|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 Een zoon van [dertig?] jaar was in zijn koning worden, en twee jaren regeerde hij over .
2 En koos voor zich drieduizend mannen van ; en zij waren met , tweeduizend in en in het gebergte van , en duizend waren er met in van . En de rest van het volk zond hij heen, ieder naar zijn tenten.
3 En sloeg een garizoen van de Filistijnen neer dat in is. En de Filistijnen hoorden het. En blies in de ramshoorn in heel het land, zeggend: "De zullen horen."
4 En heel hoorde, zeggend: " sloeg een garnizoen van de Filistijnen neer," en ook " stinkt onder de Filistijnen." En het volk wordt opgeroepen achter , naar .
5 En de Filistijnen verzamelden zich om te vechten met ; dertigduizend strijdwagens en zesduizend ruiters en volk als het zand dat op de oever van de zee is. En zij gingen op en zij legerden zich in , ten oosten van .
6 En de mannen van zagen dat er voor hen benauwdheid was, want het volk had het hard te verduren. En het volk verschuilde zich in de grotten, in de distels en in de steile rotsen en in de gewelfde tunnels en in de waterreservoirs.
7 staken de over naar het land van en . En was nog in en heel het volk beefde achter hem.
8 En hij wachtte zeven dagen, tot de afgesproken tijd die had gesteld. En kwam niet naar . En het volk verstrooide zich van hem.
9 En zei: "Doe het opstijgoffer dichtbij mij komen en de vrede-offers." En hij deed het opstijgoffer opgaan.
10 En het gebeurde als hij het opgaan van het opstijgoffer beëindigde, aanschouw!, kwam! En ging uit om hem te ontmoeten, om hem te zegenen.
11 En zei: "Wat deed je?" En zei: "Omdat ik zag dat het volk zich van mij verstrooide en u niet kwam op de afgesproken tijd van de dagen, en de Filistijnen zich verzamelden bij ,
12 zei ik: Nu zullen de Filistijnen naar mij afdalen naar en ik heb het aangezicht van JAHWEH niet gesmeekt. En ik beheerste mijzelf en ik deed het opstijgoffer opgaan."
13 En zei tot : "Jij handelde onverstandig! Jij nam de instructie van JAHWEH, jouw Elohim, niet in acht, die Hij jou ter instructie gaf. Dan zou JAHWEH nu jouw koningschap over vestigen tot aan de aion.
14 Maar nu wordt jouw koningschap niet bevestigd. JAHWEH zocht voor Zich een man naar Zijn hart en JAHWEH zal hem instructie geven als bewindvoerder over Zijn volk, omdat jij niet in acht nam wat JAHWEH jou als instructie gaf."
15 En stond op en hij ging op van naar van . En monsterde het volk dat met hem gevonden wordt, ongeveer zeshonderd mannen.
16 En en , zijn zoon, en het volk dat met hen gevonden wordt, zaten in van . En de Filistijnen legerden zich in .
17 En het vernietigingsdetachement ging uit vanaf het legerkamp van de Filistijnen, drie groepen. Één groep wendde zich om naar de weg van , naar het land van .
18 En één groep wendde zich om naar de weg van en één andere groep wendde zich om naar de weg van de grens die staart over het ravijn van de , in de richting van de wildernis.
19 En een vakman werd in heel het land van niet gevonden, want de Filistijnen zeiden: "Anders gaan de zwaard of speer maken."
20 En heel daalde af naar de Filistijnen om ieders ploegschaar aan te zetten en zijn houweel en zijn bijl en zijn ploegschaar.
21 En het gereedschapscherpen voor de ploegscharen en voor de houwelen en voor de drietandige vork en voor de bijlen en voor het instellen van de punt van de prikkelstok kostte twee derde sikkel.
22 En het gebeurde in de dag van de strijd, dat er geen zwaard en speer werd gevonden in de hand van heel het volk dat met en met was. Maar het werd gevonden bij en bij , zijn zoon.
23 En het detachement van de Filistijnen ging uit naar de bergpas van .
Terug naar de indexpagina
Naar 1Samuël 14
|
|