Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Lucas
Hoofdstuk 22

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Het feest nu van de ongezuurde broden, dat Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte wordt genoemd, naderde. 12 En Ik passeer in het land van Egypte deze nacht en Ik sla elke eerstgeborene in het land van Egypte, van mens tot beest, en over al de elohim van Egypte doe Ik oordelen. Ik ben JAHWEH! (SW)[Ex. 12:12] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-2

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:1-5; Markuseen verdediging 14:1-2

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

In de dagen van onze Heer werden de namen van de heilige feesten niet gebruikt met de heldere precisie van de Hebreeuwse Schrift. Daar wordt het Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte gebruikt voor de dag vóór het feest van de Ongezuurde Broden, niet voor het feest zelf. De paasmaaltijd werd niet geheiligd in het feest (Lev. 23:5-8). Omdat het een onmiddellijk na het andere volgde, schijnen ze samengevoegd te zijn. Het was in de praktijk noodzakelijk op Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte gist weg te doen, en daarom werd het ingevoegd bij de dagen van de Ongezuurde Broden. Toen stond, omdat het Paaslam op deze dag werd geofferd, het hele feest, dat zeven dagen meer duurde, in de volksmond bekend als Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte.


2 En de hogepriesters en de schriftgeleerden zochten hoe zij Hem uit de weg zullen ruimen, want zij vreesden het volk. En pogend Hem vast te nemen, waren zij bevreesd voor de scharen, aangezien zij Hem voor een profeet hielden. (SW)[Matt. 21:46]
3 SatanTegenstander nu kwam binnen tot in Judaslof (Griekse vorm van Juda), die Iskariotman uit Keriot wordt genoemd, zijnde vanuit het getal van de twaalf. 2 En bij het begin van de avondmaaltijd, de duivel al tot in het hart van Judas, zoon van Simon Iscariot, geworpen hebbend dat hij Hem zal overleveren, ... 27 En na het hapje, dán kwam de Satan binnen tot in die man. °Jezus dan zegt tot hem: "Wat jij doet, doe het sneller." (SW)[Joh. 13:2,27] - dat hij gerekend was geworden onder ons en het lot toeviel van deze °bediening. (SW)[Hand. 1:17] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3-6

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:14,15; Markuseen verdediging 14:10,11.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3

Het is duidelijk dat Judaslof (Griekse vorm van Juda), uit eigen wil, zijn Heer niet verraden zou hebben. Het was alleen toen hij feitelijk door SatanTegenstander bezeten was, dat hij zo’n drastische daad deed. Dit feit moet ons oordeel over hem in grote mate bijstellen. Het is maar de vraag of iemand van Zijn discipelen of zelfs van Zijn apostelen anders gedaan zou hebben, wanneer zij onder de controle van de Tegenstander zouden zijn geweest.


4 En wegkomend spreekt* hij samen met de hogepriesters en officieren, hoe hij Hem aan hen zal overleveren.
5 En zij verheugden zich en zij kwamen overeen aan hem zilvergeld te geven*.
6 En hij stemt* in en zocht een goede gelegenheid om Hem, niet met een schare, aan hen over te leveren*.
7 Nu kwam de dag van de ongezuurde broden, waarvoor het Paschahet paasmaal geslacht moest worden. 6 En het is voor jullie tot bewaring tot de veertiende dag van deze maand. En zij slachten het, heel de samenkomst van de vergadering van Israël, tussen de avonduren. ... 14 En deze dag wordt voor jullie tot herinnering. En jullie zullen hem als feest vieren, een feestviering voor JAHWEH. Jullie zullen hem feestvieren als aionisch statuut voor jullie generaties. 15 Zeven dagen eten jullie ongezuurde broden. Ja, in de eerste dag doen jullie gist uit jullie huizen weg, want van een ieder die zuurdesem eet, van de eerste dag tot de zevende dag, zal de ziel worden afgesneden uit Israël. (SW)[Ex. 12:6,14,15] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7-13

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:17-19; Markuseen verdediging 14:12-16.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7

"De dag van de ongezuurde broden" verwijst hier naar de dag vóór de eerste dag van het feest, naar de veertiende Nisan, waarin het paaslam werd geofferd. Volgens de wet kon het eigenlijke feest pas beginnen op de vijftiende Nisan (Num. 28:16,17).


