|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 En het was in dat jaar, in het begin van het koningschap van , koning van , in het vierde jaar, in de vijfde maand, dat , zoon van , de profeet, die uit was, tot mij sprak in het huis van JAHWEH, voor de ogen van de priesters en heel het volk, zeggend:
2 Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van , zeggend: Ik zal het juk van de koning van verbreken.
3 In nog twee jaren van dagen zal Ik tot deze plaats alle voorwerpen van het huis van JAHWEH terugbrengen, die , koning van , nam vanaf deze plaats en naar bracht.
4 En , zoon van , koning van , en heel de deportatie van die naar zijn gekomen, zal Ik terugbrengen naar deze plaats, zegt JAHWEH met nadruk, want Ik zal het juk van de koning van verbreken.
5 En , de profeet, sprak tot , de profeet, voor de ogen van de priesters en voor de ogen van heel het volk die in het huis van JAHWEH stonden.
6 En , de profeet, zei: Amen, zo moge JAHWEH doen. JAHWEH moge jouw woorden bevestigen die jij profeteerde, om de voorwerpen van het huis van JAHWEH terug te doen keren en heel de deportatie, vanaf naar deze plaats.
7 Echter, hoor alstublieft dit woord dat ik in jouw oren spreek en in de oren van heel het volk.
8 De profeten die vóór mij en vóór jou waren, vanaf de aion, profeteerden tot vele landen en tot grote koninkrijken, over oorlog en over kwaad en over de pest.
9 De profeet die vrede profeteert, wanneer het woord van de profeet waar wordt, zal de profeet bekend worden, dat JAHWEH hem in waarheid zond.
10 En , de profeet, nam de jukbalk vanaf de hals van , de profeet, en hij breekt hem.
11 En sprak voor de ogen van heel het volk, zeggend: Zo zegt JAHWEH: Zo zal Ik het juk van , koning van , verbreken, in nog twee jaren van dagen, vanaf de hals van al de naties. En , de profeet, ging zijn weg.
12 En het woord van JAHWEH kwam tot , nadat , de profeet, de jukbalk vanaf de hals van , de profeet, had verbroken, zeggend:
13 Ga en spreek tot , zeggend: Zo zegt JAHWEH, jij verbrak jukbalken van hout, maar jij zal in plaats van hen jukbalken van ijzer maken.
14 Want zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van : Ik geef een ijzeren juk op de hals van al deze naties, om , koning van , te dienen. En zij zullen hem dienen en ook het dier van het veld geef Ik aan hem.
15 En , de profeet, zegt tot , de profeet: Luister, alstublieft, . JAHWEH zond jou niet en jij deed dit volk vertrouwen op onwaarheid.
16 Daarom, zo zegt JAHWEH, aanschouw, Ik zend jou weg van de oppervlakte van de grond! Dit jaar zal jij sterven, want jij sprak koppigheid tot JAHWEH.
17 En , de profeet, sterft in dat jaar, in de zevende maand.
Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 29
|
|