|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En toen dit alles was beëindigd, ging heel , dat gevonden werd, uit naar de steden van en zij braken de monumenten af en zij hakten de Asjerapalen om en zij braken de hoge plaatsen en altaren af van heel en en in en , tot ze klaar waren. En alle zonen van keerden terug, een ieder naar zijn grondbezit, naar hun steden.
2 En installeerde de afdelingen van de priesters en de Levieten, naar hun afdelingen, ieder overeenkomstig zijn dienst voor de priesters en voor de Levieten, voor het opstijgoffer en voor vredeoffers, om dienst te verrichten en om te lofprijzen in de poorten van de legerkampen van JAHWEH.
3 En de toegewezen bijdrage van de koning van zijn goederen was voor de opstijgoffers van de ochtend- en de avond, en de opstijgoffers waren voor de sabbatten en voor de nieuwe manen en voor de afgesproken feesten, zoals geschreven in de wet van JAHWEH.
4 En hij zei tot het volk, tot de inwoners van , de toegewezen bijdrage te geven voor de priesters en de Levieten, opdat zij standvastig zouden zijn in de wet van JAHWEH.
5 En toen het woord doorbrak brachten de zonen van veel eerste vruchten van het graan, druivensap en helder gemaakte olie en honing en alle opbrengst van het veld, en zij brachten een tiende van alles in veelheid.
6 En de zonen van en , die woonden in de steden van , ook zij brachten een tiende van het grootvee en het kleinvee, en een tiende van de heilige offers die geheiligd waren voor JAHWEH, hun Elohim. En zij geven graanstapels na graanstapels.
7 In de derde maand begonnen zij om de graanstapels te funderen en in de zevende maand beëindigden zij het.
8 En en de oversten kwamen en zij zagen de graanstapels en zij zegenden JAHWEH en Zijn volk .
9 En deed navraag bij de priesters en de Levieten over de graanstapels.
10 En , de hogepriester van het huis van , sprak met hem, en hij zei: "Vanaf het beginnen van het brengen van het hefoffer naar het huis van JAHWEH is er eten en worden we verzadigd en houden we over in veelheid, want JAHWEH zegende Zijn volk. En het resterende is deze overvloed."
11 En zei vertrekken gereed te maken in het huis van JAHWEH. En zij maakten ze gereed.
12 En zij brachten in betrouwbaarheid het hefoffer en de tiende en de heilige offers. En over hen was , de Leviet, de bewindvoerder en , zijn broeder, was tweede.
13 En en en en en en en en en en waren opzichters onder de hand van en , zijn broeder, door de aanstelling van , de koning, en , was de bewindvoerder van het huis van de Elohim.
14 En , zoon van , de Leviet, de poortwachter van de Oostpoort, was aangesteld over de vrijwillige offers voor de Elohim, voor het geven van het hefoffer aan JAHWEH en de heiligheden van de heilige offers.
15 En op zijn hand waren en en en en in de steden van de priesters, in betrouwbaarheid gevend aan hun broeders, naar hun afdelingen, aan groot zowel als klein,
16 voor mannelijken van de zoon vanaf drie jaren en daarboven, afgezien van hun registreren, voor allen die kwamen naar het huis van JAHWEH, voor hun zaak van de dag, op zijn dag, voor hun dienst, naar hun opdrachten, volgens hun afdelingen.
17 En de priesters registreerden zich naar het huis van hun vaders, en de Levieten vanaf een zoon van twintig jaren en daarboven, naar hun opdrachten, volgens hun afdelingen.
18 En zij werden geregistreerd met al hun peuters, hun vrouwen en hun zonen en hun dochters, voor heel de samenkomst, want in hun betrouwbaarheid heiligden zij zich in heiligheid.
19 En voor de zonen van , de priesters, in de velden van de gemeenschappelijke weidegrond van hun steden, waren er in elke stad per stad mannen die bij naam gespecificeerd werden om aan elke mannelijke onder de priesters toegewezen porties te geven en aan elk die zich registreerde onder de Levieten.
20 En deed zoals dit in heel en hij deed het goede en het rechte en de waarheid voor het aangezicht van JAHWEH, zijn Elohim.
21 En alle werkzaamheid die hij begon in de dienst van het huis van de Elohim en onder de wet en onder de instructie, ernstig zijn Elohim zoekend, deed hij met heel zijn hart. En hij was voorspoedig.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 32
|
|