8 En Hij vaardigt* Petrusrots en JohannesJAH is genadig af, zeggend: "Gegaan zijnde, maakt voor ons het Paschahet paasmaal gereed, opdat wij zullen eten. 8 En zij eten het vlees in die nacht, geroosterd op vuur, met ongezuurde broden, met bittere kruiden eten zij het. 9 Het moet niet zo zijn dat jullie er van eten als het niet gaar is of gekookt door te koken in water, maar alleen geroosterd met vuur, zijn hoofd met zijn poten en zijn ingewanden. 10 En jullie zullen niets van hem doen resteren tot aan de ochtend, en wat van hem resteert tot de morgen, verbranden jullie in het vuur. 11 En jullie zullen hem zo eten: jullie tailles omgord, jullie sandalen aan jullie voeten en jullie stok in jullie hand. En jullie eten hem in dringende haast. Het is het pascha tot JAHWEH. (SW)[Ex. 12:8-11] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

8

Volgens Josephus werd de paasmaaltijd altijd gegeten door een gezelschap van niet minder dan tien mensen, en vaak door twintig of meer. Het schijnt dat, in dit geval de apostelen geen voorbereidingen hadden getroffen voordat de dag daar was. Maar dit Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte had Hem al lange tijd voor ogen gestaan, en Hij had het in het hart van iemand gelegd om in de plaats te voorzien, mogelijk zonder een helder weten van het voorwerp van de voorbereidingen.


9 Zij nu zeggen* tot Hem: "Waar wil U dat wij het Pascha gereed zouden maken om te eten?"
10 Hij nu zei tot hen: "Neem waar! Bij jullie binnenkomen tot in de stad, zal jullie een mens tegemoet komen, een aarden waterkruik dragend. Volgt> hem tot in het woonhuis waarin hij binnen gaat. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

10

Waterkruiken dragen was "vrouwenwerk", en werd zelden door een man gedaan. Dus dat een man een kruik water draagt was een niet te missen teken. Misschien was hij wel de enige in de hele stad die zichzelf zo vernederde.


11 En jullie zullen tot de huiseigenaar van het woonhuis uitspreken: 'De Leraar zegt tot u, zeggend: Waar is Mijn °uitspanning waar ook maar Ik het Paschahet paasmaal met mijn leerlingen zal eten?'
12 En die mens zal jullie een grote bovenzaal tonen, gespreid zijnde. Maakt het daar gereed."
13 Wegkomend nu vonden zij zoals Hij tot hen had uitgesproken. En zij maken het Paschahet paasmaal gereed*. Weggaand nu, vonden die afgevaardig zijn hem, zoals Hij tot hen zei.(SW)[Luc. 19:32]
14 En toen het uur kwam, leunde Hij achterover aan tafel en de twaalf afgevaardigden samen met Hem. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14-18

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:20-29; Markuseen verdediging 14:11-25.


15 En Hij zei tot hen: "Met begeerte begeer* Ik dit °Paschahet paasmaal met jullie te eten, vóór Mijn °lijden. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

15

Zelfs voor Zijn apostelen moet dit laatste Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte wel buitengewoon plechtig geleken hebben, maar wat zullen we zeggen van Zijn gevoelens, wetend, zoals Hij deed, dat Hij, als het grote Antitype, moet lijden voordat de dag voorbij is? Hij wist heel wel dat Hij het ware Lam was, en dat Zijn eerdere bediening maar een inleiding @werd genomen op de tiende van de maand, en gehouden werd tot aan de veertiende (Exo. 12:3-6), zo was Hij door JohannesJAH is genadig de Doper gekozen (Joh. 1:29) voor de dag die nu begonnen was. Het lam voor het Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte moest perfect zijn, zonder gebrek (Exo. 12.5). Zijn heilige leven van weergaloze perfectie, puur, hoewel in voortdurend contact met zonde, was zonder gelijke in de annalen van de mensheid. Een ieder die probeerde in Hem een foutje te vinden, raakte beschaamd.

