|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En , de koning, zei tot heel de samenkomst: ", mijn zoon, is de enige die Elohim heeft verkozen, een knaap en teer. Maar het werk is groot, want het is niet voor het kasteel van een mens, maar voor JAHWEH Elohim.
2 En met al mijn energie bereidde ik voor voor het huis van mijn Elohim: het goud voor het goud, het zilver voor het zilver en het koper voor het koper, het ijzer voor het ijzer en het hout voor het hout, en onyxstenen en opvulstenen, stenen van antimoon en veelkleurigheid en elke kostbare steen en stenen van marmer in veelheid.
3 En verder heb ik in mijn welgevallen voor het huis van mijn Elohim, dat ik van mijzelf speciaal goud- en zilverbezit geef voor het huis van mijn Elohim, bovenop alles wat ik voorbereidde voor het huis van de heiligheid:
4 drie duizend talenten goud van het goud van en zeven duizend talenten verfijnd zilver, om de zijwanden van de binnenkanten te pleisteren,
5 goud voor het goudwerk, zilver voor het zilverwerk en voor al het werk door de hand van de vakmannen. En wie geeft zich als vrijwilliger om vandaag zijn hand te vullen voor JAHWEH?"
6 En oversten van de vaders en oversten van de stammen van en oversten van de duizenden en de honderden en ook de oversten van het werk van de koning gaven zich vrijwillig.
7 En zij gaven voor de dienst van het huis van de Elohim vijf duizend talenten en tien duizend goud en tien duizend talenten zilver en achttien duizend talenten koper en honderd duizend talenten ijzer.
8 En zij die stenen bij zich hadden gaven ze aan de schatkamer van het huis van JAHWEH, door de hand van , de Gersoniet.
9 En het volk verheugde zich over hun vrijwillig offeren, want zij offerden volkomen vrijwillig, vanuit hun hart, aan JAHWEH. En ook , de koning, verheugde zich met grote vreugde.
10 En zegende JAHWEH voor de ogen van heel de samenkomst. En zei: "Wees gezegend, JAHWEH, Elohim van onze vader , van de aion tot aan de aion.
11 Van U, JAHWEH, is de grootheid en de macht en de schoonheid en de bestendigheid en de pracht, alles in de hemelen en op de aarde. Voor U, JAHWEH, is het koningschap, U Die Zichzelf verheft tot Hoofd boven allen.
12 En de rijkdom en de heerlijkheid zijn vanaf Uw aangezicht, en U bent de Heerser over allen. En in Uw hand is energie en macht, en in Uw hand is het om allen groot te maken en te versterken.
13 En nu, onze Elohim, wij zijn het die de Naam van Uw schoonheid toejuichen en lofprijzen.
14 Maar wie ben ik en wie is mijn volk, dat wij de energie behouden om vrijwillig te offeren zoals dit? Want van U komt het alles en uit Uw hand gaven wij aan U.
15 Want wij zijn tijdelijke verblijvers voor Uw aangezicht en gasten, net als onze vaders. Onze dagen zijn als de schaduw op de aarde en er is geen hoop.
16 JAHWEH, onze Elohim, al deze overvloed die wij voorbereid hebben om voor U een huis voor Uw Naam van heiligheid te bouwen, het is uit Uw hand en het is allemaal voor U.
17 En ik weet, mijn Elohim, dat U het hart toetst en in rechte dingen heeft U een welgevallen. Ik, in de oprechtheid van mijn hart, offer al deze dingen vrijwillig. En nu zie ik Uw volk, dat hier gevonden wordt, met vreugde aan U vrijwillig offeren.
18 JAHWEH, Elohim van , en , onze vaders, bewaar dit voor de aion als een vorm van plannen van het hart van Uw volk en vestig hun hart naar U toe.
19 En geef aan , mijn zoon, een volkomen hart, om Uw instructies, Uw getuigenissen en Uw statuten in acht te nemen, alles doende, en om het kasteel te bouwen dat ik voorbereidde."
20 En zei tot heel de samenkomst: "Zegent alstublieft, JAHWEH, jullie Elohim!" En heel de samenkomst zegende JAHWEH, Elohim van hun vaders en zij bogen hun hoofd en zij weirpen zich neer voor JAHWEH en voor de koning.
21 En zij offerden slachtoffers aan JAHWEH. En zij deden opstijgoffers opgaan aan JAHWEH in de ochtend van die dag: duizend jonge stieren, duizend rammen, duizend mannetjes lammeren, met hun drankoffers, en slachtoffers in veelheid voor heel .
22 En zij aten en zij dronken die dag voor het aangezicht van JAHWEH, met grote vreugde. En zij maakten , zoon van , voor de tweede keer koning en zij zalfden hem voor JAHWEH tot bewindvoerder en tot priester.
23 En zat als koning op de troon van JAHWEH, in plaats van , zijn vader. En hij was voorspoedig en heel luisterde naar hem.
24 En alle oversten en alle machtige mannen en ook alle zonen van koning gaven hun hand onder , de koning.
25 En JAHWEH maakte groot in de ogen van heel en Hij gaf op hem de koninklijke pracht, zoals die niet was op enige koning over vóór hem .
26 En , zoon van , regeerde over heel .
27 En de dagen die hij regeerde over waren veertig jaren. In regeerde hij zeven jaren en in regeerde hij drie en dertig jaren.
28 En hij stierf op een goede, grijsharige leeftijd, verzadigd van dagen, rijkdom en heerlijkheid, en , zijn zoon, werd koning in zijn plaats.
29 En de zaken van , de koning, de eerste en de laatste, aanschouw ze!, zij zijn geschreven in de annalen van , de ziener, en in de annalen van , de profeet, en in de annalen van , de visioenziener,
30 met heel zijn regering en zijn macht en de tijden die over hem passeerden en over en over alle koninkrijken van de landen.
Terug naar de indexpagina
|
|