|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 In die tijd, zegt JAHWEH met nadruk, ben Ik tot Elohim voor alle families van en zij zullen voor Mij tot volk zijn.
2 Zo zegt JAHWEH: Het volk vindt genade in de wildernis, de overlevenden van het zwaard, om te gaan om hun respijt te vinden - .
3 Van verre verscheen JAHWEH tot mij. Met een aionische liefde heb ik jou lief. Daarom trek Ik jou met getrouwheid.
4 Ik zal jou opnieuw bouwen. En jij zal gebouwd worden, maagd van . Opnieuw zal jij jouw tamboerijnen versieren en zal jij uit gaan in een reidans van pleziermakers.
5 Opnieuw zal jij wijngaarden planten op de bergen van . Planters planten en zij beginnen te benutten.
6 Want er komt een dag dat de veldwachters roepen in het gebergte van : Staat op, dan gaan wij naar , naar JAHWEH, onze Elohim.
7 Want zo zegt JAHWEH: Jubelt met vreugde voor en maakt een schril geluid over het hoofd van de naties. Kondigt aan, lofprijst, en zegt: JAHWEH, red Uw volk, het overblijfsel van .
8 Zie, Ik breng hen vanaf het land van het noorden en Ik roep hen bijeen vanaf de uithoeken van de aarde. Onder hen zijn de blinde en de verlamde, de zwangere en de barende tezamen, een grote samenkomst. Zij zullen hierheen terugkeren.
9 Met huilen zullen zij komen en met smeekbeden zal Ik hen halen en Ik zal hen doen gaan naar wadi's van water, op een rechte weg. Zij zullen op haar niet struikelen, want Ik ben voor tot Vader en is Mijn eerstgeborene.
10 Hoort het woord van JAHWEH, naties, en vertelt in de verre kustlanden, en zegt: Die wande zal hem bijeenroepen en Hij bewaakt hen als een herder zijn bijeengedreven kudde.
11 Want JAHWEH koopt vrij en Hij lost zijn schuld in vanuit de hand van die niet aan hem toegeeft.
12 En zij komen en zij jubelen op de hoogte van en zij stralen over de goedheid van JAHWEH, over graan en over druivensap en over helder gemaakte olie en over de zonen van het kleinvee en het grootvee. En hun ziel wordt als een rijk bevloeide tuin en zij zullen niet meer doorgaan met wegkwijnen.
13 Dan zal de maagd zich verheugen in de reidans, tezamen met de uitgekozen jongemannen en de oude mannen. En Ik keer hun rouw om in opgetogenheid en Ik troost hen en Ik doe hen verheugen, weg van hun kwelling.
14 En Ik oververzadig de ziel van de priesters met rijkdom en Mijn volk zal verzadigd worden met Mijn goedheid, zegt JAHWEH met nadruk.
15 Zo zegt JAHWEH: Een geluid wordt gehoord in , een klaagzang, een huilen van bitterheden, , huilend over haar zonen. Ze weigert getroost te worden over haar zonen, want zij zijn niet.
16 Zo zegt JAHWEH: Weerhoud jouw stem van huilen en jouw ogen van tranen, want er is beloning voor jouw totstandbrenging, zegt JAHWEH met nadruk. En zij zullen terugkeren vanaf het land van de vijand.
17 Want er is hoop voor jouw nakomelingschap, zegt JAHWEH met nadruk, want jouw zonen zullen terugkeren naar hun grondgebied.
18 Ik hoor, ja hoor, zichzelf bejammeren. U disciplineerde mij en ik word gedisciplineerd zoals een kalf dat nog niet werd onderwezen. Herstel mij en ik zal terugkeren, want U bent JAHWEH, mijn Elohim.
19 Want na mijn afkeren had ik spijt en nadat ik geïnformeerd was gaf ik me een klap op de dij. Ik sta beschaamd en ook word ik rood van schaamte, want ik draag de smaad van mijn jeugd.
20 Is voor Mij een kostbare zoon of een kind van verrukkingen? Want zo vaak als Ik tot hem spreek, zal Ik hem zeker nog gedenken. Daarom maken Mijn inwendige delen rumoer over hem; mededogen hebbend heb Ik mededogen met hem, zegt JAHWEH met nadruk.
