|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 In het achttiende jaar van koning werd koning over .
2 Hij regeerde drie jaren in en de naam van zijn moeder was , dochter van van . En er was oorlog tussen en tussen .
3 En bond de strijd aan met een strijdmacht van machtige mannen van de oorlog, vier honderd duizend uitgekozen mannen. En stelde zich in slagorde tegen hem op voor de strijd met acht honderd duizend uitgekozen mannen, een machtige strijdmacht.
4 En stond op de berg , die was in het gebergte van , en hij zei: "Hoort, en heel !
5 Weten jullie niet dat JAHWEH, Elohim van het koningschap over gaf aan voor de aion, aan hem en aan zijn zonen, een verbond van zout?
6 Maar , zoon van , dienaar van , zoon van , stond op en hij kwam in opstand tegen zijn heer.
7 En leeghoofdige mannen, zonen van ontaardheid, werden bij hem bijeengebracht en zij maaktenn zichzelf star tegen , zoon van . En was een knaap en teer van hart en hij had geen moed voor hun aangezichten.
8 En nu zijn jullie het die zeggen je te versterken voor het aangezicht van het koninkrijk van JAHWEH in de hand van de zonen van . En jullie zijn een immense schare en bij jullie zijn gouden kalveren die voor jullie maakte als elohim.
9 Verdreven jullie niet de priesters van JAHWEH, zonen van en de Levieten? En jullie maakten voor julliezelf priesters, zoals de volken van de landen? Een ieder die komt om zijn hand te vullen met een jonge stier, een zoon van het grootvee, en zeven rammen, dan is hij priester van wat geen elohim is.
10 En wij? JAHWEH is onze Elohim en wij verlieten Hem niet. En de priesters die aan JAHWEH dienst verrichten zijn de zonen van en de Levieten zijn aan het werk,
11 en zij zijn het die opstijgoffers doen roken voor JAHWEH, ochtend na ochtend en avond na avond, en wierook van specerijen; en zij zetten een opstelling van boord op de reine tafel, en de lampenstandaard van goud en zijn lampen, om avond na avond te verteren, want wij onderhouden de opdracht van JAHWEH, onze Elohim, en jullie, jullie verlieten Hem.
12 En aanschouw!, bij ons aan het hoofd is de Elohim en Zijn priesters met trompetten van het alarmsignaal om tegen jullie te blazen. Zonen van , het moet niet zo zijn dat jullie vechten met JAHWEH, Elohim van jullie vaders, want jullie zullen niet voorspoedig zijn!"
13 En zond een hinderlaag er omheen om vanaf achter hen te komen, en zij waren voor het aangezicht van en de hinderlaag was vanaf achter hen.
14 En wendde zich om en aanschouw!, de strijd tegen hen was aan de voorkant en de achterkant, en zij schreeuwden tot JAHWEH. En de priesters bliezen in de trompetten.
15 En de mannen van schreeuwden luidkeels. En het gebeurde als de mannen van luidkeels schreeuwden, dat de Elohim en heel trof voor het aangezicht van en .
16 En de zonen van vluchtten weg van het aangezicht van en Elohim gaf hen in hun handen.
17 En en zijn volk sloegen hen neer met een immense slag en er vielen van gesneuvelden, vijf honderd duizend uitgekozen mannen.
18 En de zonen van werden in die tijd onderdanig gemaakt en de zonen van waren resoluut, want zij leunden op JAHWEH, Elohim van hun vaders.
19 En achtervolgde en hij veroverde van hem steden, en haar randgebieden, en haar randgebieden, en en haar randgebieden.
20 En behield geen energie in de dagen van . En JAHWEH trof hem en hij stierf.
21 En betoonde zich standvastig en hij verkreeg voor hemzelf veertien vrouwen en hij verwekte twee en twintig zonen en zestien dochters.
22 En de rest van de zaken van en zijn wegen en zijn woorden zijn geschreven in de uiteenzetting van de profeet.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 14
|
|