|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En het gebeurde toen oud was, dat hij zijn zonen plaatste als rechtsprekers over Israël.
2 En de naam van zijn eerstgeboren zoon was en de naam van zijn tweede was , rechtsprekend in .
3 En zijn zonen gingen niet naar zijn wegen en zij strekten zich uit achter winst en zij namen omkoopgeschenken aan en zij deden het oordeel afbuigen.
4 En alle oudsten van riepen zichzelf bijeen en zij kwamen tot , naar .
5 En zij zeiden tot hem: "Aanschouw!, u, u bent oud en uw zonen gaan niet in uw wegen. Plaats nu voor ons een koning om recht over ons te spreken, zoals alle naties."
6 En de zaak was kwaad in de ogen van , aangezien zij zeiden: "Geef ons een koning om recht over ons te spreken." En bad tot JAHWEH.
7 En JAHWEH zei tot : "Luister naar de stem van het volk, naar alles wat ze tot jou zeggen, want jou verwierpen ze niet, maar Mij verwierpen zij om over hen Koning te zijn.
8 Naar alle daden die zij deden vanaf de dag dat Ik ze deed opgaan uit Egypte tot aan deze dag, en zij Mij verlieten en zij andere elohims dienen, zo doen zij ook aan jou.
9 En nu, luister naar hun stem; alleen zal hij tegen hen betuigen, ja betuigen. En jij vertelt aan hen het gebruikelijk recht van de koning die over hen zal regeren."
10 En sprak alle woorden van JAHWEH tot het volk, dat van hem een koning vroeg.
11 En hij zegt: "Dit zal het gebruikelijk recht van de koning zijn die over jullie regeert. Jullie zonen zal hij nemen en hij plaatst ze voor zichzelf, tussen zijn strijdwagen en tussen zijn ruiters, en zij rennen tot vóór zijn strijdwagen.
12 En voor zich zal hij oversten van duizend en oversten van vijftig plaatsen, en tot ploegen van zijn ploegland en om zijn oogst te oogsten en om voorwerpen voor zijn oorlog te maken en voorwerpen voor zijn strijdwagen.
13 En jullie dochters zal hij nemen als parfumeurs, als slachtsters en als baksters.
14 En jullie velden en jullie wijngaarden en jullie olijfgaarden, de besten, zal hij nemen en hij geeft ze aan zijn dienaren.
15 En van jullie zaden en van jullie wijngaarden zal hij de tiende nemen en hij geeft er van aan zijn hofdienaren en aan zijn dienaren.
16 En jullie dienaren en jullie dienaressen en jullie uitgekozen jongemannen, de besten, en van jullie ezels zal hij nemen, en hij gebruikt ze voor zijn werk.
17 Van jullie kleinvee zal hij een tiende nemen en jullie, jullie zullen voor hem tot dienaren zijn.
18 En jullie schreeuwen het uit in die dag, vanwege het aangezicht van jullie koning, die jullie voor julliezelf kozen. En JAHWEH zal jullie in die dag niet antwoorden."
19 En het volk weigerde te luisteren naar de stem van en zij zeiden: "Nee, er zal alleen een koning over ons zijn,
20 dan zijn ook wij als alle naties. En onze koning spreekt recht over ons en hij gaat voor ons aangezicht uit en hij vecht onze veldslagen."
21 En hoorde alle woorden van het volk en hij spreekt ze in de oren van JAHWEH.
22 En JAHWEH zegt tot : "Luister naar hun stem! En jij doet over hen een koning regeren." En zegt tot de mannen van Israël: "Gaat!, een ieder naar zijn stad."
Terug naar de indexpagina
Naar 1Samuël 9
|
|