|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Het gebeurde daarna dat , koning van de zonen van , stierf. En zijn zoon regeerde in zijn plaats.
2 En zei: "Ik zal vriendelijkheid doen aan , zoon van , want zijn vader deed vriendelijkheid met mij." En zond boodschappers om hem te troosten over zijn vader. En de dienaren van kwamen in het land van de zonen van , bij , om hem te troosten.
3 En de oversten van de zonen van zeiden tot : "Verheerlijkt uw vader in uw ogen omdat hij troosters tot u zendt? Is het niet om het land te onderzoeken om het onderste boven te keren en om te bespioneren, dat zijn dienaren tot u kwamen?"
4 En nam 's dienaren en hij scheerde hen kaal, en hij sneed hun jassen doormidden, tot aan de billen, en hij zond hen weg.
5 En zij gingen en zij vertelden aan over de mannen, en hij zond om hen te ontmoeten, want de mannen waren uitermate rood van schande gemaakt. En de koning zei: "Zit in Jericho tot wanneer jullie baarden ontspruiten, dan keren jullie terug."
6 En de zonen van zagen dat zij zich stinkend gemaakt hadden bij . Daarom zonden en de zonen van duizend talenten zilver om voor zichzelf uit en uit en uit strijdwagens en ruiters te huren.
7 En zij huurden voor henzelf twee en dertig duizend strijdwagens. En de koning van en zijn volk kwamen en zij legerden zich voor . En de zonen van werden verzameld uit hun steden en kwamen voor de strijd.
8 En hoorde het en hij zond en heel het leger van de machtige mannen.
9 En de zonen van gingen uit en zij stellen zich in slagorde op voor de strijd bij het portaal van de stad, terwijl de koningen die kwamen, zij waren alleen in het veld.
10 En als zag dat het aangezicht van de strijd tegen hem was, zowel voor als achter, koos hij uit alle uitgekozenen in , en hij stelde hen in slagorde op om te ontmoeten.
11 En de rest van het volk gaf hij in de hand van , zijn broeder, en zij stelden zich in slagorde op om de zonen van te ontmoeten.
12 En hij zei: "Indien te standvastig is voor mij, wees jij dan tot mijn redding. Maar indien de zonen van te standvastig voor jou zijn, dan zal ik jou redden.
13 Wees standvastig, dan zullen wij onszelf bemoedigen aangaande ons volk en aangaande de steden van onze Elohim. En JAHWEH, Hij zal doen wat goed is in Zijn ogen."
14 En kwam dichtbij, en het volk dat bij hem is, voor het aangezicht van , voor de strijd, en zij vluchtten vanaf zijn aangezicht.
15 En wat de zonen van betreft, zij zagen dat vluchtte. En zij vluchtten zelf ook, zij voor het aangezicht van , zijn broeder, en zij kwamen naar de stad. En kwam naar Jeruzalem.
16 En zag dat zij verslagen werden voor . En zij zonden boodschappers en deden dat aan de overkant van de rivier was, uitgaan, met , overste van het leger van , voor hun aangezicht.
17 En het werd aan verteld en hij verzamelde heel en hij stak de over en hij kwam tegen hen op en hij stelde zich in slagorde tegen hen op. Toen zich in slagorde opstelde om te ontmoeten in de strijd, vochten zij tegen hem.
18 En vluchtte weg van het aangezicht van . En doodde zeven duizend van de strijdwagenmenners van en veertig duizend man te voet, en , overste van het leger, bracht hij ter dood.
19 En de dienaren van zagen dat zij verslagen werden voor het aangezicht van en zij maakten vrede met en zij dienden hem. En wilde niet verder de zonen van redden.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 20
|
|