|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En Hij zei tot hen: "Amen! Ik zeg tot jullie dat er enigen zijn van die hier staan die van de dood toch niet zouden proeven, totdat zij ook maar het koninkrijk van ° zullen waarnemen, gekomen zijnde in macht."
[Commentaar]
2 En na zes dagen neemt ° ° en ° en ° terzijde en Hij brengt hen omhoog tot op een heel erg hoge berg, apart, en Hij werd werd vlak voor hen omgevormd.
-
[Commentaar]
3 En Zijn °bovenkleding werd heel erg glinsterend wit, als sneeuw, zoals geen wolkammer op aarde het zo wit kan maken*.
4 En door hen werd gezien, samen met , en zij waren samensprekend met °.
5 En °, antwoordend, zegt tot °: ", het is ideaal voor ons hier te zijn*. En dat wij drie tenten zouden maken, één voor U, en één voor en één voor ."
[Commentaar]
6 Want hij had niet waargenomen wat hij zal antwoorden, want zij werden doodsbang.
7 En er kwam een wolk die hen overschaduwde en er kwam een stem vanuit de wolk: "Deze is Mijn °Zoon, de Geliefde. Hoort naar Hem!"
-
8 En opeens, om zich heen kijkend*, namen zij niemand meer waar, behalve alleen ° met henzelf.
9 En bij hun afdalen vanaf de berg waarschuwt* Hij hen opdat zij niemand de dingen zouden vertellen die zij waarnamen, tot wanneer ook maar de Zoon van de mens vanuit de doden zal opstaan.
10 En zij houden* het woord voor zich, discussiërend over wat het vanuit doden opstaan* is.
11 En zij stelden Hem een vraag, zeggend: "De Farizeeën en de schriftgeleerden zeggen dat eerst moet komen."
[Commentaar]
[Commentaar]
12 Hij nu zei met nadruk tot hen: ", inderdaad eerst komende, herstelt alles. En hoe is het geschreven van de Zoon van de mens, dat Hij veel zal lijden en dat Hij geringschat zal worden?
13 Maar Ik zeg tot jullie dat ook is gekomen en zij deden* met hem zoveel als zij wilden, zoals het over hem geschreven is."
[Commentaar]
14 En naar de leerlingen toe komend, namen zij een talrijke schare rondom hen waar en schriftgeleerden discussiërden met hen.
[Commentaar]
[Commentaar]
15 En meteen was de hele schare, Hem waarnemend, van streek. En naar Hem toe rennend begroetten zij Hem.
16 En Hij stelt de schriftgeleerden een vraag: "Waarom bediscussiëren jullie onder elkaar?"
17 En één vanuit de schare antwoordde Hem: "Leraar! Ik breng* mijn zoon naar U toe. Hij heeft een geest die niet kan spreken.
18 En waar ook maar die hem kan grijpen scheurt hij hem in stukken, en hij heeft het schuim op de lippen en hij krast zijn °tanden en hij droogt uit. En ik zeg tot Uw °leerlingen opdat zij die zouden uitwerpen en zij zijn"" niet sterk."
19 En Hij, hen antwoordend, zegt: "O, ongelovige generatie! Tot wanneer zal Ik bij jullie zijn? Tot wanneer zal Ik jullie verdragen? Brengm hem naar Mij toe!"
[Commentaar]
20 En zij brengen* hem naar Hem toe. En de geest, Hem waarnemend, doet hem meteen hevig stuiptrekken*. En op de aarde vallend wentelde hij zich, het schuim op de lippen hebbend.
21 En Hij stelt* zijn °vader een vraag: "Hoeveel tijd is het dat dit hem is overkomen?" En hij nu zegt: "Vanuit de kindertijd.
22 En vele malen werpt* hij hem ook tot in het vuur en tot in wateren, opdat hij hem zou ombrengen. Maar indien U iets kan doen, help ons, met mededogen bewogen wordend over ons!"
23 ° nu zei tot hem: "Indien jij kunt geloven*, alle dingen zijn mogelijk voor de gelovige."
24 En meteen zei de vader van de kleine jongen, met tranen schreeuwend*: "Ik geloof! Help mij in het ongeloof!"
25 °, waarnemend dat de schare samenstroomt, vermaant* de onreine °geest, tot hem zeggend: "Niet kunnen sprekende en dove °geest, Ik beveel jou uitdrukkelijk: Kom uit vanuit hem en jij zal niet meer tot in hem binnen komen."
