|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 En het woord van JAHWEH kwam voor de tweede keer tot , toen hij nog in vrijheidsbeperking was in de hof van de gevangenis, zeggend:
2 Zo zegt JAHWEH Die het maakt, JAHWEH Die het vorm geeft om het te vestigen. JAHWEH is Zijn Naam.
3 Roep tot Mij en Ik zal jou antwoorden en Ik zal jou grote dingen vertellen en ontoegankelijke dingen die jij niet weet.
4 Want zo zegt JAHWEH, Elohim van , over de huizen van deze stad en over de huizen van de koningen van , die afgebroken zijn voor de aarden wallen en voor het zwaard,
5 die gekomen zijn om te vechten met de Chaldeeën en om ze te vullen met lijken van de mensen die Ik neersloeg in Mijn boosheid en in Mijn woede en voor wie Ik Mijn aangezicht verborg, van deze stad, vanwege al hun kwaad.
6 Aanschouw, Ik doe voor haar herstel en gezondheid opgaan en Ik genees hen en Ik onthul aan hen de zoete geur van vrede en waarheid.
7 En Ik zal de krijgsgevangenschap van doen terugkeren en de krijgsgevangenschap van en Ik bouw hen als in het begin.
8 En Ik zal hen reinigen van al hun verdorvenheid waarmee zij tegen Mij zondigden. En Ik zal al hun verdorvenheden vergeven waarmee zij tegen Mij zondigden en waarmee zij tegen Mij overtraden.
9 En het zal voor Mij tot een naam van opgetogenheid worden, voor lofprijzing en voor schoonheid, voor alle naties van de aarde, die al het goede zullen horen dat Ik voor hen doe. En zij zullen ontzag hebben en verontrust zijn over al het goede en over alle vrede die Ik voor haar maak.
10 Zo zegt JAHWEH: Opnieuw zal in deze plaats gehoord worden (waarvan jullie zeggen: Ze is verlaten, want er is geen mens en er is geen beest in de steden van en in de troosteloos geworden straten van is er geen mens en is er geen inwoner en is er geen beest)
11 het geluid van opgetogenheid en het geluid van vreugde, de stem van de bruidegom en de stem van de bruid, de stem van die zeggen: Juicht JAHWEH van legermachten toe, want JAHWEH is goed, want Zijn getrouwheid is tot de aion! Die een toejuichoffer brengen in het huis van JAHWEH; want Ik zal de krijgsgevangenschap van het land doen omkeren, zoals in het begin, zegt JAHWEH.
12 Zo zegt JAHWEH van legermachten: Opnieuw zal er in deze plaats, die verlaten is, waar geen mens is of een beest, en in zal zijn steden een hoeve voor herders die hun kudde kleinvee doen neerliggen,
13 in de steden van het gebergte, in de steden van het lage voorgebergte en in de steden van de en in het land van en rondom en in de steden van . Opnieuw zal de kudde kleinvee passeren onder de handen van de teller, zegt JAHWEH.
14 Aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik het goede woord zal volbrengen dat Ik sprak tot het huis van en over het huis van .
15 In die dagen en in die tijd zal Ik voor een Spruit van rechtvaardigheid doen ontspruiten en hij brengt oordeel en rechtspleging in het land.
16 In die dagen zal gered worden en zal in vertrouwen verblijven. En dit is wat men tot haar zal roepen: JAHWEH, onze Rechtvaardigheid.
17 Want zo zegt JAHWEH: Van zal niemand afgesneden worden die zit op de troon van het huis van .
18 En wat de priesters, de Levieten, betreft, niemand zal afgesneden worden van voor Mijn aangezicht die een opstijgoffer offert en het erkenningsoffer doet roken en alle dagen een slachtoffer brengt.
19 En het woord van JAHWEH kwam tot , zeggend:
20 Zo zegt JAHWEH: Indien jullie Mijn verbond met de dag en Mijn verbond met de nacht annuleren, zodat dag en nacht niet op hun tijd komen,
21 dan zal ook Mijn verbond met , Mijn dienaar, geannuleerd worden, zodat hij geen zoon heeft die regeert op zijn troon, en dat met de Levieten, de priesters, die Mijn dienst verrichten.
22 Zoals het leger van de hemelen niet genummerd zal worden en het zand van de zee niet gemeten, zo zal Ik het zaad van , Mijn dienaar, vermeerderen, en de Levieten die Mijn dienst verrichten.
23 En het woord van JAHWEH kwam tot , zeggend:
24 Heb jij niet waargenomen wat dit volk sprak, zeggend: De twee families die JAHWEH onder hen koos, verwerpt Hij hen? En Mijn volk versmaden zij om nog langer een natie te zijn voor hun aangezichten.
25 Zo zegt JAHWEH: Indien Mijn verbond niet dag en nacht staat en Ik de statuten van hemelen en aarde niet plaats,
26 zal Ik ook het zaad van en , Mijn dienaar, verwerpen, tegen het nemen van het zaad van die heersen over het zaad van , en . Want Ik zal hun krijgsgevangenschap doen omkeren, want Ik heb mededogen met hen.
Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 34
|
|