|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 In het zeventiende jaar van , zoon van , werd , zoon van , koning van .
2 Een zoon van twintig jaren was toen hij koning werd en hij regeerde zestien jaren in , en hij deed niet het rechte in de ogen van JAHWEH, zijn Elohim, zoals , zijn vader.
3 En hij ging in de weg van de koningen van en ook zijn zoon deed hij door het vuur passeren, naar de afschuwelijkheden van de naties, die JAHWEH verdreef vanaf de aangezichten van de zonen van .
4 En hij offerde en hij deed wierook roken in de hoge plaatsen en op de heuvels en onder elke bloeiende boom.
5 Dan ging op, koning van , met , zoon van , koning van naar , om te strijden. En zij belegerden tegen en zij hadden niet de overhand bij het vechten.
6 In die tijd herstelde , koning van , voor en hij ontdeed zich van de Judeeërs uit . En de Edomieten kwamen binnen en zij woonden daar tot aan deze dag.
7 En zond boodschappers naar , koning van , zeggend: "Uw dienaar en uw zoon ben ik. Ga op en red mij uit de handpalm van de koning van en uit de handpalm van de koning van , die tegen mij opstaan."
8 En nam het zilver en het goud dat te vinden was in het huis van JAHWEH en in de schatkamers van het huis van de koning en hij zond een omkoopgeschenk naar de koning van .
9 En de koning van luisterde naar hem en de koning van ging op naar en hij nam haar in bezit en hij deporteerde het naar . En bracht hij ter dood.
10 En koning ging om , koning van , te ontmoeten in . En hij zag het altaar dat in was. En koning zond naar , de priester, de gelijkenis van het altaar en een model er van voor al zijn vakmanschap.
11 En , de priester, bouwde het altaar naar al wat koning zond uit ; zo deed , de priester, tot de komst van koning vanuit .
12 En de koning kwam uit en de koning zag het altaar. En de koning kwam naderbij naar het altaar en hij deed er op opgaan.
13 En hij deed zijn opstijgoffer roken en zijn erkenningsoffer, en hij bracht zijn drankoffer uit en hij sprenkelde bloed van de vrede-offers, dat van hem was, op het altaar.
14 En het koperen altaar dat voor het aangezicht van JAHWEH was, bracht hij naderbij vanaf de voorzijde van het huis, vanaf tussen het altaar en vanaf tussen het huis van JAHWEH, en hij gaf het aan de flank van het altaar, naar het noorden.
15 En koning gaf , de priester, instructie, zeggend: "Doet op het grote altaar het opstijgoffer van de ochtend roken en het erkenningsoffer van de avond en het opstijgoffer van de koning en zijn erkenningsoffer en het opstijgoffer van heel het volk van het land en hun erkenningsoffer en hun drankoffers. En alle bloed van het slachtoffer zal jij er op sprenkelen. En het koperen altaar zal er voor mij zijn om na te zoeken."
16 En , de priester, deed naar alles wat koning als instructie gaf.
17 En koning hakte de inzetstukken van de onderstellen af en hij nam van hen het wasvat weg. En de zee nam hij af van de ossen, die onder haar zijn, en hij zette hem op het stenen plaveisel.
18 En de overdekking van de sabbat, die zij bouwden in het huis, en de ingang van de koning aan de buitenzijde, keerde hij om van het huis van JAHWEH, vanwege de koning van .
19 En de rest van de zaken van , die hij deed, zijn zij niet geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van ?
20 En lag neer bij zijn vaders en hij werd begraven bij zijn vaders in de stad van . En , zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 17
|
|