|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 Wee het land van de gevleugelde cicade*1), dat aan de overkant van de rivieren van is,
2 dat zaakgelastigden zendt over de zee en in vaartuigen van papyrus over de oppervlakte van de wateren. Gaat, snelle boodschappers, tot een natie van lange ledematen en een glanzende huid, tot een volk dat gevreesd wordt van hier en voorbij, een natie van meetlint en meetlint en erosie, wiens land de stromen plunderen!
3 Alle inwoners van de wereld en die verblijven op de aarde: Als een opgeheven vaandel op de bergen zullen jullie het zien en zoals het blazen van een ramshoorn zullen jullie het horen.
4 Want, zo zegt JAHWEH tot mij, Ik zal rustig zijn, Ik zal kijken naar Mijn terrein, als zacht glanzende warmte over het licht, als een dichte wolk van dauw in de warmte van de oogst.
5 Want vóór het aangezicht van de oogst, als de bloemknop ten einde komt, en de bloem tot een onrijpe druif wordt, dan zal hij de loten met snoeimessen afsnijden en neemt hij de wijnranken weg die hij afkapte.
6 Ze zullen tezamen verlaten worden voor de roofvogel van de bergen en voor het beest van de aarde. En de roofvogel brengt er de zomer op door en elk beest van de aarde zal er op overwinteren.
7 In die tijd zal schadeloosstelling gehaald worden voor JAHWEH van legermachten, van een volk van lange ledematen en een glanzende huid en van een volk dat gevreesd wordt van hier en voorbij, een natie van meetlint en meetlint en erosie, wiens land de stromen plunderen, tot de plaats van de Naam van JAHWEH van legermachten, de berg .
*1 - Cicade - een gevleugeld insect
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 19
|
|