|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 De wildernis en de dorre plaats zullen opgetogen zijn en de rotswoestijn zal uitbundig jubelen en uitbotten als de narcis.
2 Uitbotten zal ze, ja uitbotten en ze zal uitbundig jubelen, ja met uitbundig gejubel. En het jubelen van de heerlijkheid van de wordt aan haar gegeven, de eer van de en de . Zij, zij zullen de heerlijkheid van JAHWEH zien, de eer van onze Elohim.
3 Maakt slappe handen standvastig en maakt knikkende knieën resoluut.
4 Zegt tot de haastigen van hart: Weest standvastig. Het moet niet zo zijn dat jullie vrezen. Aanschouw, jullie Elohim zal komen met wraak, met vergelding van Elohim. Hij, Hij zal komen en Hij zal jullie redden.
5 Dan zullen ogen van de blinden ontsloten worden en de oren van de doven zullen geopend worden.
6 Dan zal de verlamde springen als het hert en de tong van de stomme zal jubelen. Want in de wildernis worden wateren open gereten en er zijn waterlopen in de rotswoestijn.
7 En de verdroogde grond wordt tot een vijver en de dorstige grond tot opwellingen van water, in de hoeve van jakhalzen is haar ligplaats, een hof voor riet en papyrus.
8 En er komt daar een hoofdweg en een weg, en die zal weg van heiligheid genoemd worden. Geen onreine zal hem passeren. En Hijzelf is bij hen die de weg gaan en dwazen zullen niet afdwalen.
9 Daar zal geen leeuw komen en verscheurende dieren zullen helemaal niet op haar gaan; het zal daar niet gevonden worden, maar die hun schuld ingelost hebben zullen er op gaan.
10 En de vrijgekochten van JAHWEH zullen terugkeren en zij komen binnen met gejubel en de vreugde van de aion is op hun hoofd. Opgetogenheid en vreugde zullen hen inhalen en kwelling en zuchten vluchten weg.
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 36
|
|