Het Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte stond op punt vervuld te worden door Zijn overlijden. Daarom introduceert Hij, in het midden van deze laatste viering, een nieuw gedenkteken aan Zijn dood. Het Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte werd niet alleen gehouden als herinnering aan de exodus uit Egypte (egyptisch)huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (t.o.v. de witte woestijn), maar ook als een type van de grotere verlossing die komt door Zijn offer. Maar de nieuwe houden is gebaseerd op een voltooid werk, op verduurd lijden, op verkregen verlossing. In haar koninkrijksaspect was het gegeven om hen aan Zijn lijden te herinneren, tijdens de pauze van Zijn afwezigheid. Een speciale onthulling van dit houden werd gegeven aan de apostel Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine, die het doorgeeft aan de Korinthiërs. Daarom is dit verslag, net als die van Mattheüsgeschenk van JAH en Markuseen verdediging, alleen bedoeld voor de Besnijdenis.


16 Want Ik zeg tot jullie dat Ik er zeker niet van zal eten, totdat het ook vervuld zal worden in het koninkrijk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker."
17 En de drinkbeker ontvangend*, dankend*, zei Hij: "Neemt deze en verdeelt het onder jullie.
18 Want Ik zeg tot jullie dat Ik vanaf nu zeker niet van het voortbrengsel van de wijnstok zal drinken, totdat het koninkrijk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker zal komen."
19 En brood nemend, dankend*, breekt* Hij het en geeft* het aan hen, zeggend: "Neemt, dit is Mijn °lichaam, het ten behoeve van jullie gegeven wordende. Doem dit tot Mijn °terugdenken." En het gebeurde bij Zijn neerleunen met hen, dat Hij, het brood nemend, het zegent. En het brekend overhandigde Hij het aan hen.(SW)[Luc. 24:30] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

19-20

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:26-28; Markuseen verdediging 14:22-24; 1Korintheverzadigd 11:23-26.


20 En op dezelfde wijze de drinkbeker, na het avondmaaltijd houden*, zeggend: "Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn °bloed, dat ten behoeve van jullie vergoten wordt. 31 Aanschouw!, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik een nieuw verbond snij met het huis van Israël en met het huis van Juda (SW)[Jer. 31:31]
21 Evenwel, neem waar! De hand van die Mij overlevert is met Mij op de tafel, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21-23

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:21-25; Markuseen verdediging 14:18-21; JohannesJAH is genadig 13:18-30; Psalmen 41:9.


22 want de Zoon van de mens vergaat inderdaad overeenkomstig het bepaald zijnde. Wee evenwel die °mens door wie Hij wordt overgeleverd."
23 En zij beginnen* onder elkaar te discussiëren over wie van hen het moge zijn die op het punt staat dit te verrichten. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

23

Wat is het triest om de op zichzelf gerichte apostelen te zien, van wie de harten zouden moeten overvloeien van verdriet en sympathie voor Hem, als Hij hen in vertrouwen neemt over het belang van de symbolen en de nabijheid van Zijn verraad; ze vergeten Zijn deel en denken alleen aan zichzelf! Ze maakten zich zorgen dat ze schuldig gevonden zouden worden aan ontrouw; maar het is nog erger, want in zo’n plechtig moment, waarin Hij hen de diepten van Zijn vernedering onthulde, denken ze allemaal aan hun eigen verhoging. De tegenstelling is een zeer levendige illustratie van hoe diep de beste mensen kunnen zinken onder de morele grandeur van de Ene Die geen gelijke heeft. Hij vindt maar weinig rivalen in Zijn afdaling van de hoogste heerlijkheid naar de diepste schande! Ze waren er tevreden mee dat Hij alleen dat pad betrad.


24 En er kwam ook rivaliteit onder hen, wie van hen de grotere schijnt te zijn*. In dat °uur nu benaderden de discipelen °Jezus, zeggend: Wie is dan groter in het koninkrijk van de hemelen? (SW)[Matt. 18:1] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24-27

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 20:25-28; Markuseen verdediging 10:42-45.


25 Hij nu zei tot hen: "De koningen van de natiën zijn hun heer en die autoriteit over hen hebben worden weldoeners genoemd. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25

Ze verdienden een strakke berisping, maar Hij berispt ze kalmpjes terwijl Hij de ware essentie van grootheid uitlegt. Zijn eigen voorbeeld zou hen beter geleerd moeten hebben, want Zijn superioriteit bestond uit dienen. Daarom ontving Hij de hulde van de harten van de mensen, niet de kruiperige vleierij van hun lippen.


