Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jeremia
Hoofdstuk 33

Jeremia leefde van ca. 645 tot ca. 587 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam dan ziet u de betekenis)


1 En het woord van JAHWEH kwam voor de tweede keer tot JeremiaJeremia = verhogen doet JAH, toen hij nog in vrijheidsbeperking was in de hof van de gevangenis, zeggend:
2 Zo zegt JAHWEH Die het maakt, JAHWEH Die het vorm geeft om het te vestigen. JAHWEH is Zijn Naam.
3 Roep tot Mij en Ik zal jou antwoorden en Ik zal jou grote dingen vertellen en ontoegankelijke dingen die jij niet weet.
4 Want zo zegt JAHWEH, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God, over de huizen van deze stad en over de huizen van de koningen van JudaJuda = lof, die afgebroken zijn voor de aarden wallen en voor het zwaard,
5 die gekomen zijn om te vechten met de Chaldeeën en om ze te vullen met lijken van de mensen die Ik neersloeg in Mijn boosheid en in Mijn woede en voor wie Ik Mijn aangezicht verborg, van deze stad, vanwege al hun kwaad.
6 Aanschouw, Ik doe voor haar herstel en gezondheid opgaan en Ik genees hen en Ik onthul aan hen de zoete geur van vrede en waarheid.
7 En Ik zal de krijgsgevangenschap van JudaJuda = lof doen terugkeren en de krijgsgevangenschap van IsraëlIsraël = strijder van God en Ik bouw hen als in het begin.
8 En Ik zal hen reinigen van al hun verdorvenheid waarmee zij tegen Mij zondigden. En Ik zal al hun verdorvenheden vergeven waarmee zij tegen Mij zondigden en waarmee zij tegen Mij overtraden.
9 En het zal voor Mij tot een naam van opgetogenheid worden, voor lofprijzing en voor schoonheid, voor alle naties van de aarde, die al het goede zullen horen dat Ik voor hen doe. En zij zullen ontzag hebben en verontrust zijn over al het goede en over alle vrede die Ik voor haar maak.
10 Zo zegt JAHWEH: Opnieuw zal in deze plaats gehoord worden (waarvan jullie zeggen: Ze is verlaten, want er is geen mens en er is geen beest in de steden van JudaJuda = lof en in de troosteloos geworden straten van JeruzalemJeruzalem : stad van (de god) Salem - vredestichter is er geen mens en is er geen inwoner en is er geen beest)
11 het geluid van opgetogenheid en het geluid van vreugde, de stem van de bruidegom en de stem van de bruid, de stem van die zeggen: Juicht JAHWEH van legermachten toe, want JAHWEH is goed, want Zijn getrouwheid is tot de aion! Die een toejuichoffer brengen in het huis van JAHWEH; want Ik zal de krijgsgevangenschap van het land doen omkeren, zoals in het begin, zegt JAHWEH. Juicht JAHWEH toe, want Hij is goed, want Zijn vriendelijkheid is voor de aion (SW) [1kron. 16:34]
12 Zo zegt JAHWEH van legermachten: Opnieuw zal er in deze plaats, die verlaten is, waar geen mens is of een beest, en in zal zijn steden een hoeve voor herders die hun kudde kleinvee doen neerliggen,
13 in de steden van het gebergte, in de steden van het lage voorgebergte en in de steden van de NegevNegev = zuiderland - de woestijn in het zuiden van Israël en in het land van BenjaminBenjamin = zoon van de rechterzijde - gelukskind en rondom JeruzalemJeruzalem : stad van (de god) Salem - vredestichter en in de steden van JudaJuda = lof. Opnieuw zal de kudde kleinvee passeren onder de handen van de teller, zegt JAHWEH.
14 Aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik het goede woord zal volbrengen dat Ik sprak tot het huis van IsraëlIsraël = strijder van God en over het huis van JudaJuda = lof.
15 In die dagen en in die tijd zal Ik voor DavidDavid = lieveling een Spruit van rechtvaardigheid doen ontspruiten en hij brengt oordeel en rechtspleging in het land. 5 Zie!, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik voor David een rechtvaardige spruit zal opwekken. En een koning heerst en hij gebruikt zijn verstand en hij doet oordeel en recht in het land.
6 In Zijn dagen zal Juda gered worden en Israël zal tabernakelen in vertrouwen. En dit is Zijn naam waarmee men Hem zal noemen: JAHWEH, onze rechtvaardigheid. (SW)
[Jer. 23:5,6]

