|
(Ga met de muis op een naam staan, dan ziet u de betekenis)
1 Wie zal jou als broeder aan mij geven, zuigend aan de borsten van mijn moeder? Ik vond jou buitenshuis, ik kuste jou. Ook is er niemand die mij veracht.
2 Ik leid jou en ik breng jou naar het huis van mijn moeder. Zij onderwees mij. Ik geef jou te drinken van de gekruide wijn, van het vruchtensap van mijn granaatappel.
3 Zijn linker arm is onder mijn hoofd en zijn rechter arm omhelst mij.
4 Ik bezweer jullie, dochters van , waarom maken jullie wakker en waarom wekken jullie de liefde op voordat zij behagen schept?
5 Wie is deze die opgaat vanaf de wildernis, leunend op de arm, op haar lieveling? Onder de abrikozenboom maakte ik jou wakker; daar was jouw moeder in krampen van jou. Daar was zij in krampen en baarde zij jou.
6 Plaats mij als het zegel op jouw hart, als het zegel op jouw arm, want liefde is sterk als de dood; jaloersheid is hard als het dodenrijk, haar brandende kolen zijn als brandende kolen van vuur, een vuurgloed van JAH.
7 Vele wateren kunnen niet de liefde uitdoven en rivieren zullen haar niet overspoelen. Indien een man alle weelde van zijn huis geeft vanwege de liefde, zal men hem verachten, ja verachten.
8 Wij hebben een kleine zuster en zij heeft geen borsten. Wat zullen wij voor onze zus doen in de dag dat over haar wordt gesproken?
9 Indien zij een muur zou zijn, dan zouden wij op haar een zilveren booggang bouwen, en indien zij een deur zou zijn, dan zouden we haar schragen met een plank van cederhout.
10 Ik ben een muur en mijn borsten zijn als torens. Toen werd ik in zijn ogen als iemand die vrede vindt.
11 Voor was er een wijngaard in . Hij gaf de wijngaard aan de beheerders. Elk bracht voor zijn vrucht duizend stukken zilver.
12 Ik heb mijn wijngaard, die voor mijn aangezicht. De duizend zijn voor jou, , en twee honderd voor de beheerders van zijn vrucht.
13 Die wonen in de tuinen, deelgenoten die acht geven op jouw stem, laat het mij horen!
14 Ren weg, mijn lieveling, en wees gelijkend op een gazelle, of een reekalf van de herten op de bergen van geurige stoffen!
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 1
|
|