26 En schreeuwend* en hem veel doen struiptrekkend* kwam hij naar buiten. En hij werd als een dode, zodat de velen zeggen dat hij stierf.
27 ° echter, de hand van hem vattend*, wekt* hem. En hij stond op.
28 En toen Hij het huis was binnen gegaan, stelden Zijn °leerlingen Hem een vraag, apart: "Vanwege wat konden wij hem niet uitwerpen?"
29 En Hij zei tot hen: "Deze °soort kan door niets anders uitkomen dan in gebed en in vasten."
30 En daar vandaan uitkomend gingen zij langs door ° en Hij wilde niet dat iemand het zal weten.
[Commentaar]
[Commentaar]
31 Want Hij onderwees Zijn °leerlingen en zei tot hen: "De Zoon van de mens wordt overgeleverd tot in de handen van mensen en zij zullen Hem doden. En gedood wordend, zal Hij na drie dagen opstaan."
32 Zij echter waren onwetend van de uitspraak en zij vreesden Hem een vraag te stellen*.
33 En zij kwamen tot in en in het woonhuis komend stelde Hij hen een vraag: "Waarover redeneerden jullie onder elkaar op de weg?"
[Commentaar]
[Commentaar]
34 Maar zij waren stil onder elkaar, want zij argumenteerden op de weg onder elkaar wie de grotere is.
[Commentaar]
35 En, gezeten* zijnde, ontbiedt* Hij de twaalf en zegt tot hen: "Indien iemand de eerste wil zijn*, zal hij van allen de laatste zijn en bediende van allen."
[Commentaar]
36 En een kleine jongen (of meisje) nemend, doet Hij het in hun midden staan*. En het omarmend* zei Hij tot hen:
37 "Wie één van zulke kleine kinderen zou ontvangen in Mijn °naam, ontvangt Mij. En in het geval hij Mij niet zal ontvangen, ontvangt niet Mij, maar Die Mij afvaardigt."
38 ° zei met nadruk tot Hem, zeggend: "Leraar! Wij namen iemand waar, die ons niet volgt, in Uw °naam demonen uitwerpend. En wij verhinderden het hem, omdat hij ons niet volgde."
[Commentaar]
39 Maar ° zei: "Verhinderthet hem toch niet! Want er is niemand die een macht zal doen in Mijn °naam en snel kwaad van Mij zal kunnen spreken*.
40 Want wie niet tegen ons is, is ten behoeve van ons.
[Commentaar]
41 Want wie ooit jullie een drinkbeker water te drinken zou geven in Mijn naam, omdat jullie van zijn, amen, Ik zeg tot jullie dat hij zijn °loon niet zou verliezen.
[Commentaar]
42 En wie ooit één van deze °kleinen, die in Mij geloven, zou verstrikken, het is ideaal voor hem indien veeleer een steen van een molen, die een ezel nodig heeft om te draaien, rond zijn nek ligt en hij tot in de zee geworpen is.
[Commentaar]
43 En in het geval jouw °hand je zou verstrikken, hak hem af! Het is beter voor jou verminkt binnen te komen tot in het leven, dan, twee handen hebbend, weg te komen tot in het , tot in het niet uitgeblust wordende vuur,
44 waar ook hun °worm niet overlijdt en het vuur niet wordt uitgedoofd.
45 En in het geval jouw °voet je zal verstrikken, hak hem af! Want het is voor jou ideaal verminkt of kreupel binnen te komen tot in het leven, dan °twee voeten hebbend tot in het geworpen te worden, tot in het niet uitgeblust wordende vuur,
[Commentaar]
46 waar ook hun worm niet overlijdt en het vuur niet uitgedoofd wordt.
47 En in het geval jouw °oog je zal verstrikken, haal het uit! Het is beter voor jou éénogig het koninkrijk van ° binnen te komen, dan twee ogen hebbend tot in het geworpen* te worden,
[Commentaar]
48 waar ook hun °worm niet overlijdt en het vuur niet uitgedoofd wordt.
49 Want elkeen zal in vuur gezouten worden en elk offer zal met zout gezouten worden.
[Commentaar]
50 Het zout is ideaal. In het geval echter het zout zouteloos zal worden, waarmee zullen jullie het op smaak brengen? Hebt zout in julliezelf en leefm in vrede onder elkaar!"
-
[Commentaar]
Terug naar de index.
Naar Marcus 10
|
|