|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 De zonen van : , en .
2 En de zonen van : , , en .
3 En de zonen van : en en ; en de zonen van : en , en .
4 verwekte ; verwekte .
5 En verwekte en verwekte ;
6 verwekte . En verwekte .
7 verwekte en verwekte .
8 En verwekte en verwekte .
9 En verwekte en verwekte .
10 En verwekte , hij die diende als priester in het huis dat bouwde in .
11 En verwekte en verwekte .
12 En verwekte en verwekte .
13 En verwekte en verwekte .
14 En verwekte en verwekte .
15 En ging mee toen JAHWEH en deed deporteren door de hand van .
16 De zonen van : , en .
17 En deze zijn de namen van de zonen van : en .
18 En de zonen van : , , en .
19 En de zonen van : en . En deze zijn de families van de Levieten, naar hun vaders.
20 Van : zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
21 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon .
22 De zonen van : zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
23 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
24 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon en zijn zoon .
25 En de zonen van : en ,
26 zijn zoon , zijn zoon en zijn zoon ,
27 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon .
28 En de zonen van : de eerstgeborene , en .
29 De zonen van : , zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
30 zijn zoon , zijn zoon en zijn zoon .
31 En dezen zijn het die installeerde op beide kanten van het lied in het huis van JAHWEH, nadat de kist tot rust kwam.
32 En zij waren het die dienst verrichtten voor het aangezicht van de verblijfplaats van de tent van de afspraak, met liederen, totdat het huis van JAHWEH bouwde in ; en zij stonden naar hun gewoonte in hun dienst.
33 En dezen waren de geïnstalleerden, met hun zonen, uit de zonen van de Kehatieten: , de zanger, zoon van , zoon van ,
34 zoon van , zoon van , zoon van, zoon van ,
35 zoon van , zoon van , zoon van , zoon van ,
36 zoon van , zoon van , zoon van , zoon van ,
37 zoon van , zoon van , zoon van , zoon van ,
38 zoon van , zoon van , zoon van , zoon van ,
39 en , zijn broeder, die stond aan zijn rechterhand, , zoon van , zoon van ,
40 zoon van , zoon van , zoon van ,
41 zoon van, zoon van , zoon van ,
42 zoon van , zoon van , zoon van ,
43 zoon van , zoon van , zoon van .
44 En de zonen van , hun broeders, stonden aan de linkerzijde: , zoon van , zoon van ,zoon van ,
45 zoon van , zoon van , zoon van ,
46 zoon van , zoon van , zoon van ,
47 zoon van , zoon van , zoon van , zoon van .
48 En hun broeders, de Levieten, waren gegeven voor alle dienst van de verblijfplaats van het huis van de Elohim.
49 En en zijn zonen deden wierook roken op het altaar van het opstijgoffer en op het wierookaltaar, voor al het werk van de heiligheid van de heiligheden en om een beschutting te maken over Israël, naar alles wat , de dienaar van Elohim, als instructie had gegeven.
50 En dezen waren de zonen van : zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
51 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
52 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
53 zijn zoon , zijn zoon .
54 En deze ware hun woonplaatsen voor hun vaste verblijfplaatsen in hun grondgebied: voor de zonen van van de familie van de Kehatieten (want voor hen was het lotdeel);
55 aan hen gaven zij , in het land van , met haar gemeenschappelijke weidegronden, rondom haar;
56 en het veld van de stad en haar gehuchten gaven zij aan , zoon van .
57 En aan de zonen van gaven zij de steden van het asiel: en , met haar gemeenschappelijke weidegronden, en en met haar gemeenschappelijke weidegronden,
58 en met haar gemeenschappelijke weidegronden, en haar gemeenschappelijke weidegronden,
59 en met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden;
60 en van het stamhuis van : met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden. Al hun steden waren dertien steden, naar hun families.
61 En aan de resterende zonen van , uit de familie van het stamhuis, uit de helft, van het halve stamhuis van , viel door het lot tien steden.
62 En aan de zonen van , naar hun families, gaf men: uit het stamhuis van , uit het stamhuis van , uit het stamhuis van en uit het stamhuis van in : dertien steden.
63 Aan de zonen van , naar hun families, gaf men: uit het stamhuis van , uit het stamhuis van en uit het stamhuis van naar het lot twaalf steden.
64 En de zonen van gaven aan de Levieten de steden met hun gemeenschappelijke weidegronden;
65 en zij gaven uit het stamhuis van de zonen van , uit het stamhuis van de zonen van en uit het stamhuis van de zonen van door het lot deze steden, die zij bij name riepen.
66 En van de families van de zonen van werden de steden van hun grondgebied, uit het stamhuis van .
67 En zij gaven aan hen de steden van het asiel: met haar gemeenschappelijke weidegronden, in het gebergte van , en met haar gemeenschappelijke weidegronden,
68 en met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden,
69 en met haar gemeenschappelijke weidegronden, en met haar gemeenschappelijke weidegronden.
70 En uit de helft van het stamhuis van : met haar gemeenschappelijke weidegronden, en met haar gemeenschappelijke weidegronden, voor de resterenden van de familie van de zonen van .
71 Aan de zonen van uit de familie van de helft van het stamhuis van : in met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden;
72 uit het stamhuis van : met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden,
73 en met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden;
74 en uit het stamhuis van : met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden,
75 en met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden;
76 en uit het stamhuis van : in met haar gemeenschappelijke weidegronden, en met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden.
77 Aan de rest van de zonen van uit het stamhuis van : met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden;
78 en vanaf de overkant van de bij , ten oosten van de , uit het stamhuis van : in de wildernis met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden,
79 en met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden;
80 en uit het stamhuis : in met haar gemeenschappelijke weidegronden, met haar gemeenschappelijke weidegronden,
81 met haar gemeenschappelijke weidegronden en met haar gemeenschappelijke weidegronden.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 7
|
|