|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 In het zeven en twintigste jaar van , koning van , werd , zoon van , koning van .
2 En hij was een zoon van zestien jaren toen hij koning werd en hij regeerde twee en vijftig jaren in . En de naam van zijn moeder was , uit .
3 En hij deed het rechte in de ogen van JAHWEH, naar alles wat , zijn vader, deed.
4 Maar de hoge plaatsen namen zij niet weg; het volk offerde nog steeds en deed wierook roken in de hoge plaatsen.
5 En JAHWEH raakt de koning aan en hij werd melaats tot aan de dag van zijn dood. En hij woonde in het huis van de quarantaine. En , de zoon van de koning, was over het huis, het volk van het land rechtsprekend.
6 En de rest van de zaken van en alles wat hij deed, zijn zij niet geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van ?
7 En lag neer bij zijn vaders; en zij begroeven hem bij zijn vaders, in de stad van . En , zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
8 In het acht en dertigste jaar van , koning van , werd , zoon van , koning over , in , zes maanden.
9 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH, zoals zijn vaders deden. Hij trok zich niet terug van de zonden van , zoon van , die hij deed zondigen.
10 En zoon van , maakte een samenzwering tegen hem en hij sloeg hem neer in aanwezigheid van het volk. En hij bracht hem ter dood en hij regeerde in zijn plaats.
11 En de rest van de zaken van aanschouw!, zij zijn geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van .
12 Het was het woord van JAHWEH dat Hij tot sprak, zeggend: "Zonen van de vierde generaties, zij zullen voor jou zitten op de troon van Israël." En zo gebeurde het.
13 , zoon van , werd koning in het negen en dertigste jaar van , koning van , en hij regeerde een maand van dagen in .
14 En , zoon van , uit , ging op en hij komt in , en hij sloeg , zoon van neer in en hij bracht hem ter dood. En hij regeerde in zijn plaats.
15 En de rest van de zaken van en zijn samenzwering die hij samenzweerde, aanschouw ze!, zij zijn geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van .
16 Dan sloeg neer en al die in haar waren en haar grondgebieden vanaf , want het opende niet. En hij sloeg het neer en haar zwangere vrouwen scheurde hij open.
17 In het negen en dertigste jaar van , koning van , werd , zoon van , koning over - tien jaren in .
18 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH. Hij trok zich niet terug van de zonden van , zoon van , die hij deed zondigen, al zijn dagen.
19 , koning van , kwam over het land en gaf aan duizend talenten zilver, zodat zijn handen bij hem zouden zijn om het koningschap in zijn hand te versterken.
20 En bracht het zilver uit vanuit , van alle machtige mannen van bekwaamheid, om aan de koning van te geven, vijftig shekels zilver per man. En de koning van keerde terug en hij bleef daar niet in het land.
21 En de rest van de zaken van en alles wat Hij deed, zijn zij niet geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van ?
22 En lag neer bij zijn vaders en , zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
23 In het vijftigste jaar van , koning van , werd , zoon van , koning over , in , twee jaren.
24 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH; hij trok zich niet terug van de zonden van , zoon van , die hij deed zondigen.
25 En , zoon van , zijn adjudant, maakte een samenzwering tegen hem en hij sloeg hem neer in , in de burcht van het huis van de koning, met en met . En met hem waren vijftig mannen van de Gileadieten. En hij bracht hem ter dood en hij regeerde in zijn plaats.
26 En de rest van de zaken van en alles wat hij deed, aanschouw ze!, ze zijn geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van .
27 In het twee en vijftigste jaar van , koning van , werd , zoon van , koning over , in , twintig jaren.
28 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH; hij trok zich niet terug van de zonden van , zoon van , die hij deed zondigen.
29 In de dagen van , koning van , kwam , koning van , en hij nam en en en en en en , al het land van , en hij deporteert hen naar .
30 En , zoon van , maakte een samenzwering, ja samenzwering tegen , zoon van , en hij sloeg hem en hij bracht hem ter dood en hij regeerde in zijn plaats, in het twintigste jaar van , zoon van .
31 En de rest van de zaken van en alles wat hij deed, aanschouw ze!, ze zijn geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van .
32 In het tweede jaar van , zoon van , koning van , werd , zoon van , koning van .
33 Een zoon van vijf en twintig jaren was hij toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaren in en de naam van zijn moeder was , dochter van .
34 En hij deed het rechte in de ogen van JAHWEH; hij deed naar alles wat , zijn vader, deed.
35 Maar de hoge plaatsen namen zij niet weg; het volk offerde nog steeds en deed wierook roken in de hoge plaatsen. Hij bouwde de bovenste poort van het huis van JAHWEH.
36 En de rest van de zaken van , die hij deed, zijn zij niet geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van ?
37 In die dagen begon JAHWEH , koning van , en , zoon van , naar te zenden.
38 En lag neer bij zijn vaders en hij werd begraven bij zijn vaders in de stad van , zijn vader. En , zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 16
|
|