|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En bij hun spreken tot het volk staan* de priesters en de officier van de gewijde plaats en de bij hen, -
[Commentaar]
2 ontstemd zijnde vanwege hun °onderwijzen van het volk en in ° de opstanding vanuit de doden aankondigen.
3 En zij wierpen de handen op hen en zij werden in bewaring geplaatst tot in de morgen, want het was reeds avondschemering.
-
4 Velen nu van die het woord horen* geloven* en het getal van de mannen was ongeveer vijf duizendtallen geworden.
5 En het gebeurde in de morgen dat de oversten van hen en de oudsten en de schriftgeleerden in verzameld* worden,
[Commentaar]
6 en , de hogepriester, en en en , zovelen als uit het hogepriesterlijk ras waren.
7 En hen in het midden doen staan*, informeerden zij om vast te stellen: "In welke macht of in welke naam doen* jullie dit?"
8 Dan zei , vervuld wordend van heilige geest, tot hen: "Oversten vanb het volk en oudsten!
-
[Commentaar]
9 Indien wij vandaag vragend onderzocht worden over de weldaad aan een zwakke mens, in wat is deze gered,
10 laat het bekend zijn aan jullie allen en aan al het volk van , dat in de naam van , de , Die jullie kruisigen*, Die ° wekt* vanuit doden, in Deze naam staat deze man er bij, gezond in het zicht van jullie.
-
-
11 Deze is de Steen, de onder jullie, de bouwers, geminacht wordende, die tot hoofd van de hoek is geworden.
12 En er is in niemand anders redding, want ook is er geen andere naam onder de hemel die werd gegeven aan mensen, in welke het bindend is dat wij gered* worden."
13 Nu de vrijmoedigheid van ° en aanschouwend en begrijpend dat zij ongeletterde en gewone mensen zijn, verwonderden zij zich. Bovendien herkenden zij hen, dat zij samen met ° waren.
[Commentaar]
14 Bovendien de mens bekijkend die genezen was, samen met hen staande, hadden zij niets om te weerspreken.
15 En hen bevelend* buiten het weg te komen, overlegden zij met elkaar,
16 zeggend: "Wat zouden wij met deze °mensen doen, want dat inderdaad een bekend teken door hen is gedaan is openbaar geworden voor allen die in wonen en wij kunnen het niet ontkennen.
17 Maar opdat het niet nog meer tot in het volk verbreid zal worden, zouden wij hen dreigen niet meer te spreken op grond van deze °naam, tot niemand van de mensen."
18 En hen roepend*, geven* zij hen opdracht het in het geheel niet te uiten, ook niet te onderwijzen op grond van de naam van °.
19 Maar ° en , antwoordend, zeiden tot hen: "Indien het rechtvaardig is in het zicht van ° veeleer naar jullie te horen dan naar °, oordeelm dan!
[Commentaar]
20 Want wij kunnen onmogelijk niet spreken over wat wij waarnemen en over wat wij horen."
21 Dezen nu, nog meer bedreigend*, laten* hen vrij, niets vindend hoe zij hen zouden tuchtigen, vanwege het volk, want allen verheerlijkten ° over het gebeurd zijnde,
22 want de mens was van meer dan veertig jaren, aan wie dit teken van de gezondmaking was gebeurd.
[Commentaar]
23 En weggezonden wordend kwamen zij naar de eigen mensen toe en zij berichten* aan hen zoveel als de hogepriesters en de oudsten zeggen*.
[Commentaar]
24 En dezen, het horend*, heffen* eensgezind hun stem op naar ° en zij zeggen*: "U bent Eigenaar1), Die de hemel en de aarde en de zee maakt* en alles dat in hen is,
25 Die door heilige geest van onze °vader, door de mond van Uw jongen2) , zegt: 'Waarom razen* natiën en zetten* volken hun hart op lege dingen'?
26 De koningen van de aarde staan* er bij en de oversten werden verzameld op dezelfde plaats, tegen de Heer en tegen Zijn °.
27 Want in waarheid werden in deze °stad zowel als , samen met natiën en volken van , verzameld tegen tegen Uw °heilige °Jongen2) , Die U zalft*,
-
28 om te doen* zoveel als Uw °hand en Uw °raad tevoren bestemt* om te gebeuren.
29 En nu, °Heer, sla acht op hun °dreigementen en geef aan uw °slaven met alle vrijmoedigheid Uw °woord te spreken,
30 in het uitstrekken van Uw °hand, tot gezondmaking, tekenen en wonderen te laten gebeuren door de naam van Uw heilige °Jongen2), ."
[Commentaar]
31 En bij hun smeken werd de plaats waarin zij verzameld waren geschud en zij worden allen vervuld* van de heilige geest en zij spraken het woord van ° met vrijmoedigheid.
32 En van de menigte van die geloven* was hart en ziel één en ook niet één zei dat iets van zijn °eigen bezittingen van hem was*, maar alles was voor hen gemeenschappelijk.
[Commentaar]
33 En met grote macht gaven de afgevaardigden het getuigenis af van de opstanding van de Heer, . Bovendien was er grote genade op hen allen,
34 want er was ook niemand onder hen behoeftig, want zovelen als verwervers van stukken grond of van woonhuizen waren, brachten zij, verkopend, de waarden van de dingen die verhandeld worden,
[Commentaar]
35 en zij plaatsten dit bij de voeten van de afgevaardigden. En het werd uitgedeeld aan ieder, naar mate iemand ook maar behoefte had.
36 En , de de afgevaardigden bijgenaamd wordende , wat letterlijk vertaald wordt: zoon van bemoediging, een et, van ras Cyprioot,
[Commentaar]
37 het van hem zijnde veld verkopend, brengt* het geld en plaatst* het bij de voeten van de afgevaardigden.
1) Eigenaar. Grieks: Despotes. Ook "Soeverein" of "Heerser" is hier mogelijk.
2) Jongen. Grieks "paida". Denk hierbij aan het Engelse woord "boy", wat ook een klein knechtje kan betekenen.
Terug naar de index.
Naar Handelingen 5
|
|