|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En zij kwamen tot in de overkant van de zee, tot in de landstreek van de .
[Commentaar]
[Commentaar]
2 En bij Zijn uitkomen vanuit het schip gaat* Hem meteen een mens vanuit de grafgewelven tegemoet, met een onreine geest,
3 die °woning had in de graftomben. En zelfs met ketenen kon niemand hem meer binden*,
4 omdat hij vele malen met voetboeien en ketenen was gebonden en door hem de ketenen in stukken getrokken waren en de voetboeien verbrijzeld werden. En niemand was sterk genoeg om hem te temmen*.
5 En gedurende heel de nacht en de dag was hij in de graftomben en in de bergen, schreeuwend en zichzelf diepe wonden toebrengend met stenen.
6 En ° vanaf veraf waarnemend, liep hij en aanbidt* Hem.
7 En schreeuwend* met een grote stem, zegt hij: "Wat is het met mij en met U, , Zoon van , de Hoogste? Ik bezweer U bij °, U zou mij toch niet kwellen!"
-
-
8 Want Hij zei tot hem: "°Onreine °geest, kom uit vanuit de mens!"
[Commentaar]
9 En Hij stelde Hem een vraag: "Wat is jouw naam?" en hij zegt tot Hem: " is de naam voor mij, want wij zijn velen!"
10 En hij riep Hem veel op, opdat Hij het niet buiten de landstreek zou sturen.
11 Nu was daar bij de berg een grote troep varkens, weidend.
12 En alle machtige demonen roepen* Hem op, zeggend: "Zend ons tot in de varkens, opdat wij tot in hen binnen zullen komen."
13 En staat* het hen onmiddellijk toe. En uitkomend kwamen de onreine °geesten binnen tot in de varkens en de troep stormt* neerwaarts van de steile helling tot in de zee. Zij nu waren met ongeveer tweeduizend, en zij werden verstikt in de zee.
14 En die ze weiden vluchtten, en zij berichten* tot in de stad en tot in de velden. En zij kwamen om het gebeurde waar te nemen.
15 En zij komen naar ° toe en zij aanschouwen de demonisch gedreven wordende, zittend en van bovenkleding voorzien zijnde en verstandig zijnde, die het had gehad. En zij werden bevreesd.
[Commentaar]
16 En die het waarnamen vertellen* aan hen hoe het gebeurde met de demonisch gedreven wordende en aangaande de varkens.
[Commentaar]
17 En zij beginnen* Hem op te roepen weg te komen vanaf hun °grensgebieden.
18 En bij Zijn tot in het schip instappen riep de demonisch gedreven wordende Hem op opdat Hij bij Hem zou zijn.
[Commentaar]
[Commentaar]
19 En Hij laat* het hem niet toe, maar Hij zegt tot hem: "Ga heen, tot in jouw °huis, naar de jouwen en bericht hen zoveel als wat de Heer voor jou heeft gedaan en Zich over jou ontfermt* heeft."
20 En hij kwam weg en hij begint* in ° te proclameren zoveel als ° voor hem deed*. En allen verwonderden zich.
21 En toen ° weer in het schip naar de overkant was overgevaren*, werd een talrijke schare bij Hem verzameld. En Hij was bij de zee.
[Commentaar]
22 En neem waar, één van de oversten van de synagoge, genaamd , komt. En Hem waarnemend valt hij aan Zijn °voeten.
[Commentaar]
23 En hij roept Hem veel op, zeggend: "Mijn °dochtertje is op haar laatste. Dat U, komend, de handen op haar zal leggen, opdat zij gered zal worden en dat zij zou leven."
24 En Hij kwam met hem weg en een talrijke schare volgde Hem. En zij omsloten Hem.
25 En een vrouw, twaalf jaren vloeiing van bloed hebbend,
[Commentaar]
26 en veel lijdend onder vele artsen, en alle dingen die zij had er aan spenderend en door niets gebaat wordend, maar veeleer tot in het ergere komend,
[Commentaar]
27 horend* aangaande °. In de schare komend, raakt* zij van achteren Zijn °bovenkleding aan.
28 Want zij zei: "In het geval dat ik ook maar Zijn bovenkleding aan zal raken, zal ik gered worden."
29 En meteen wordt de bron van haar °bloed gedroogd* en zij wist in haar °lichaam dat zij gezond gemaakt is vanaf de gesel.
30 En meteen, de vanuit Hem uitkomende kracht in Zichzelf beseffend, zei °, Zich omkerend in de schare: "Wie raakte* Mijn °bovenkleding aan?"
31 En Zijn °leerlingen zeiden tot Hem: "U ziet de schare U omsluiten, en U zegt 'Wie raakte* Mij aan?'"
32 En Hij keek om Zich heen om waar te nemen wie dit deed*.
33 De vrouw nu, bevreesd wordend en sidderend, waargenomen hebbend wat haar overkomen was, kwam en viel* voor Hem neer en zei tot Hem de hele waarheid.
34 Hij nu zei tot haar: "Dochter, jouw °geloof heeft jou gered! Ga heen in vrede en wees gezond vanaf de gesel van jou."
-
35 Terwijl Hij nog spreekt komen die vanaf de overste van de synagoge, zeggend: "Jouw °dochter stierf. Waarom vermoeit u de Leraar nog?"
[Commentaar]
36 Maar °, onmiddellijk het gesproken wordende woord negerend*, zegt tot de overste van de synagoge: "Vrees toch niet, geloof alleen!"
37 En Hij laat* niemand toe Hem samen te volgen* dan en en , de broeder van .
38 En zij komen tot in het huis van de overste van de synagoge en Hij aanschouwt het rumoer en het huilen en het vele gekrijs.
[Commentaar]
39 En binnenkomend zegt Hij tot hen: "Waarom maken jullie rumoer en huilen jullie? Het kleine meisje stierf niet, maar zij sluimert."
40 En zij lachten Hem uit. Maar Hij, allen uitdrijvend, neemt de vader van het kleine meisje en de moeder en die met Hem waren mee en Hij gaat binnen waar ook het kleine meisje opgebaard was.
41 En de hand van het kleine meisje vattend*, zegt Hij tot haar: " koumi!", wat letterlijk vertaald is: "Meiske, Ik zeg tot jou: ontwaak!"
42 En meteen stond het jonge meisje op en wandelde, want zij was ongeveer twaalf jaren. En zij waren meteen buiten zichzelf met grote ontzetting.
43 En Hij waarschuwt* hen veel, opdat niemand dit zal weten. En Hij zei haar te eten te geven*.
Terug naar de index.
Naar Marcus 6
|
|