Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Romeinen
Hoofdstuk 9
|
|
(klik op de oranje cijfers voor het uitgebreide commentaar op dat vers)
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Ik zeg waarheid in , ik lieg niet, mijn °geweten samen met mij getuigend in heilige geest,
[Commentaar]
2 dat in mij grote droefheid is, en in mijn °hart ononderbroken pijn,
3 want ik wenste zelf banvloek te zijn* vanaf de ten behoeve van mijn °broeders, mijn °verwanten overeenkomstig het vlees,
4 die ieten zijn, van wie het zoonschap en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de dienst en de beloften zijn,
[Commentaar]
5 van wie de vaders zijn en vanuit wie de is overeenkomstig het vlees, Die is boven alles. zij gezegend tot in de aionen. Amen.
[Commentaar]
6 Maar het is niet zodanig alsof het woord van ° is vervallen, want niet allen die vanuit zijn, zijn , -
[Commentaar]
7 en ook niet omdat zij zaad van zijn zijn zij allen kinderen, maar: "in zal voor jou zaad geroepen worden."
8 Dat wil zeggen dat niet de kinderen van het vlees, maar de kinderen van de belofte rekent Hij tot zaad; dezen zijn kinderen van °.
9 Want het woord van de belofte is dit: "Overeenkomstig deze °periode zal Ik komen en voor ° zal er een zoon zijn."
10 En niet alleen dat, maar ook , vanuit het bed van één man hebbend, onze °vader,
11 want nog niet geboren wordend, noch iets goeds of kwaads verrichtend*, opdat het overeenkomstig 's voornemen uitverkiezing zal blijven, niet vanuit werken, maar vanuit de Roepende,
[Commentaar]
12 werd het tot haar uitgesproken* dat de grotere slaaf zal zijn voor de mindere,
13 zoals het is geschreven: "° heb Ik lief*, maar ° haat* Ik."
14 Wat dan zullen wij uitspreken? Toch niet dat er onrechtvaardigheid is bij °! Moge het niet gebeuren!
[Commentaar]
15 Want Hij zegt tot °: "Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ook maar zal ontfermen, en Ik zal medelijden hebben met wie Ik ook maar medelijden zal hebben."
16 Dus dan is het niet afhankelijk van de willende, noch van de rennende, maar van de Zich ontfermende .
17 Want het Geschrift zegt tot de : "Tot in dit zelfde wek* Ik u uit, opdat Ik in u Mijn °macht zou betonen en zodat Mijn °naam afgekondigd zou worden in heel de aarde."
18 Dus dan: Hij ontfermt Zich over wie Hij wil en Hij verhardt wie Hij wil.
19 Jij zal dan tot mij uitspreken: "Waarom verwijt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn raadsbesluit weerstaan?"
[Commentaar]
20 O mens! Sterker nog! Wie ben jij, die tegen-antwoord geeft aan °? Het gemodelleerde zal toch niet tot de modellerende* uitspreken: "Waarom maak* jij mij zo?"
21 Of heeft de pottenbakker niet de autoriteit van het leem, om vanuit hetzelfde kneedsel het ene te maken* dat inderdaad tot eervol voorwerp is en het andere tot in oneer?
22 Indien nu °, willend de boosheid te betonen* en het vermogende van Hem bekend te maken*, in veel geduld de voorwerpen van boosheid, toebereid zijnde tot ondergang, verdraagt*
23 en opdat Hij de rijkdom van Zijn °heerlijkheid bekend zou maken op voorwerpen van ontferming, die Hij van tevoren gereedmaakt* tot in heerlijkheid,
24 die Hij ook roept*, niet alleen ons vanuit Joden, maar ook vanuit natiën,
25 zoals Hij ook zegt in °: "Ik zal niet-Mijn-°volk Mijn-volk noemen en de niet-geliefd zijnde geliefd zijnde."
26 "En het zal zijn in de plaats waar tot hen werd uitgesproken: 'Jullie zijn niet Mijn volk,' daar zullen zij zonen van de levende genoemd worden."
[Commentaar]
27 echter schreeuwt over °: "In het geval dat het getal van de zonen van zal zijn als het zand van de zee, het overschot zal gered worden,
28 want de Heer zal, Zijn Woord voltooiend en beknopt zijnd, doen op de aarde,"
[Commentaar]
29 En zoals tevoren heeft uitgesproken: "Indien niet de Here voor ons zaad over liet, als ooit waren wij geworden en als ooit aan werden wij gelijkend gemaakt."
30 Wat dan zullen wij uitspreken? Dat de natiën, die niet rechtvaardigheid najagend rechtvaardigheid grepen, maar een rechtvaardigheid vanuit geloof,
[Commentaar]
31 maar , de wet van rechtvaardigheid najagende, haalt* tot in wet van rechtvaardigheid niet in.
32 Waarom? Omdat het niet vanuit geloof was, maar als vanuit werken van wet; zij stoten* zich aan de steen van de aanstoot,
33 zoals het is geschreven: "Neem waar, Ik plaats in een steen van aanstoot en een rots van valstrik, en die in Hem gelooft zal niet te schande gemaakt worden."
Terug naar de index.
Naar Romeinen 10
|
|
© www.schriftwoord.nl U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.
|