|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En het gebeurde daarna dat de zonen van en de zonen van kwamen en met hen van de ieten, om tegen oorlog te voeren.
2 En zij kwamen en zij vertelden het , zeggend: "Er komt een immense schare tegen u van de overkant van de zee, uit . En aanschouw!, zij zijn in , dat is ."
3 En hij was bang en stelde zijn aangezicht om JAHWEH te raadplegen, en hij riep een vasten uit voor heel .
4 En werd bijeen gebracht om JAHWEH te zoeken. Ook kwamen zij van alle steden van om JAHWEH te zoeken.
5 En stond op in de samenkomst van en , in het huis van JAHWEH, vóór de nieuwe hof,
6 en hij zei: "JAHWEH, Elohim van onze vaders, bent U niet Elohim in de hemelen? En U heerst over alle koninkrijken van de naties. En in Uw hand is energie en macht en er is bij U niemand die zich tegen U kan opstellen.
7 Bent U niet onze Elohim? U verdreef de inwoners van dit land van voor het aangezicht van Uw volk en U gaf het aan het zaad van , die van U hield, voor de aion.
8 En zij woonden er in en zij bouwden er voor U een heiligdom voor Uw Naam, zeggende:
9 Indien er kwaad over ons komt, zwaard, oordeel en pest en hongersnood, zullen wij staan voor het aangezicht van dit huis en voor Uw aangezicht, want Uw Naam is in dit huis. En wij zullen tot U schreeuwen vanuit onze benauwdheid, en U zal horen en U zal redden.
10 En nu, aanschouw!, de zonen van en en het gebergte van , welke U niet toestond binnen te gaan toen zij uit het land van kwamen, want zij trokken zich van hen terug en zij roeiden hen niet uit.
11 En aanschouw!, zij vergolden het ons door te komen om ons te verdrijven van Uw pachtbezit, dat U ons deed overnemen.
12 Onze Elohim, spreekt U geen recht tegen hen? Want er is in ons geen energie voor het aangezicht van deze immense schare, die tegen ons komt. En wij, wij weten niet wat wij zullen doen, maar op U zijn onze ogen gericht."
13 En heel stond voor het aangezicht van JAHWEH, ook hun peuter, hun vrouwen en hun zonen.
14 En , zoon van , zoon van , zoon van , zoon van , de Leviet, uit de zonen van , op hem was de geest van JAHWEH in het midden van de samenkomst.
15 En hij zei: "Weest aandachtig, heel en de inwoners van en de koning, , zo zegt JAHWEH tot jullie: Het moet niet zo zijn dat jullie vrezen en het moet niet zo zijn dat jullie ontsteld zijn voor het aangezicht van deze immense schare, want de strijd is niet van jullie, maar van Elohim.
16 Daalt morgen af tegen hen. Aanschouw hen!, ze gaan op in de opgang van , en jullie vinden hen in het achterste gedeelte van de wadi vóór de wildernis van
17 Het is niet aan jullie om in deze te vechten. Stelt je op, staat en ziet, de redding van JAHWEH is met jullie, en . Het moet niet zo zijn dat jullie vrezen en het moet niet zo zijn dat jullie ontsteld zijn. Gaat morgen uit tot vóór hen en JAHWEH is met jullie!"
18 En boog zijn hoofd, neusgaten naar de aarde, en heel en de inwoners van vielen vóór JAHWEH, om tot JAHWEH te aanbidden.
19 En de Levieten, uit de zonen van de Kehatieten en uit de zonen van de Korachieten, stonden op om JAHWEH, Elohim van , te lofprijzen met een weergaloos grote stem.
20 En zij stonden vroeg in de ochtend op en zij gingen uit naar de wildernis van . En bij hun uitgaan stond en hij zei: "Hoort mij, en inwoners van , gelooft in JAHWEH, jullie Elohim, en jullie zullen geloofd worden; gelooft in Zijn profeten en weest voorspoedig!"
21 En hij beraadslaagde met het volk en hij installeerde zangers voor JAHWEH en die lofprijzen tot eer van Zijn heiligheid, bij het uitgaan tot vóór de uittrekkende en die zeggen: "Juicht toe naar JAHWEH, want Zijn vriendelijkheid is voor de aion."
22 Op het moment dat zij begonnen met gejubel en lofprijzing, gaf JAHWEH hinderlaagleggers tegen de zonen van , en het gebergte van , die naar kwamen; en zij werden verslagen.
23 En de zonen van en stonden op tegen de inwoners van het gebergte van , om hen te verdoemen en uit te roeien. En toen zij de inwoners van afgemaakt hadden, hielp een ieder zijn naaste tot verderf.
24 En kwam op de wachttoren in de wildernis en zij keren hun aangezicht naar de schare. En aanschouw!, hun lijken waren naar de aarde gevallen en er was geen ontkoming.
25 En en zijn volk kwamen om hun buit te plunderen, en zij vonden bij hen in veelheid: goederen en lijken en voorwerpen van begeerlijkheden; en zij ontrukten voor zich tot het niet te dragen was. En zij plunderden de buit drie dagen, want er was veel.
26 En in de vierde dag kwamen zij samen in de vallei van , want daar zegenden zij JAHWEH. Daarom noemen zij de naam van die plaats "vallei van , tot op vandaag.
27 En alle mannen van en keerden terug, en was aan hun hoofd om terug te keren naar met vreugde, want JAHWEH deed hen verheugen over hun vijanden.
28 En zij kwamen binnen met citers en met harpen en met trompetten, naar het huis van JAHWEH.
29 En er was ontzag voor Elohim over alle koninkrijken van de landen, toen zij hoorden dat JAHWEH vocht met de vijanden van .
30 En het koninkrijk van was rustig, want zijn Elohim gaf hen rust, rondom.
31 En regeerde over . Hij was een zoon van vijf en dertig jaren toen hij koning werd en hij regeerde vijf en twintig jaren in . En de naam van zijn moeder was , dochter van .
32 En hij ging in de weg van zijn vader en hij trok zich er niet van terug, het oprechte doende in de ogen van JAHWEH.
33 Maar de hoge plaatsen namen zij niet weg en nog steeds vestigde het volk hun hart niet op de Elohim van hun vaders.
34 En de rest van de zaken van , de eersten en de laatsten, aanschouw hen!, zij zijn geschreven in de annalen van , zoon van , die hij opnam in de boekrol van de koningen van .
35 Daarna voegde , koning van , zich samen met , koning van , die slecht handelde in zijn doen.
36 En hij maakte een partnerschap met hem om schepen te maken om naar te gaan. En zij maakten schepen in .
37 En , zoon van , uit , profeteerde uit zichzelf tegen , zeggend: "Omdat jij jezelf samenvoegde met , slaat JAHWEH een bres in jouw daden. En de schepen werden gebroken en zij stuurden niet om naar te gaan.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 21
|
|