen hadden waargenomen dat zijn °vader Griek was.
[Commentaar]
4 Als zij nu doorheen de steden gingen*, leveren* zij aan hen de door de afgevaardigden en oudsten te geoordeeld zijnde officiële besluiten over, om die te onderhouden.
5 De ekklesias dan werden inderdaad stabiel gemaakt in het geloof en zij waren overvloedig in het getal, dag na dag.
6 Zij nu kwamen door ° en de sche landstreek, door de heilige geest verhinderd wordend het woord te spreken* in °.
[Commentaar]
7 Nu bij ° komend, beproefden zij tot in ° te gaan* en de geest van laat* hen niet toe.
8 Maar voorbij gaand aan °, daalden zij af tot in .
9 En tijdens de nacht werd door ° een visioen gezien. Een zeker man, een Macedoniër, was staande en hem oproepend en zeggend: "Overstekend* tot in , help ons!"
[Commentaar]
10 Als hij nu het visioen waarnam, zoeken* wij onmiddellijk tot in uit te komen, concluderend dat ° ons geroepen heeft om hen te evangeliseren*.
[Commentaar]
11 En wegvarend vanaf koersen* wij rechtuit tot in , maar in de aansluitende dag tot in ,
[Commentaar]
12 en vandaar tot in , welke de eerste stad van het gedeelte van ° is, een kolonie. Wij nu waren in deze °stad, daar enige dagen vertoevend.
[Commentaar]
13 Bovendien kwamen wij in de dag van de sabbatten uit, buiten de poort, bij een rivier, waar we veronderstelden dat er gebed zou zijn*. En gezeten* zijnde spraken we tot de samenkomende vrouwen.
[Commentaar]
14 En een zekere vrouw, met de naam , een purperverkoopster uit de stad , ° vererend, van wie de Heer het hart ontsluit*, hoorde om acht te geven op de dingen die door ° gesproken worden.
15 Als zij nu gedoopt* wordt, zij en haar °huis, roept* zij op, zeggend: "Indien jullie mij geoordeeld hebben betrouwbaar in de Heer te zijn*, komt binnen tot in mijn °huis en blijft!" En zij oefent* druk op ons uit.
16 Het gebeurde* nu bij ons in °gebed gaan, dat een zeker dienstmeisje, een geest hebbend, een toekomstvoorspeller, ons tegemoet gaat*, die, waarzeggend, veel werkzaamheid verschafte aan haar °heren.
[Commentaar]
17 Deze, ° en ons achterna lopend, schreeuwde, zeggend: "Deze °mensen zijn slaven van °, de Hoogste, die tot jullie een weg van redding aankondigen!
18 Dit nu deed zij op vele dagen. Maar , nu, ontstemd wordend en omkerend*, zei tot de geest: "Ik geef jou opdracht in de naam van uit te komen vanaf haar." En kwam uit in het zelfde uur.
19 Haar °heren nu, waarnemend dat de hoop van hun °werkzaamheid uit kwam, pakken ° en vast. Zij trekken* hen tot in de markt naar de bestuurders.
[Commentaar]
20 En hen naar de officieren toe leidend, zeggen* zij: "Deze °mensen, Joden zijnde, brengen onze °stad in rep en roer.
[Commentaar]
21 En zij kondigen gebruiken aan die ons niet zijn geoorloofd om aan te nemen, noch te doen, inen zijnde."
22 En de schare schoolde samen tegen hen. En de officieren, van hen de bovenkleding afscheurend*, bevalen hen met de roede te slaan.
[Commentaar]
23 Bovendien vele slagen op hen plaatsend, wierpen zij hen in de cel, de gevangenbewaarder opdracht gevend* hen op verzekerde wijze te bewaren.
24 Die, zulk een opdracht in ontvangst nemend, werpt* hen tot in de binnenste cel en hun °voeten worden verzekerd* in het hout.
25 Om middernacht nu waren en biddend en zongen ° lof. De gevangenen nu luisterden naar hen.
26 Maar ineens gebeurde een grote aardbeving, zodat de fundamenten van de gevangenis geschud* worden. Ogenblikkelijk werden nu alle °deuren geopend en van allen werden de boeien losgelaten.
[Commentaar]
27 De gevangenbewaarder nu, uit de slaap gehaald wordend en waarnemend dat de deuren van de cel geopend zijn, stond, het zwaard rukkend*, op het punt zichzelf uit de weg te ruimen, veronderstellend dat de gevangenen ontsnapt zijn.
28 Maar ° roept* luid, met grote stem zeggend: "Jij zou aan jezelf in niets kwaad handelen, want we zijn allen in deze plaats!"
29 Nu lichten verzoekend*, springt* hij naar binnen en hevig sidderend wordend valt* hij neer voor ° en voor °.
30 En hen naar buiten voorgaand, zei hij met nadruk: "Heren, wat is voor mij bindend te doen opdat ik gered zal worden?"
[Commentaar]
31 Dezen nu zeggen: "Geloof in de Heer en jij zal gered worden, jij en jouw °huis."
32 En zij spreken* tot hem het woord van de Heer, samen met al degenen in zijn °woonhuis.
[Commentaar]
33 En hen meenemend in dat °uur van de nacht, baadt* hij hen de slagen en hij wordt gedoopt*, hij en zijn °huisgenoten, allen, ogenblikkelijk.
[Commentaar]
34 Hen bovendien omhoog leidend tot in zijn °huis, zet* hij een tafel voor. En hij jubelt* met het hele huisgezin, in ° geloofd hebbend.
35 Het nu dag wordend vaardigen* de officieren de roededragers af, zeggend: "Laat die °mensen vrij!"
[Commentaar]
36 De gevangenbewaarder nu bericht* deze °woorden tot °: "De officieren hebben afgevaardigd opdat jullie vrijgelaten zullen worden. Uitkomend dan, gaat in vrede."
37 Maar ° zei met nadruk tot hen: "Ons publiekelijk ranselend*, onveroordeelde mensen, inen zijnde, wierpen zij ons tot in de cel! En nu drijven ze ons heimelijk uit? Nee! Laten zij, zelf komend, ons uitleiden!"
38 De roededragers nu berichten* deze °uitspraken aan de officieren. Dezen nu werden bevreesd, horend* dat zij inen zijn.
39 En komend roepen* zij hen op en uitleidend vroegen zij hen weg te komen vanaf de stad.
40 En uit de cel komend kwamen zij binnen bij ° en waarnemend, bemoedigen* zij de broeders en kwamen uit.
Terug naar de index.
Naar Handelingen 17
|
|