|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een lied, een psalm voor de zonen van .
Groot is JAHWEH en uitermate geprezen in de stad van onze Elohim, de berg van Zijn heiligheid.
2 Heel mooi van golving, de opgetogenheid van heel de aarde is de berg , de flanken van het noorden, de ommuurde stad van de grootse Koning.
3 Elohim wordt gekend in haar burchten als een onneembare wijkplaats.
4 Want aanschouw!, de koningen zijn samengekomen, zij zijn samen overgestoken.
5 Zij zagen en waren daarom verbaasd, ze zijn geagiteerd, ze haasten zich nerveus weg.
6 Siddering houdt hen daar vast, een barensnood zoals de barende vrouw.
7 Met de wind van het oosten verbreekt U de schepen van Tarsis.
8 Net zoals wij hoorden, zo zagen wij. In de stad van JAHWEH van legermachten, in de stad van onze Elohim. Elohim, Hij zal haar vestigen tot aan de aion. .
9 Elohim, wij mijmerden over Uw getrouwheid binnenin Uw tempel.
10 Zoals Uw Naam is, Elohim, zo is Uw lofprijzing, tot aan de einden van de aarde. Uw rechterhand is vol rechtvaardigheid.
11 De berg zal zich verheugen, de dochters van zullen uitbundig jubelen omwille van uw oordelen.
12 Gaat om heen en omgeeft haar, nummert haar torens.
13 Stelt jullie hart op haar omwalling, maakm een overzicht van haar burchten, zodat jullie het kunnen verhalen aan de generatie daarna.
14 Want deze is Elohim, onze Elohim voor de aion en verder. Hij, Hij zal ons leiden bij het sterven.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 49
|
|