Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Het eerste boek van de Psalmen
Psalm 31

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


1 Voor de toezichthouder. Een DavidDavid = lievelingische psalm.
In U, JAHWEH, neem ik een toevlucht. Het moet niet zo zijn dat ik beschaamd sta voor de duur van de aion. Verlos mij in Uw rechtvaardigheid.
2 Strek Uw oor naar mij uit! Red mij haastig uit! Wees voor mij tot een rots, een bolwerk, tot een huis van bergvestingen, om mij te redden.
3 Want U bent mijn steile rots en mijn bergvesting. Omwille van Uw Naam gidst U mij en dirigeert U mij.
4 U doet mij uitgaan vanuit het net dat dezen voor mij begraven hebben, want U bent mijn bolwerk.
5 Aan Uw hand vertrouw ik mijn geest toe. U kocht mij vrij, JAHWEH, El van betrouwbaarheid. En roepend met luide stem, zei Jezus: Vader, in Uw handen plaats Ik Mijn geest. En dit zeggend, blies Hij de laatste adem uit. (SW) [Luk. 23:46]
6 Ik haat hen die zinloosheden van huichelarij in acht nemen, maar ik, ik vertrouw op JAHWEH.
7 Ik jubel uitbundig en ik verheug mij in Uw getrouwheid, omdat U mijn vernedering zag. U weet dat mijn ziel in benauwdheden is.
8 U sloot mij niet op in de hand van de vijand. U doet mijn voeten staan in de wijde plaats.
9 Wees mij genadig, JAHWEH, want ik ben benard. Mijn oog en mijn ziel en mijn buik zijn uitgeput door terging.
10 Want mijn leven wordt beëindigd in kwelling en mijn jaren in zuchten. Mijn energie struikelt door mijn verdorvenheid en mijn botten zijn uitgeput.
11 Vanwege al mijn benauwers ben ik smaad, zelfs voor mijn buren, uitermate, en bangheid voor mijn bekenden. Die mij zien in de straat gaan er voor mij vandoor.
12 Ik ben vergeten, als een dode, uit het hart. Ik ben als een verloren vat.
13 Want ik hoor gemopper van velen, terugdeinzende vrees, rondom, in hun tezamen overleggen tegen mij. Zij beramen om mijn ziel te nemen.
14 En ik? Op U vertrouw ik, JAHWEH. Ik zeg: "U bent mijn Elohim!"
15 In uw hand zijn mijn tijden. Red mij uit de hand van mijn vijanden en van die mijn achtervolgers zijn.
16 Doe Uw aangezicht oplichten over Uw dienaar. Red mij in Uw getrouwheid.
17 JAHWEH, het moet niet zo zijn dat ik beschaamd sta, want ik roep U! De slechten zullen beschaamd staan; zij zullen stil zijn in het dodenrijk.
18 Laat de lippen van onwaarheid verstommen, zij die met brutaliteit spreken tegen de rechtvaardige, met trots en verachting.
19 Hoe immens is Uw goedheid die U opbergt voor die U vrezen, die U bewerkt voor die in U een toevlucht nemen tegenover de zonen van de mens.
20 U zal hen verbergen in het verborgene van Uw aangezicht voor de coalities van mensen. U zal hen opbergen in een hut voor de twist van tongen.
21 Gezegend zij JAHWEH, want Hij maakte voor mij Zijn getrouwheid wonderbaarlijk in een belegerde stad.
22 En ik, al zei ik in mijn nerveuze haast: "Ik ben afgehakt van voor uw ogen," dan hoorde U zeker de stem van mijn smeekbeden bij mijn tot hulp roepen tot U.
23 Hebt JAHWEH lief, al Zijn getrouwen! JAHWEH bewaart de betrouwbaren en betaalt in surplus terug aan die trots doen.
24 Weest standvastig en laat jullie hart resoluut zijn, allen die wachten op JAHWEH!

Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 32
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinde zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.