| |
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de afdelingen van de poortwachters: Voor de Korachieten, , zoon van , van de zonen van .
2 En had zonen: , de eerstgeborene, , de tweede, , de derde, , de vierde,
3 , de vijfde, , de zesde, , de zevende.
4 En had zonen: , de eerstgeborene, , de tweede, , de derde, en , de vierde, en , de vijfde,
5 , de zesde, , de zevende, , de achtste; want Elohim zegende hem.
6 En aan , zijn zoon, werden zonen geboren, de heersers voor het huis van hun vader, want zij waren machtige mannen van dapperheid.
7 De zonen van : en en , , zijn broeders, zonen van dapperheid: en .
8 Al dezen waren van de zonen van , zij en hun zonen en hun broeders, mannen van dapperheid met energie voor de dienst, twee en zestig van .
9 had zonen en broeders, zonen van dapperheid, achttien.
10 En , uit de zonen van , had zonen: , het hoofd, ook al was hij niet de eerstgeborene, maar zijn vader plaatste hem tot hoofd,
11 de tweede, de derde, de vierde. Alle zonen en broeders van waren dertien.
12 Dezen waren de afdelingen van de poortwachters, naar de hoofden van de machtige mannen, opdrachten die overeenstemmen met hun broeders, om dienst te verrichten in het huis van JAHWEH.
13 En zij wierpen loten voor de kleine en de grote, voor het huis van hun vaders, poort om poort.
14 En het lot viel naar het oosten, naar en , zijn zoon, raadgever met intelligentie. Zij wierpen loten en zijn lot ging uit naar het noorden.
15 Naar viel het zuiden, en naar zijn zonen het huis van de vergaderingen.
16 Naar en naar naar het westen, met de poort van in de hoofdweg, de opgaande. Wacht stemde overeen met wacht.
17 Naar het oosten de Levieten, zes, naar het noorden per dag vier, naar het zuiden per dag vier, en bij het huis van de vergaderingen twee aan twee.
18 Voor het voorterrein naar het westen, vier aan de hoofdweg en twee bij het voorterrein.
19 Deze waren de afdelingen van de poortwachters voor de zonen van de Korachieten en voor de zonen van .
20 En van de Levieten is over de schatkamers van het huis van de Elohim en over de schatkamers van de heilige donaties.
21 De zonen van , zonen van de Gersonieten, die tot behoorden, hoofden van de vaders voor , de Gersoniet .
22 De zonen van : en , zijn broeder, over de schatkamers van het huis van JAHWEH.
23 Voor de Amramieten, voor de Jisrahieten, voor de Chebronieten, voor de Uzziëlieten,
24 en , zoon van , zoon van , was bewindvoerder over de schatkamers.
25 En zijn broeders via waren: , zijn zoon, en , zijn zoon, en , zijn zoon, en , zijn zoon, en , zijn zoon.
26 Deze en zijn broeders waren over alle schatkamers van de heilige donaties die , de koning, met de hoofden van de vaders voor de oversten van de duizenden en de honderden en de oversten van het leger heiligde.
27 Uit de veldslagen en uit de buit heiligden zij om het huis van JAHWEH in stand te houden.
28 En alles wat , de ziener, heiligde, met , zoon van , en , zoon van , en , zoon van , al het geheiligde was onder de hand van en zijn broeders.
29 Voor de Jisrahieten: en zijn zonen waren voor het buitenwerk over Israël, als voormannen en als rechters.
30 Voor de Chebronieten: en zijn broeders, duizend en zeven honderd zonen van bekwaamheid, hadden de supervisie over , van de overkant van de naar het westen, voor alle werk van JAHWEH en voor de dienst van de koning.
31 En voor de Chebronieten: was het hoofd van de Chebronieten, naar hun genealogische registraties van de vaders. In het veertigste jaar van de regering van werden zij uitgezocht en men vond onder hen machtige mannen van dapperheid in in .
32 En zijn broeders, twee duizend zeven honderd zonen van bekwaamheid, waren hoofden van de vaders, en , de koning, gaf hen supervisie over de Rubenieten en de Gadieten en de helft van de stam van de Manassieten voor elke zaak van de Elohim en een zaak van de koning.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 27
|
|
