|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En dezen waren de priesters en de Levieten die met , zoon van , en , opgingen: , , ,
2 , , ,
3 , , ,
4 , , ,
5 , , ,
6 , en , ,
7 , , , ; dezen waren de hoofden van de priesters en hun broeders in de dagen van .
8 En de Levieten: , , , , , ; hij en zijn broeders waren over de toejuichingen.
9 , en , hun broeders, waren tegenover hen met wachtlopen.
10 verwekte en verwekte en ,
11 en verwekte en verwekte .
12 En in de dagen van waren priesters, hoofden van de vaders: voor , voor ;
13 voor ; voor ;
14 voor ; voor ;
15 voor ; voor ;
16 voor ; voor ;
17 voor ; voor [...]; voor ;
18 voor , ; voor ;
19 en voor ; voor ;
20 voor ; voor ;
21 voor ; voor .
22 De Levieten in de dagen van , en en , waren geschreven als hoofden van de vaders; en ook van de priesters, tot aan de regering van , de Pers.
23 De zonen van , hoofden van de vaders, die werden geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen en tot aan de dagen van , zoon van .
24 En de hoofden van de Levieten: , en , zoon van , en hun broeders die tegenover hen stonden, om te lofprijzen en om toe te juichen naar de instructie van , man van de Elohim, wachtpost overeenstemmend met de wachtpost,
25 en , , , , hielden de wacht als poortwachters in de wachtpost in de voorportalen van de poorten.
26 Dezen dienden in de dagen van , zoon van , zoon van , en in de dagen van , de onderkoning, en , de priester, de schrijver.
27 En bij de inwijding van de muur van zochten de Levieten uit al hun plaatsen om hen naar te brengen, om de inwijding te doen en vreugde en met toejuichingen en met een lied, cimbalen, citers en met harpen.
28 En de zonen van de zangers verzamelden zich uit het omliggende gebied rondom en uit de gehuchten van de ,
29 en van en van de velden van en , want de zangers bouwden voor zichzelf gehuchten rondom .
30 En de priesters en de Levieten reinigden zichzelf en zij reinigden het volk en de poorten en de muur.
31 En ik deed de oversten van op de muur gaan en ik installeerde twee grote toejuichingsgroepen en processies, naar rechts, op de muur, naar de poort van de ashoop.
32 En achter hen ging en de helft van de oversten van ,
33 en , en ,
34 en en en ,
35 en van de zonen van de priesters met de trompetten: , zoon van , zoon van , zoon van , zoon van , zoon van , zoon van ,
36 en zijn broeders en , , , en en met de instrumenten van het lied van , man van de Elohim, en , de schrijver, voor hun aangezichten.
37 En bij de poort van de bron en tegenover hen gingen zij de trappen op van de stad van , bij de opgang naar de muur, vanaf het huis van tot aan de Waterpoort in het oosten.
38 En de tweede toejuichingsgroep ging in de tegenovergestelde richting, en ik ging achter hen met de helft van het volk, tot de muur, vanaf de toren van de bakovens tot aan de brede muur,
39 en over de poort en over de Oude poort en over de Vissenpoort en de toren van en de toren van de honderd en tot aan de poort van het kleinvee. En zij stonden bij de poort van de gevangenis.
40 En de twee toejuichingsgroepen stonden in het huis van de Elohim, net als ik en de helft van de bestuurders met mij,
41 en de priesters , , , , , , , met de trompetten,
42 en en en en en en en en . En de zangers lieten zich horen, met , de opziener.
43 En zij offerden in die dag grote slachtoffers en zij verheugden zich, want de Elohim deed hen verheugen met grote vreugde; en ook de vrouwen en de kinderen verheugden zich. En de vreugde in werd vanaf verre gehoord.
44 En in die dag werden gemonsterd over de ruimten voor de schatkamers, voor de hefoffers, voor de eerstelingen en voor de tienden, om daarin van de velden van de steden de toegewezen porties van de wet voor de priesters en de Levieten te vergaren, want 's vreugde was over de priesters en vanwege de Levieten, die daar stonden.
45 En zij onderhielden de opdracht van hun Elohim en de opdracht van de reiniging, net als de zangers en de poortwachters, naar de instructie van en Salomo, zijn zoon.
46 Want in de dagen van en , van vroeger, waren er hoofden van de zangers en een lied van lofprijzing en het toejuichen tot Elohim.
47 En in de dagen van en in de dagen van gaf heel de toegewezen porties van de zangers en de poortwachters, een zaak van dag na dag, en zij heiligden wat voor de Levieten was. En de Levieten heiligden voor de zonen van .
Terug naar de indexpagina
Naar Nehemia 13
|
|