Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Ester
Hoofdstuk 1

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)

DE STRUCTUUR VAN HET BOEK ESTER
1:1.   Ahasveros - heerschappij - omvang koninkrijk.
1:2-2:20.     Ahasveros - op zijn troon.
2:21-23.       Mordechai - ontdekking van het plan (Bigtan en Teres).
3:1-15.         Haman - zijn plan.
4:1-3.           Mordechai - ontdekking van Hamans plan.
4:4-5-14.             Ester - haar tussenkomst.
6:1.     Ahasveros - op zijn bed.
6:2,3.       Mordechai - het onderzoek door de koning.
6:4-9.         Haman - het onderzoek door de koning.
6:10-14.            Mordechai - het bevel van de koning.
7:1.              Ester - haar feestmaal.
7:2a.     Ahasveros - de koning aan Esters tafel.
7:2b.       De koning - onderzoek en belofte.
7:3-4.         Ester - smeekbede voor leven.
7:5-10.           De koning - onderzoek en toorn.
8:1a.             Ester - haar koninklijke geschenk.
8:1b,2.     Ahasveros - op zijn troon.
8:3-6.       Ester - smeekbede voor haar volk.
8:7-17.         De koning - bevel.
9:1-28.           Ester - smeekbede voor haar volk.
9:29-32.             Ester - haar koninklijk gezag.
10:1-3.   Ahasveros - heerschappij - omvang koninkrijk.


1 En het gebeurde in de dagen van AhasverosAhasveros = sjah der sjahs, dat AhasverosAhasveros = sjah der sjahs regeerde van IndiaIndia = lichaam van water, verwijzend naar de rivier de Indus tot aan KushKush = zwart, honderd en zeven en twintig provincies. En tijdens de regering van Ahasveros, bij het begin van zijn heerschappij, schreven zij een aanklacht tegen hen die in Juda en Jeruzalem verblijven (SW)[Ezra 4:6]
2 In die dagen, toen de koning zat op de troon van zijn koninkrijk, die in het kasteel van SusanSusan = lelie stond,
3 in het derde jaar van zijn regeren, maakte hij een feestmaal voor al zijn oversten en zijn dienaren: de strijdmacht van PerziëPerzië = zuiver of prachtig en MediëMedië = land in het midden, de hooggeborenen en oversten van de provincies waren voor zijn aangezicht,
4 toen hij de rijkdom van de heerlijkheid van zijn koninkrijk liet zien en de achting van de schoonheid van zijn grootheid, vele dagen, honderd en tachtig dagen.
5 En toen deze dagen vervuld werden maakte de koning voor heel het volk dat in het kasteel van SusaSusa = lelie gevonden werd, van groot tot klein, een feestmaal, zeven dagen, in de hof van de tuin van het landhuis van de koning.
6 Gebleekte katoen en blauwe wol hingen aan koordlijnen van fijn linnen en purper aan zilveren ringbanden en marmeren kolommen en rustbanken van goud en zilver op een plaveisel van porfier*1) en marmer en parelmoer en zwart marmer.
7 En men deed drinken uit gouden vaten, en sommige vaten verschilden van andere vaten, en veel wijn was uit het koninkrijk naar de hand van de koning.
8 En het drinken ging naar het edict: Men hoefde zich geen moeite te maken, want de koning maakte de overweging voor elke bevelhebber van zijn huis om te doen naar ieders welgevallen.
9 Ook maakte WastiWasti = de begeerde, de koningin, een feestmaal voor de vrouwen in het huis van het koninkrijk van koning AhasverosAhasveros = sjah der sjahs.
10 In de zevende dag, toen het hart van de koning goed was door de wijn, zei hij tot MehumanMehuman = betrouwbaar, BizzetaBizzeta = buit, CharbonaCharbona = ezeldrijver, BigtaBigta = gave van God en AbagtaAbagta = door God geschonken, ZetarZetar = overwinnaar en KarkasKarkas = streng, zeven van de eunuchen die dienst verrichtten voor het aangezicht van koning AhasverosAhasveros = sjah der sjahs,
11 om WastiWasti = de begeerde, de koningin, voor het aangezicht van de koning te brengen, met de diadeem van het koninkrijk, om de volken en de oversten haar schoonheid te doen zien, want zij was goed van verschijning.
12 Maar koningin WastiWasti = de begeerde weigerde om te komen naar het woord van de koning, dat door de hand van de eunuchen was overgebracht. En de koning was uitermate driftig en zijn woede verteerde hem.
13 En de koning sprak tot de wijze mannen die de tijden kennen, want zo was de zaak van de koning voor het aangezicht van allen die kennis hebben van het edict en berechting.
14 En die hem nabij zijn waren KarsenaKarsena = slank, SetarSetar = ster, AdmataAdmata = onoverwonnen, TarsisTarsis = turkoois, MeresMeres = waardig, MarsenaMarsena = waardig, MemuchanMemuchan = tovenaar, zeven van de oversten van PerziëPerzië = zuiver of prachtig en MediëMedië = land in het midden, die het aangezicht zagen van de koning, die als eersten zitten in het koninkrijk.
15 "Naar welk edict zullen wij doen met koningin WastiWasti = de begeerde, omdat zij niet deed naar het gezegde dat koning AhasverosAhasveros = sjah der sjahs zei door de hand van de eunuchen?"
16 En MemuchanMemuchan = tovenaar zei voor het aangezicht van de koning en de leiders: "Het was niet tegen alleen de koning zelf dat koningin WastiWasti = de begeerde verdorven handelde, maar ook tegen alle oversten en tegen alle volken die in alle provincies van koning AhasverosAhasveros = sjah der sjahs zijn.
17 Want de zaak van de koningin zal uitgaan naar alle vrouwen en hen hun bezitters doen verachten in hun ogen, als ze zeggen: Koning AhasverosAhasveros = sjah der sjahs zei dat men WastiWasti = de begeerde, de koningin, voor zijn aangezicht zou brengen; en zij kwam niet.
18 En deze dag zullen de voornaamste dames van PerziëPerzië = zuiver of prachtig en MediëMedië = land in het midden, die de zaak van de koningin hoorden, ook zo spreken tegen alle oversten van de koning, en er zal een onverdraaglijk quotum van verachting en driftigheid zijn.
19 Indien de koning het goed vindt zal er een woord van zijn koninkrijk uitgaan van voor zijn aangezicht en het zal geschreven worden in de edicten van PerziëPerzië = zuiver of prachtig en MediëMedië = land in het midden en het zal niet passeren, dat WastiWasti = de begeerde niet kwam voor het aangezicht van koning AhasverosAhasveros = sjah der sjahs, en haar koninklijke positie zal de koning geven aan haar naaste, die beter is dan zij.
20 En de beschikking van de koning wordt aangekondigd, dat men zo zal doen in heel zijn koninkrijk, immens als het is, dat alle vrouwen achting zullen geven aan hun bezitters, van de grote tot aan de kleine."
21 En het woord was goed in de ogen van de koning en de oversten, en de koning deed naar het woord van MemuchanMemuchan = tovenaar.
22 En men zond brieven naar alle provincies van de koning, van provincie tot provincie, naar het geschrevene, en van volk tot volk, in hun gesproken taal, dat elke man in zijn huishouding bestuurt en spreekt in de gesproken taal van zijn volk.

*1) - Porfier (ook wel: porfirisch gesteente) is een stollingsgesteente met een typische textuur van relatief grote fenocrysten in een grondmassa van kleinere kristallen, bv. graniet.

Terug naar de indexpagina
Naar Ester 2
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinde zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.