|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 Over .
Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van : Wee over , want ze is verwoest, ze wordt beschaamd. wordt veroverd, ze wordt beschaamd, de onneembare wijkplaats, en ze is ontsteld.
2 De lofprijzing van is niet meer. In bedenken ze kwaad tegen haar. Gaat, dan zullen wij haar afsnijden van het zijn van een natie. Ook , jij zal stil gemaakt worden, het zwaard zal achter jou aan gaan.
3 Het geluid van geschreeuw vanaf , verwoesting en grote gebrokenheid!
4 is verbroken, haar minderen doen een uitroep horen.
5 Want de opgang van zal een weeklacht opgaan met een weeklacht. Want bij de afdaling van horen zij benauwdheden van geschreeuw van gebrokenheid.
6 Vlucht! Ontsnapt met jullie ziel! En jullie zullen worden als de dwerg-jeneverstruik in de wildernis,
7 want vanwege jouw vertrouwen in jouw daden en in jouw schatten zal ook jij veroverd worden. En gaat uit in de deportatie, zijn priesters en zijn oversten tezamen.
8 De verwoester zal komen tot elke stad en geen stad zal ontsnappen. En de vallei vergaat en het plateau wordt uitgeroeid, zoals JAHWEH zei.
9 Geeft bloesem aan , want hij zal uitgaan, ja uitgaan. En haar steden zullen tot een troosteloosheid worden, zodat er geen inwoner in hen is.
10 Vervloekt is die het werk van JAHWEH onverschillig doet en vervloekt is die zijn zwaard weerhoudt van bloed!
11 had rust vanaf zijn jeugd en was rustig op zijn droesem. En hij werd niet geleegd van vat tot vat. En men ging niet in de deportatie. Vanwege dit bleef zijn smaak in hem en werd zijn geur is niet veranderd.
12 Daarom, aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik kantelenden tot hem zend en zij zullen hem kantelen. En zij zullen zijn vaten leeg maken en zij zullen zijn kruiken verbrijzelen.
13 En zal beschaamd staan vanwege , zoals het huis van beschaamd stond vanwege , hun vertrouwen.
14 Hoe zeggen jullie: Wij zijn machtige mannen en mannen van dapperheid voor de strijd?
15 wordt verwoest en haar steden gaan op en de eerste keus van zijn uitgekozen jongemannen daalt af naar de slachting, zegt de Koning met nadruk. JAHWEH van legermachten is Zijn Naam.
16 De ramp van is nabij om te komen en zijn kwaad haast zich uitermate.
17 Betuigt hem medeleven, allen die rondom hem zijn. En allen die zijn naam kennen, zegt: Hoe is de roede van sterkte verbroken, de stok van schoonheid?
18 Daal af vanaf heerlijkheid en zit in de dorst, inwoonster van de dochter van , want de verwoester van ging op tegen jou. Hij ruïneerde jouw vestingen.
19 Sta op de weg en kijk uit, inwoonster van ! Vraag hem die vlucht en zij die ontsnapt: Zeg, wat is er gebeurd?
20 is beschaamd geworden, want zij is ongedaan gemaakt! Jammert en schreeuwt het uit! Vertelt in dat is verwoest!
21 En een oordeel is gekomen over het land van het plateau, over en over en over ,
22 en over en over en over ,
23 en over en over en over ,
24 en over en over en over alle steden van het land van , de verren en de dichtbijen.
25 De hoorn van is afgehakt en zijn arm is verbroken, zegt JAHWEH met nadruk.
26 Maakt hem dronken, want hij maakte zich groot tegen JAHWEH. Maar zal ineenstorten in zijn braaksel en hij wordt tot vermaak, ook hij.
27 En werd voor jou niet tot vermaak? Werd hij onder dieven gevonden? Want zo vaak als jouw woorden tot hem kwamen, schudde jij jouw hoofd.
28 Verlaat de steden en verblijft in de steile rots, inwoners van , en weesm als een duif die een nest maakt in de zijden van de mond van een diepe kuil.
29 Wij horen van de praal van , uitermate trots, zijn hoogmoedigheid en zijn praal en zijn trots en de hoogheid van zijn hart.
30 Ik, Ik weet zijn razernij, zegt JAHWEH met nadruk, maar het is niet zo; zijn pretenties, maar zo doen zij niet.
31 Vanwege dit zal Ik over jammeren, en voor , alles van hem, zal ik het uitschreeuwen. Tot de mannen van zal men een alleenspraak houden.
32 Meer dan een huilen van zal Ik over jou huilen, wijnstok van . Jouw wijnranken staken de zee over. Zij geraakten tot aan de zee van . De verwoester viel over jouw zomervruchten en over jouw wijnoogst.
33 Vreugde en uitbundig gejubel worden ten einde gebracht vanaf het akkerland en vanaf het land van . En Ik deed de wijn vanaf de wijnvaten ophouden. Men treedt niet met oogstfeestgeroep. Het oogstfeestgeroep is geen oogstfeestgeroep.
34 Vanaf de uitroep van tot aan , tot aan gaven zij hun stem, vanaf tot aan en , want ook de wateren van zullen troosteloosheden worden.
35 En Ik zal uitroeien van , zegt JAHWEH met nadruk, die op de hoge plaats doet opgaan en die wierook doet roken aan zijn elohim.
36 Vanwege dit weent Mijn hart voor als fluiten en Mijn hart weent voor de mannen van als fluiten. Vanwege dit vergaat het surplus dat men maakte.
37 Want op elk hoofd is kaalheid en elke baard wordt gekort. Op alle handen zijn gapende snijwonden en om de taille een rouwgewaad.
38 Op alle daken van en op al haar pleinen brengen allen van hem een rouwklacht, want Ik verbrak als een vat. Er is in hem geen behagen, zegt JAHWEH met nadruk.
39 Hoe is het ongedaan gemaakt! Jammert. Hoe keert de nek van ! Men staat beschaamd en wordt tot vermaak en tot ontsteltenis voor allen rondom hem.
40 Want zo zegt JAHWEH: Aanschouw, zoals de gier zweeft hij en spreidt hij zijn vleugels uit naar ,
41 is veroverd en de bergvestingen zijn in bezit genomen en het hart van de machtigen van zal in die dag zijn als het hart van een vrouw die weeën heeft.
42 En wordt uitgeroeid van het zijn van een volk, want hij maakte zich groot tegen JAHWEH.
43 Bangheid en valkuil en strik zijn over jou, inwoner van , zegt JAHWEH met nadruk.
44 Die vlucht voor de bangheid zal in de valkuil vallen en die opgaat uit de valkuil zal gegrepen worden door de strik. Want Ik breng het over haar, over , het jaar van hun gericht, zegt JAHWEH met nadruk.
45 In de schaduw van stonden de vluchtelingen, zonder energie, want vuur ging uit van en een vuurgloed van tussen en die verslindt de zijkant van en de schedel van de zonen van tumult.
46 Wee jou, , het volk van is vergaan! Want jouw zonen zijn in krijgsgevangenschap genomen. Ook jouw dochters zijn in krijgsgevangenschap.
47 Maar Ik zal de krijgsgevangenschap van omkeren in de latere dagen, zegt JAHWEH met nadruk. Tot aan hier is het oordeel over .
Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 49
|
|