Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 15

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)

1 De last van MoabMoab = (afstammend) van de vader. Want in de nacht werd ArAr = stad van MoabMoab = (afstammend) van de vader verwoest, het werd tot stilte gebracht; want in de nacht werd Kir-MoabKir-Moab = van zijn vader verwoest, het werd tot stilte gebracht. 8 Ik hoor de smaad van Moab en de beschimpingen van de zonen van Ammon, die Mijn volk smaden, en zij maken zich groot tegen hun grens. 9 Daarom is het, zo waar Ik leef, zegt JAHWEH van legermachten met nadruk, de Elohim van Israël, dat Moab zal worden als Sodom en de zonen van Ammon als Gomorra, uitgespoelde plaatsen van de stekelige acanthus en een opgraving van zout en een troosteloosheid tot aan de aion. Het overblijfsel van Mijn volk zal hen plunderen en het restant van Mijn natie zal hun lotbezit nemen. 10 Dit zal voor hen zijn in plaats van hun praal, omdat zij smaden en zij zich groot maken tegen het volk van JAHWEH van legermachten. 11 Vreeswekkend is JAHWEH tegen hen, want Hij zal alle elohims van de aarde schraal maken. En allen van de kusten van de naties zullen tot Hem aanbidden, ieder uit zijn plaats. (SW)[Sef. 2:8-11]
2 Men gaat op naar het huis en DibonDibon = ???, de hoge plaatsen, om te weeklagen. Over NeboNebo = hoog zijn en over MedebaMedeba = water dat langzaam stroomt jammert MoabMoab = (afstammend) van de vader. Op al zijn hoofden is kaalheid, elke baard werd afgehakt.
3 In zijn straten omgordt men zich met rouwgewaad. Op haar daken en op haar pleinen jammert iedereen, afdalend met de weeklacht.
4 En ChesbonChesbon = berekening schreeuwt het uit en ElaleElale = God is verheven; tot aan JahasJahas = vertrapt wordt hun stem gehoord. Vanwege dit schreeuwen die van MoabMoab = (afstammend) van de vader die tot de oorlog uitgetrokken zijn luidkeels; hun ziel wordt door hem verpletterd.
5 Mijn hart schreeuwt het uit tot MoabMoab = (afstammend) van de vader. Haar vluchtelingen zijn tot aan SoarSoar = klein, Eglat-SelisiaEglat-Selisia = drie jarige koe, want hij gaat met een weeklacht de opgang op van de LuchitLuchit = tafelen. Want op de weg van ChonoraïmChoronaïm = twee holen wekt men een uitroep van gebrokenheid op.
6 Want de wateren van NimrimNimrim = helder of zuiver of doorschijnend zijn troosteloos, want het gras droogt op. De vegetatie vervluchtigd, het groene is niet meer.
7 Vanwege dit maakte men het overschot en hun genoteerde voorraden. Zij zullen hen dragen over de wadi van de oleanders.
8 Want de uitroep cirkelt rond de grens van MoabMoab = (afstammend) van de vader, tot aan EglaïmEglaïm = koppel vaarzen gaat haar gejammer en tot Beër-ElimBeër-Elim = put van de terebinten haar gejammer,
9 want de wateren van DimonDimon = rivierbedding of stilte zijn vol bloed, want Ik stel over DimonDimon = rivierbedding of stilte toegevoegde dingen aan: een leeuw voor de ontkomene van MoabMoab = (afstammend) van de vader en voor het overblijfsel grond.


Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 16
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.