26 Maar jullie niet zo. Maar de grotere onder jullie, laat hem worden als de jongere en de leidinggevende als de bedienende. De grotere nu van jullie zal jullie bediende zijn. (SW)[Matt. 23:11]
27 Want wie is groter, de aan tafel aanliggende of de bedienende? Is het niet de aan tafel aanliggende? Ik nu ben in jullie midden als de Bedienende! 25 °Jezus nu, hen tot Zich roepend, zei: "Jullie hebben waargenomen dat de oversten van de naties over hen heersen en de groten van hen gezag afdwingen. 26 Zo is het niet onder jullie. Maar in het geval iemand onder jullie groot zal willen worden, hij zal jullie bediende zijn, 27 en wie ook maar zal willen onder jullie eerste te zijn, hij zal jullie slaaf zijn, 28 net zoals de Zoon van de mens niet kwam om bediend te worden, maar om te bedienen en Zijn °ziel te geven als losprijs in de plaats van velen." (SW)[Matt. 20:25-28] - 4 komt Hij overeind van de avondmaaltijd en legt de bovenkleding af. En een linnen doek nemend, omgordt Hij Zichzelf. 5 Daarna werpt Hij water tot in de waskom en Hij begint de voeten van de leerlingen te wassen en ze af te drogen met de linnen doek waarmee Hij omgord was.)[Joh. 13:4,5] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 20:28; Filippenzen 2:5-8; JohannesJAH is genadig 13:3-17.


28 Jullie nu zijn het die voortdurend bij Mij gebleven zijn in Mijn °beproevingen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

28

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 19:28.

Beproeving leidt naar de troon. Niet dienen of succes, maar volharding in falen paste de twaalf apostelen om te zitten aan de tafel van de grote Koning en om met Hem verbonden te zijn in het regeren van Israëlstrijder van God.


29 En Ik maak een verbond met jullie zoals Mijn °Vader met Mij een koninkrijksverbond maakte, Vrees toch niet, klein °kuddetje, want jullie °Vader heeft een welbehagen jullie het koninkrijk te geven. (SW)[Luc. 12:32]
30 opdat jullie zullen eten en jullie zullen drinken aan Mijn °tafel in Mijn °koninkrijk. En jullie zullen zitten op tronen, de twaalf stammen van °Israëlstrijder van God oordelend." En °Jezus zei tot hen: "Amen! Ik zeg tot jullie, dat jullie, die Mij volgen, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon van de mens zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook jullie zullen zitten op twaalf tronen, oordelend de twaalf stammen van °Israël. (SW)[Matt. 19:28]
31 De Heer nu zei: "Simongehoord (heeft JAH), Simongehoord (heeft JAH), neem waar! De SatanTegenstander eist* jullie op om jullie te ziften* als het graan. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31-34

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:30-35; Markuseen verdediging 14:26-31; JohannesJAH is genadig 13:36-38.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31

Zowel het verraad als het ontkennen van de Heer was het werk van SatanTegenstander. Judaslof (Griekse vorm van juda) was in feit bezet door de vijand, terwijl Petrusrots het onderwerp was van een uiterlijke aanval. Graan wordt gezeefd om het kaf kwijt te raken. Zo werd Petrusrots bevrijd van de zelfwaan die de uitvoering hinderde van de uitstekende kwaliteiten die hij bezat. Misschien was hij niet meer zelfzuchtig dan de rest, want zij wilden allen de hoogste plaats, maar omdat het de wil van de Heer was dat hij de leider zou zijn van de twaalf, was het nodig hem eerst de vernederen. SatanTegenstanders claim wordt door de Heer beperkt, want de tegenstander wordt alleen toegestaan zoveel kwaad te doen als uitgewerkt kan worden in goed. Het is een sobere waarheid dat SatanTegenstander een hand had in het voorbereiden van Petrusrots op zijn hoge plaats onder de apostelen. Op dezelfde wijze zullen al zijn inspanningen omgekeerd worden tot een weldadige rekening.


32 Ik nu smeekte* aangaande jou opdat jouw °geloof toch niet zal wegvallen en jij, eens omkerend*, jouw °broeders standvastig maakt." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

32

Vergelijk met JohannesJAH is genadig 21:15-17.


