|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 In het jaar dat de opperbevelhebber naar kwam, toen , koning van hem zond, en hij tegen vocht en hij het veroverde,
2 in die tijd sprak JAHWEH door de hand van , zoon van , zeggend: Ga en maak het rouwgewaad los van jouw taille en jouw sandalen zal jij van jouw voeten uittrekken. En hij doet dat, naakt en blootsvoets gaande.
3 En JAHWEH zei: Zoals Mijn dienaar ging, naakt en blootsvoets, drie jaren, een teken en een voorteken tegen en tegen ,
4 zo zal de koning van de krijgsgevangene van en de deportatie van wegvoeren, jongeren en ouderen, naakt en blootsvoets, met ontblote billen, de naaktheid van .
5 En zij worden ontsteld en zij staan beschaamd vanwege , hun toeverlaat en vanwege , hun schoonheid.
6 En de bewoner van het kustland zal in die dag zeggen: Aanschouw, zo is onze toeverlaat waarheen wij vluchtten om hulp, om uitgered te worden vanaf het aangezicht van de koning van . Hoe zullen wijzelf ontsnappen?
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 21
|
|