21 Stel voor jouzelf ruwe steenhopen op! Plaats voor jou wegwijzers. Stel jouw hart op de hoofdweg, de weg die jij ging. Keer terug, maagd van , keer terug naar deze, jouw steden!
22 Tot wanneer zal jij jezelf ontwijkend maken, de afvallige dochter? Want JAHWEH schiep een nieuw ding op de aarde: een vrouwelijke zal een machtige omringen.
23 Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van : Opnieuw zullen zij dit woord in het land van spreken en in zijn steden, wanneer Ik hun krijgsgevangenschap omkeer. JAHWEH zal jouw zegenen, hoeve van rechtvaardigheid, berg van de heiligheid.
24 En zij wonen in haar, en al zijn steden tezamen, boeren en die met de bijeengedreven kudde reizen.
25 Want Ik zal de flauwvallende ziel oververzadigen en elke ziel die wegkwijnt zal Ik vullen.
26 Daarop ontwaakte ik en ik zag. En mijn slaap was beminnelijk voor mij.
27 Aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik het huis van en het huis van zal zaaien, het zaad van de mens en het zaad van het beest.
28 En het zal zijn dat zoals ik waakzaam was over hen om uit te plukken en af te breken en om te slopen en te vernietigen en om te vermorzelen, zo zal Ik waakzaam over hen zijn om te bouwen en te planten, zegt JAHWEH met nadruk.
29 In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders aten onrijpe druiven en de tanden van de zonen werden afgesleten.
30 Maar veeleer zal ieder sterven in zijn verdorvenheid; van elke mens die eet van de onrijpe druiven zullen zijn tanden afgesleten worden.
31 Aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik een nieuw verbond snij met het huis van en met het huis van ,
32 niet zoals het verbond dat Ik sneed met hun vaders in de dag dat Ik Mij vasthield aan hun hand om hen te doen uitgaan vanaf het land van , Mijn verbond dat zij annuleerden, terwijl Ik hen bezat, zegt JAHWEH met nadruk.
33 Want dit is het verbond dat Ik na deze dagen zal snijden met het huis van , zegt JAHWEH met nadruk. Ik geef Mijn wet in hun binnenste en op hun hart zal Ik haar schrijven. En Ik zal voor hen tot Elohim worden en zij zullen voor Mij tot volk zijn.
34 En zij zullen niet meer onderwijzen, een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder, zeggend: Kent JAHWEH!, want zij allen zullen Mij kennen, vanaf hun kleine tot aan hun grote, zegt JAHWEH met nadruk. Want Ik zal hun verdorvenheid en hun zonde vergeven, Ik zal er niet meer aan denken.
35 Zo zegt JAHWEH, Die de zon geeft voor licht overdag, de statuten van maan en sterren voor licht bij nacht, Die de zeeën splijt en zijn golven rumoer doet maken. JAHWEH van legermachten is Zijn Naam.
36 Indien deze statuten verwijderd worden van voor Mijn aangezicht, zegt JAHWEH met nadruk, zal ook het zaad van ophouden een natie te zijn voor Mijn aangezicht, alle dagen.
37 Zo zegt JAHWEH: Indien de hemelen tot aan boven gemeten zouden worden en de fundamenten van de aarde tot aan beneden onderzocht zouden worden, dan ook zal Ik het gehele zaad van verwerpen vanwege al wat zij doen, zegt JAHWEH met nadruk.
38 Aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, en de stad zal gebouwd worden voor JAHWEH, vanaf de toren van tot aan de Hoekpoort.
39 En het meetlint van de maat gaat verder langs zijn voorkant op de heuvel van en hij gaat er omheen naar ,
40 en heel de vallei van de lijken en de vettige as en alle plantages tot aan de wadi van , tot aan de hoek van de Paardenpoort, naar het oosten, zal heiligheid voor JAHWEH zijn; ze zal niet uitgeplukt worden en niet meer gesloopt worden, voor de aion.
Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 32
|
|