33 Hij nu zei tot Hem: "Heer! Met U ben ik gereed ook tot in de cel en tot in de dood te gaan."
34 Hij nu zei: "Ik zeg tot jou, Petrusrots: de haan zal vandaag toch niet kraaien, totdat jij drie maal zal verloochenen Mij waargenomen te hebben."
35 En Hij zei tot hen: "Wanneer Ik jullie afvaardig*, niet met geldbuidel en reiszak en shoeisels, hebben* jullie iets tekort?" Zij nu zeggen*: "Aan niets." 12 Daarom zal Ik tot Hem opdelen onder de velen en met aanzienlijken zal Hij buit opdelen, omdat Hij Zijn ziel tot de dood leeggiet. En Hij wordt geteld met overtreders en Hij draagt de zonde van velen en voor de overtreders doet Hij voorspraak. (SW)[Jes. 53:12] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

35

Vergelijk met 9:3.

Jesajaheil is JAH’s profetie over Hem wijst naar een grote verandering in Zijn relatie met Zijn medemensen. Tot dusverre was Hij allesbehalve een crimineel, en Zijn discipelen werden verwelkomd en vrijelijk vermaakt. Om deze vijandigheid te kennen te geven, geeft Hij hen de raad zwaarden te kopen. Maar zoals gewoonlijk snappen de apostelen de pointe niet van Zijn beeldspraak, en produceren ze twee zwaarden, zonder kennelijk de ironie waar te nemen van Zijn woorden: "Het is voldoende." Twee zwaarden zouden maar weinig nut hebben voor twaalf mannen, zeker als zij daarmee het Romekrachtinse Rijk zouden aanvallen! Later, als een van hen zijn zwaard gebruikt, corrigeert de Heer de foute indruk, en herstelt het afgeslagen oor van Zijn vijand.


36 Hij nu zei tot hen: "Maar nu, die een geldbuidel heeft, laat hem die oppakken, evenzo ook een reiszak. En die niet heeft, laat hem zijn °bovenkleding verkopen en laat hem een zwaard kopen!
37 Want Ik zeg tot jullie dat dit, wat werd geschreven, in Mij tot een einde gebracht* moet worden: 'En met de wettelozen wordt Hij gerekend*.' Want ook het Mij aangaande heeft een einde." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

37

Vergelijk met Jesajaheil is JAH 53:12; Markuseen verdediging 15:28.


38 Zij nu zeggen*: "Heer! Neem waar, hier zijn twee zwaarden." Hij nu zei tot hen: "Het is toereikend."
39 En uitkomend, ging* Hij, overeenkomstig de gewoonte, tot op de Olijfbergeen bergrug ten oosten van Jeruzalem. Hem nu volgen* ook de leerlingen. En tijdens de dagen was Hij aan het onderwijzen in het heiligdom, maar s nachts, naar buiten gaand, kampeerde Hij op de berg die de olijven wordt genoemd. (SW)[Luc. 21:37] - Deze dingen zeggend, kwam Jezus uit met Zijn °leerlingen aan de overkant van de winterbeek van de Kidron, waar ook een tuin was waarin Hij binnen kwam, Hij en Zijn °leerlingen.(SW)[Joh. 18:1] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

39-40

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:36-38; Markuseen verdediging 14:32-34; JohannesJAH is genadig 18:1,2.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

39

Vergelijk met 21:37.


40 Nu op de plaats komend, zei Hij tot hen: "Bidt toch niet binnen te komen tot in beproeving." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

40

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 6:13.

Het grote conflict tussen goed en kwaad wordt hier gezien in z’n meest intense uitvoering. De Heer wist heel goed wat er op Hem lag te wachten, want Hij had er keer op keer over gesproken. Bovendien was Hij Zich wel bewust van de onmetelijke voordelen van Zijn dood voor Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, en voor heel Zijn schepping. Gaat Hij het daarom tegemoet met steenharde, stoïcijnse onverschilligheid? Is het lijden minder echt omdat het gekend is en van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker komt? In het geheel niet! Met de beproeving voor ogen dringt Hij er bij Zijn apostelen op aan te bidden dat zij er geen deel aan zouden krijgen. Hijzelf wil de beker niet drinken. Het lijden van ChristusGezalfde is niet Zijn wil, maar de wil van Zijn Vader. Tot dusverre was er een perfecte eensgezindheid geweest tussen de wil van de Vader en die van de Zoon, maar in deze extreme zieleworsteling, maakt instemming plaats voor onderschikking. Vanaf de dageraad van de schepping had Hij een genoegen gehad in de wil van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker. Hij ontledigde Zich graag van de heerlijkheden van de vorm van het goddelijke en nam de vorm aan van een slaaf, en onderging de vernedering van de mensheid, maar toen het aankwam op de dood aan het kruis kwam Zijn ziel in opstand en weigerde Zijn wil om te volgen. Onze willen zijn instinctief in conflict met die van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, daarom lijkt het voor ons vrijwel onmogelijk ons de vreselijke kloof te realiseren in de kwellende woorden: "laat niet Mijn wil gebeuren, maar de Uwe!"