16 In die dagen zal JudaJuda = lof gered worden en JeruzalemJeruzalem : stad van (de god) Salem - vredestichter zal in vertrouwen verblijven. En dit is wat men tot haar zal roepen: JAHWEH, onze Rechtvaardigheid.
17 Want zo zegt JAHWEH: Van DavidDavid = lieveling zal niemand afgesneden worden die zit op de troon van het huis van IsraëlIsraël = strijder van God. zodat JAHWEH Zijn woord zal bevestigen dat Hij tot mij sprak, zeggend: Indien jouw zonen hun weg houden om voor Mijn aangezicht te gaan in trouw, met heel hun hart en met heel hun ziel, zeggend: Er zal geen man afgesneden worden van de troon van Israël. (SW)[1Kon. 2:4]
18 En wat de priesters, de Levieten, betreft, niemand zal afgesneden worden van voor Mijn aangezicht die een opstijgoffer offert en het erkenningsoffer doet roken en alle dagen een slachtoffer brengt. 5 En JAHWEH spreekt tot Mozes, zeggend:
6 Breng de stam van Levi naderbij en doe hen staan voor het aangezicht van Aäron, de priester. En zij dienen hem.
7 En zij houden zijn opdracht en de opdracht van heel de vergadering voor de tent van de afspraak, om de dienst van de tabernakel te dienen.
8 En zij onderhouden al het toebehoren van de tent van de afspraak en de opdracht van de zonen van Israël, om de dienst van de tabernakel te dienen.
9 En jij geeft de Levieten, die gegeven zijn, aan Aäron en aan zijn zonen. Zij zijn aan hem gegeven uit de zonen van Israël.
10 En aan Aäron en aan zijn zonen zal jij toevertrouwen dat zij hun priesterschap waarnemen. En de vreemdeling die naderbij komt zal ter dood gebracht worden. (SW)
[Num. 3:5-10]

19 En het woord van JAHWEH kwam tot JeremiaJeremia = verhogen doet JAH, zeggend:
20 Zo zegt JAHWEH: Indien jullie Mijn verbond met de dag en Mijn verbond met de nacht annuleren, zodat dag en nacht niet op hun tijd komen,
21 dan zal ook Mijn verbond met DavidDavid = lieveling, Mijn dienaar, geannuleerd worden, zodat hij geen zoon heeft die regeert op zijn troon, en dat met de Levieten, de priesters, die Mijn dienst verrichten.
22 Zoals het leger van de hemelen niet genummerd zal worden en het zand van de zee niet gemeten, zo zal Ik het zaad van DavidDavid = lieveling, Mijn dienaar, vermeerderen, en de Levieten die Mijn dienst verrichten.
23 En het woord van JAHWEH kwam tot JeremiaJeremia = verhogen doet JAH, zeggend:
24 Heb jij niet waargenomen wat dit volk sprak, zeggend: De twee families die JAHWEH onder hen koos, verwerpt Hij hen? En Mijn volk versmaden zij om nog langer een natie te zijn voor hun aangezichten.
25 Zo zegt JAHWEH: Indien Mijn verbond niet dag en nacht staat en Ik de statuten van hemelen en aarde niet plaats,
26 zal Ik ook het zaad van JakobJakob = hielenlichter en DavidDavid = lieveling, Mijn dienaar, verwerpen, tegen het nemen van het zaad van die heersen over het zaad van AbrahamAbraham = vader van vele naties, IsaäkIsaäk = lachen en JakobJakob = hielenlichter. Want Ik zal hun krijgsgevangenschap doen omkeren, want Ik heb mededogen met hen.

Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 34
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.