(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)

1 Waarom, JAHWEH, staat U ver weg, maakt U Uzelf onduidelijk in tijden van benauwdheid?
2 In zijn trots stormt de slechte los op de nederige. Zij zullen vastgegrepen worden in de beramingen die zij bedachten.
3 Want de slechte roemt over de hunkering van zijn ziel en de hebzuchtige zegt vaarwel. Hij versmaadt JAHWEH.
4 De slechte, in de hoogmoed van zijn boosheid, raadpleegt helemaal niet. Er is geen Elohim in al zijn beramingen.
5 Zij wegen zijn altijd vol mogelijkheden. Uw oordelen zijn voor hem verheven. Al zijn benauwers, hij blaast tegen hen.
6 Hij zegt in zijn hart: "Ik glij helemaal niet uit, want ik zal van generatie tot generatie niet in het kwaad zijn."
7 Zijn mond is vol van vervloeking en verwensing en bedrog. Onder zijn tong is ellende en wetteloosheid. Wier mond vol is met vervloeking en bitterheid (SW)[Rom. 3:14]
8 Hij zit in een hinderlaag in de gehuchten; in de verborgen plaatsen doodt hij de onschuldige; zijn ogen liggen op de loer voor de stumper.
9 Hij wacht in de hinderlaag, in het verborgene, als een leeuw in zijn schuilplaats. Hij wacht in de hinderlaag om de nederige te ontvoeren. Hij ontvoert de nederige als hij hem in zijn net trekt.
10 En hij wordt verpletterd, hij buigt neer. En de strijdmacht van stumpers valt voor zijn robuusten.
11 Hij zegt in zijn hart: "El vergat, Hij verborg Zijn gezicht. Hij ziet niet tot bestendigheid."
12 Sta op, JAHWEH! El, hef Uw hand op! Het moet niet zo zijn dat U de nederigen vergeet!
13 Waarom versmaadt de slechte Elohim? Hij zegt in zijn hart dat U geen navraag zal doen.
14 U ziet het. U ziet het gezwoeg en de terging. U zal kijken om het in Uw hand te geven. Op U zal de stumper zich verlaten. U, U bent de Helper van de wees.
15 Breek de arm van de slechte en kwade. Doe navraag naar zijn slechtheid tot U helemaal niets meer vindt.
16 JAHWEH is Koning van de aion en verder. De naties vergaan uit Zijn land.
17 U hoort de hunkering van de nederigen, JAHWEH. U zal hun hart vestigen. U zal Uw oor aandachtig doen zijn,
18 de wees en de verpletterde recht doende. Een sterveling van de aarde zal niet meer voortgaan te verschrikken.

Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 11