41 En Hij wordt van hen losgerukt*, ongeveer een steenworp afstand, en de knieën plaatstend bad Hij, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

41-46

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:39-45; Markuseen verdediging 14:35-42.


42 zeggend: "Vader! Indien U van plan bent, breng deze °drinkbeker van Mij weg. Evenwel, laat niet Mijn °wil gebeuren, maar de Uwe, laat hem gebeuren." Het koninkrijk van U, laat het komen! De wil van U, laat ze gebeuren, zoals in de hemel en ook op de aarde. (SW)[Matt. 6:10]
43 Nu werd door Hem een boodschapper vanaf de hemel gezien, Hem versterkend.
44 En in een innerlijke strijd komend, bad Hij intenser. En Zijn °zweet werd alsof stolsels van bloed, neerdalend op de aarde. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

44

Vergelijk met Hebreeën 5:7,8.


45 En opstaand* vanaf het gebed, naar de leerlingen toe komend, vond Hij hen ter ruste liggend van de droefheid.
46 En Hij zei tot hen: "Waarom sluimeren jullie? Staat* op, bidt opdat jullie toch niet in beproeving zullen komen!"
47 Terwijl Hij nog spreekt, neem waar, een schare! En die Judaslof (Griekse vorm van Juda) genoemd wordt, één van de twaalf, kwam vóór hen uit en hij nadert* °JezusJAH redt om Hem te kussen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

47-48

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:47-50; Markuseen verdediging 14:43-46; JohannesJAH is genadig 18:3-9.


48 En JezusJAH redt zei tot hem: "Judaslof (Griekse vorm van Juda)! Lever jij de Zoon van de mens over met een kus?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

48

De zachte verdraagzaamheid is de meest vernietigende kwaliteit van deze vraag. De Heer berispt hem niet voor zijn daad. Hij klaagt hem niet aan voor zijn daad. Maar het doet pijn in Zijn hart dat hij zijn misdaad bedekt met een vertoon van aanhankelijkheid.


49 Die nu rond Hem zijn, waarnemend wat zal gebeuren, zeggen* tot Hem: "Heer, zullen wij met het zwaard slag geven?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

49-51

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:51-54; Markuseen verdediging 14:47; JohannesJAH is genadig 18:10,11.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

49

Zonder twijfel stond de Heer de apostelen toe de verkeerde indruk te koesteren dat Hij op het punt stond kracht met kracht tegemoet te treden, om zo Hem een gelegenheid te geven om op een zeer opvallende en instructieve wijze Zijn ware houding te onthullen. Voor zover we weten had Hij nooit Zijn vijanden genezen. Zegen werd gereserveerd voor de getrouwen en vrienden. Zo zien we, in dit simpele wonder van het genezen van het oor van de slaaf van de hogepriester, een morele heerlijkheid die nergens anders getoond werd.


50 En één iemand vanuit hen geeft* de slaaf van de hogepriester een slag en hij slaat* van hem het oor af, het rechter. Eén van de slaven van de hogepriester, verwant zijnde aan die Petrus de oorschelp afhakt, zegt: "Nam ik jou niet waar in de tuin, met hem?" (SW)[Joh. 18:26]
51 Antwoordend nu zei °JezusJAH redt: "Laat het hierbij." En de oorschelp aanrakend* maakt* Hij hem gezond.
52 JezusJAH redt nu zei tot de hogepriesters en officieren van de gewijde plaats en oudsten die op Hem aan komen: "Als op een rover komen* jullie uit, met zwaarden en stokken? Want Ik zeg jullie dat dit, wat werd geschreven, in Mij tot een einde gebracht moet worden: 'En met de wettelozen wordt Hij gerekend.' Want ook dat wat Mij aangaat heeft een einde." (SW)[Luc. 22:37] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

52-54

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:55-57; Markuseen verdediging 14:43-53.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

52

Achter alle daden van mensen zag de Heer altijd de soevereiniteit van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker. Aangezien het Zijn Vaders wil was dat Hij zou lijden op het Paschahet feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte, wist Hij dat Zijn vijanden machteloos zouden zijn tot het juiste moment. Daarom had Hij kalm de dreigende houding van de leiders genegeerd en leerde Hij ook in de tempel. Nu was de dag gekomen dat Hij geofferd zou worden. Nu, omdat het Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers tijd was, was het hun uur.


