Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jeremia
Hoofdstuk 39

Jeremia leefde van ca. 645 tot ca. 587 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam dan ziet u de betekenis)


1 In het negende jaar van koning SedekiaSedekia = mijn gerechtigheid is JAH, koning van JudaJuda = lof, in de tiende maand, kwam NebukadressarNebukadressar = Nabu, bescherm de erfzoon, koning van BabelBabel = wirwar, met heel zijn strijdmacht naar JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter en zij belegerden haar. 17 En Hij brengt tegen hen de koning van de Chaldeeën en hij doodt onder hen de beste van hun jonge mannen door het zwaard, in het huis van hun heiligdom, en hij spaarde de jongens en de maagd en de oude man en de zeer oude niet; allen gaf Hij in zijn hand.
18 En alle vaten van het huis van de Elohim, de grote en de kleine, en de schatten van het huis van JAHWEH en de schatten van de koning en zijn leiders, dit alles bracht hij naar Babel.
19 En zij verbrandden het huis van de Elohim en zij braken de muur van Jeruzalem af. En al haar citadelen verbrandden zij met vuur en zij vernielden al haar begeerde gerei.
20 En hij deporteert het overblijfsel van het zwaard naar Babel en zij worden voor hem en voor zijn zonen tot dienaren, tot aan de heerschappij van het koninkrijk van Perzië,
21 om het woord van JAHWEH, door de mond van Jeremia, te vervullen, totdat het land haar sabbatten aanvaard had. Alle dagen van haar verlaten zijn hield zij sabbat om zeventig jaren te vervullen. (SW)
[2Kron. 36: 17-21]

2 In het elfde jaar van SedekiaSedekia = mijn gerechtigheid is JAH, in de vierde maand, in de negende van de maand, werd de stad opengereten.
3 En alle oversten van de koning van BabelBabel = wirwar kwamen en zij zaten in de middelste poort: Nergal-SarezerNergal-Sarezer = Nergal, bescherm de koning, Samgar-NebuSamgar-Nebu = een titel: bewindvoerder, SarsechimSarsechim = titel: prins van de eunuchen, bevelhebber van de hofhouding (Nergal-SarezerNergal-Sarezer = Nergal, bescherm de koning was de bevelhebber van de officieren) en alle overige oversten van de koning van BabelBabel = wirwar.
4 En het was toen SedekiaSedekia = mijn gerechtigheid is JAH, koning van JudaJuda = lof, hen zag, en alle stervelingen van de oorlog, dat zij 's nachts vanaf de stad uitgingen via de weg van de tuin van de koning, via de poort tussen de twee muren, en men ging uit via de weg van de Noord-ArabaAraba = een gebied ten oosten van de Jordaan .
5 En de strijdmacht van de Chaldeeën achtervolgde hen en zij haalden SedekiaSedekia = mijn gerechtigheid is JAH in op de steppen van JerichoJericho = ? maanstad, en zij namen hem vast. En zij deden hem opgaan naar NebukadressarNebukadressar = Nabu, bescherm de erfzoon, koning van BabelBabel = wirwar, bij RiblaRibla = plaats van de vijgenkoek, vruchtbaardheid, in het land van HamatHamat = ommuurd en hij spreekt oordelen over hem.
6 En de koning van BabelBabel = wirwar slachtte de zonen van SedekiaSedekia = mijn gerechtigheid is JAH af in RiblaRibla = plaats van de vijgenkoek, vruchtbaardheid, voor zijn ogen, en alle notabelen van JudaJuda = lof slachtte de koning van BabelBabel = wirwar af.
7 En de ogen van SedekiaSedekia = mijn gerechtigheid is JAH maakte hij blind en hij bond hem met koperen ketenen om hem naar BabelBabel = wirwar te brengen.
8 En de Chaldeeën verbrandden het huis van de koning en het huis van het volk in het vuur en de muren van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter braken zij af.
9 En de rest van het volk die overbleef in de stad en die afgevallen waren, vielen aan hem toe. En de rest van het volk die overbleef deporteerde NebuzaradanNebuzaradan = Nebo geeft nageslacht, bevelhebber van de lijfwachten, naar BabelBabel = wirwar.
10 Maar van het arme volk, dat niets bezat, liet NebuzaradanNebuzaradan = Nebo geeft nageslacht, bevelhebber van de lijfwachten, in het land van JudaJuda = lof, en hij gaf aan hen in die dag wijngaarden en gecultiveerde gronden.
11 En NebukadressarNebukadressar = Nabu, bescherm de erfzoon, koning van BabelBabel = wirwar, gaf instructie over JeremiaJeremia = verhogen doet JAH in de hand van NebuzaradanNebuzaradan = Nebo geeft nageslacht, bevelhebber van de lijfwachten, zeggend:
12 Neem hem en plaats jouw ogen op hem! En het moet niet zo zijn dat jij hem iets kwaad doet, maar veeleer zoals hij tot jou spreekt, zo doe jij met hem!
13 En NebuzaradanNebuzaradan = Nebo geeft nageslacht, bevelhebber van de lijfwachten, zond en NebusazbanNebusazban = Nabu, red mij!, bevelhebber van de hofhouding, en Nergal-SarezerNergal-Sarezer = Nergal, bescherm de koning, bevelhebber van officieren, en alle bevelhebbers van de koning van BabelBabel = wirwar,
14 zonden en zij namen JeremiaJeremia = verhogen doet JAH vanaf de hof van de gevangenis en zij gaven hem aan GedaljaGedalja = groot is JAH, zoon van AchikamAchikam = mijn broeder staat op (tot hulp), zoon van SafanSafan = klipdas, om hem naar het huis te doen uitgaan. En hij woont te midden van het volk.
15 En tot JeremiaJeremia = verhogen doet JAH kwam het woord van JAHWEH, terwijl hij in vrijheidsbeperking was in de hof van de gevangenis, zeggend:
16 Ga en spreek tot Ebed-MelechEbed-Melech = dienaar van de koning, de Kusiet, zeggend: Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God: Aanschouw, Ik zal Mijn woorden brengen naar deze stad, ten kwade en niet ten goede, en zij zullen in die dag voor jouw aangezicht zijn.
17 En Ik zal jou in die dag uitredden, zegt JAHWEH met nadruk, en jij zal niet gegeven worden in de hand van de mannen vanaf wier aangezichten jij terugdeinst.
18 Want Ik zal jou doen ontsnappen, ja ontsnappen, en in het zwaard zal jij niet vallen en jouw ziel zal voor jou tot buit worden, want jij vertrouwt in Mij, zegt JAHWEH met nadruk.

Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 40
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.