|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 Nadert, naties, om te horen, en volkstammen, weest aandachtig. De aarde zal horen en haar volheid, de wereld en haar nakomelingen.
2 Want JAHWEH heeft driftigheid tegen alle naties en woede tegen heel hun leger. Hij doemt hen en Hij geeft ze over ter slachting.
3 En hun gesneuvelden zullen weggeworpen worden en de stank van hun lijken zal omhoog gaan en de bergen zullen smelten vanwege hun bloed.
4 En heel het leger van de hemelen wordt verrot en de hemelen zullen opgerold worden als een boekrol. En heel hun leger zal verwelken, zoals het blad van een wijnstok verwelkt en zoals het verwelken van een vijgenboom.
5 Want Mijn zwaard is doordrenkt in de hemelen. Aanschouw, op zal het neerdalen en op het volk van Mijn doem, ten oordeel.
6 Er is een zwaard voor JAHWEH, het is vol bloed. Het smeert zichzelf met vet, met het bloed van bokkige lammeren en bokken, met het vet van de nieren van rammen, want er is een slachtoffer voor JAHWEH in en een grote slachting in het land van .
7 En wilde stieren dalen met hen af en jonge stieren met de stoere beesten. En hun land wordt doordrenkt van bloed en hun losse aarde zal geolied worden met vet.
8 Want er is een dag van wraak voor JAHWEH, een jaar van terugbetalingen voor de strijd van .
9 En haar wadis zullen tot pek omgekeerd worden en haar losse aarde tot zwavel en haar land zal tot verterende pek zijn.
10 Bij nacht en overdag zal het niet uitgedoofd worden, tot de aion zal haar rook opgaan, van generatie tot generatie zal zij verlaten zijn; tot bestendigheid van bestendigheden is er niemand die in haar passeert.
11 En de pelikaan en de egel zullen haar overnemen en de oehoe en de raaf zullen in haar verblijven. Men strekt over haar een meetlint van chaos en stenen van leegstand uit.
12 En haar notabelen? Er is daar geen koninkrijk dat zij kunnen uitroepen en al haar oversten zullen nul worden.
13 Doorngewassen zullen opgaan in haar burchten, brandnetel en distel in haar vestingen, en zij wordt een hoeve van jakhalzen, een hof voor de dochters van de struisvogel.
14 En woestijndieren komen woestijnjankers tegen en de harige geit zal roepen naar zijn naaste. Ja, daar zal het nachtschepsel respijt vinden en zij zal voor zich een rustplaats vinden.
15 Daar nestelt de dwergoor-uil en ze zal eieren leggen en ze broedt ze uit en ze broedt in haar schaduw. Ja, daar worden kraaien bijeengeroepen, elk met hun maatje.
16 Raadpleegt vanaf op de boekrol van JAHWEH, en leest: Geen van hen zal vermist worden, elk mist haar maatje niet, want Mijn mond zal hen instructie geven. En Zijn geest roept hen bijeen.
17 En Hij, Hij werpt tot hen het lot en Zijn hand deelt haar op onder hen met een meetlint. Tot aan de aion zullen zij haar overnemen; van generatie tot generatie zullen zij in haar verblijven.
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 35
|
|