53 Bij Mijn dagelijks bij jullie zijn in de gewijde plaats strekten* jullie de handen niet naar Mij uit, maar dit is jullie °uur en de autoriteit van de duisternis." En Hij onderwees dagelijks in de gewijde plaats, maar de hogepriesters en de schriftgeleerden en de voornaamsten van het volk zochten Hem om te brengen. (SW)[Luc. 19:47] - Zij dan zochtenen Hem te pakken. En niemand wierp de hand op Hem, omdat Zijn °uur was nog niet was gekomen.(SW)[Joh. 7:30] - Die ons redt uit de autoriteit van de duisternis en ons verplaatst tot in het koninkrijk van de Zoon van Zijn °liefde, (SW)[Kol. 1:13]
54 Hem nu tezamen grijpend, leidden zij Hem weg. En zij leidden Hem naar binnen, tot in het woonhuis van de hogepriester. °Petrusrots nu volgde veraf. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

54

Vergelijk met JohannesJAH is genadig 18:12-14.


55 En rondom vuur aanstekend* in het midden van de hof en samen gezeten* zijnde, zat °Petrusrots in hun midden. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

55-60

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:58, 69-74; Markuseen verdediging 14:66-71; JohannesJAH is genadig 18:15-18.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

55

Dat Petrusrots echt bedoelde om trouw te zijn aan zijn Heer kan niet worden betwijfeld, zeker omdat hij niet wegrende, maar zo dichtbij volgde als hij durfde, Hem in het zicht houdend. Er was enige moed voor nodig om de hof van de hogepriester binnen te gaan. Maar er was niets in wat hij van de rechtszaak zag dat hem vertrouwen gaf. Als ze al zijn Meester mishandelden zoals ze deden, wat zouden ze met Zijn discipelen doen? Wat is er een groot verschil tussen zijn gedrag hier en zijn schitterende moed in de Pinkstertijd! Nu is hij bang voor een dienstmeisje, toen weerstond hij heel het Sanhedrinraadsvergadering! Maar juist dit falen was het fundament voor zijn toekomstige kracht. Vanaf het moment dat de Heer naar Petrusrots keek, was hij een ander mens. Bitter zelfverwijt neemt de plaats in van roemen. Vertrouwen in ChristusGezalfde vervangt zelfverbeelding. Hij heeft de les van ware grootheid geleerd, zoals hij schrijft in zijn eerste brief: "Weest dan nederig onder de machtige hand van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, opdat Hij jullie zal verhogen op Zijn tijd" (1Petr. 5:6).


56 Een zeker dienstmeisje nu, hem waarnemend, zittend bij het licht, en aandachtig naar hem kijkend*, zei: "Deze was ook samen met hem."
57 Hij nu ontkent*, zeggend: "Vrouw, ik heb Hem niet waargenomen!"
58 En na een beetje tijd zei een ander, hem waarnemend, met nadruk: "Ook jij bent vanuit hen!" °Petrusrots nu zei met nadruk: "Mens, ik ben het niet!"
59 En na een tussenruimte van ongeveer één uur beweerde iemand anders met stelligheid, zeggend: "Naar waarheid, ook deze was met hem, want ook hij is een Galileeër."
60 °Petrusrots nu zei: "Mens, ik heb niet waargenomen wat jij zegt!" En ogenblikkelijk, nog bij zijn spreken, kraait* een haan.
61 En Zich omkerend kijkt* de Heer °Petrusrots aan en °Petrusrots wordt de uitspraak van de Heer in herinnering gebracht*, hoe Hij tot hem zei: "Voordat vandaag een haan kraait*, zal jij Mij driemaal verloochenen." Hij nu zei: "Ik zeg tot jou, Petrus: de haan zal vandaag niet kraaien, totdat jij drie maal zal verloochenen Mij waargenomen te hebben." (SW)[Luc. 22:34] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

61-62

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:75; Markuseen verdediging 14:72.


62 En naar buiten uitkomend huilt* °Petrusrots op bittere wijze.
63 En de mannen die °JezusJAH redt samendrukken bespotten Hem, Hem afranselend. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

63-65

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:67,68; Markuseen verdediging 14:65.


64 En Hem rondom bedekkend* sloegen zij Hem in het gezicht en zij stelden Hem een vraag, zeggend: "Profeteer*! Wie is het die u raakt*?"
65 En vele andere dingen zeiden zij lasterend tot Hem.
66 En toen het dag werd, werd de raad van oudsten van het volk verzameld, bovendien hogepriesters en schriftgeleerden. En zij leidden Hem weg tot in hun °Sanhedrinraadsvergadering, zeggend: [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

66-71

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 26:59-66; Markuseen verdediging 14:55-64; JohannesJAH is genadig 18:19-24.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

66

Het Sanhedrinraadsvergadering was het hoogste religieuze hof in Israëlstrijder van God en zou logischerwijze de instantie moeten zijn geweest die Zijn aanspraken had moeten bekijken en bevestigen. Zouden zij geweest zijn wat zij verondersteld werden te zijn, dan had Hij hen gemakkelijk kunnen overtuigen. Maar ze waren zo volledig afvallig dat de Heer de nutteloosheid inzag om ook maar iets met hen van doen te hebben. Ze deden geen oprecht onderzoek naar Zijn aanspraken, maar probeerden bewijs te zoeken om Hem te veroordelen. Hij wist heel goed dat zij wilden dat Hij zou claimen dat Hij de ChristusGezalfde was, zodat ze het tegen Hem konden gebruiken. Ze wilden dat Hij zou zeggen dat Hij de Zoon van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker was, zodat dit het bewijs van godslastering kon zijn dat Hem naar Zijn dood zou leiden. Daarom zegt Hij: "Jullie zeggen dat Ik het ben." Indien Hij het niet zou opeisen, dan hadden ze geen zaak tegen Hem. En zelfs zo, ook al weigerde Hij de woorden te spreken, pakken ze Hem op Zijn vinnige antwoord. Wat een travestie van rechtvaardigheid!! Wat een schijnvertoning van religie is dit hoogste en heiligste van de Joodse tribunalen!! Pilatusmet een speer had tenminste nog iets van rechtvaardigheid over, maar zij waren volkomen schaamteloos. Hun licht was duisternis geworden.


67 "Indien u de ChristusGezalfde bent, zeg het tot ons." Hij nu zei tot hen: "In het geval Ik het jullie zal zeggen, zouden jullie het toch niet geloven. De Joden dan omringen Hem en zeiden tot Hem: "Tot wanneer tilt u onze °ziel op? Indien u de Christus bent, vertel het ons in vrijmoedigheid."(SW)[Joh. 10:24] - Indien Ik jullie de opaardse dingen zei en jullie geloven niet, hoe dan zullen jullie geloven in het geval dat Ik jullie de ophemelse dingen zal zeggen?" (SW)[Joh. 3:12]
68 In het geval nu dat Ik zou vragen, zullen jullie Mij zeker niet antwoorden of zouden jullie loslaten!
69 Maar vanaf nu zal de Zoon van de mens gezeten zijn aan de rechterkant van de macht van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker." 1 Een Davidische psalm. Een met nadruk zeggen van JAHWEH tot mijn Heer: "Zit aan Mijn rechterhand totdat Ik Jouw vijanden tot Jouw voetstoel voor Jouw voeten zal stellen. (SW)[Psalm 110:1]
70 Zij nu allen zeggen: "Bent u dan de Zoon van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker?" En Hij nu zei met nadruk tot hen: "Jullie zeggen zelf dat Ik het ben." 3 En naderend zei de beproever tot Hem: "Indien jij Zoon van °God bent, zeg dat deze °stenen broden zullen worden." ... 6 En hij zegt tot Hem: "Indien jij de Zoon van °God bent, werp je naar beneden. Want er staat geschreven dat aan Zijn boodschappers over jou instructie zal worden gegeven, en op handen zullen zij jou optillen, opdat jij jouw °voet niet zal stoten aan een steen." (SW)[Matt. 4:3,6]
71 Zij nu zeggen*: "Wat hebben wij nog behoefte aan een getuigenverklaring? Want wij horen* het zelf uit zijn °mond!"



Terug naar de index.
Naar Lucas 23
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.