|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een overweging, van , de Ezrachiet.
Ik zal zingen over uw vriendelijkheden, JAHWEH, voor de aion. Voor generatie na generatie zal ik met mijn mond Uw trouw bekend maken.
2 Want ik zei: "Aionische vriendelijkheid zal gebouwd worden. U zal Uw trouw vestigen in de hemelen zelf.
3 Met Mijn uitverkorene sneed Ik een verbond. Tot David, Mijn dienaar, zweerde Ik.
4 Jouw zaad zal Ik vestigen voor de aion en Ik bouw jouw troon voor generatie na generatie." Sela.
5 En de hemelen juichen Uw wonderbaarlijke werk toe, JAHWEH, ja, Uw trouw in de samenkomst van de heiligen.
6 Want wie in de lucht zal getaxeerd worden met JAHWEH? Wie is gelijk aan JAHWEH onder de zonen van de elims?*1)
7 El is het De verschrikkende in het overleg van de heiligen en vreeswekkend voor allen rondom Hem.
8 JAHWEH, Elohim van legermachten, wie is als U, onoverwinnelijke Jah? En Uw trouw is rondom U!
9 U bent Heerser over het zwellen van de zee, wanneer zijn golven verheven worden. U, U maakt hen stil.
10 U, U verpletterde als de gesneuvelde. Door de arm van Uw sterkte verstrooit U Uw vijanden.
11 Voor U zijn de hemelen. Ja, voor U is de aarde. De wereld en haar volheid, U, U fundeerde hen.
12 Het noorden en het zuiden, U schiep ze. en jubelen in Uw Naam.
13 Van U is de arm met macht. Uw hand is sterk. Uw rechterhand is verhoogd.
14 Rechtvaardigheid en oordeel zijn de basis van Uw troon. Getrouwheid en waarheid staan voor Uw aangezicht.
15 Gelukkig is het volk dat het gejuich kent, JAHWEH; in het licht van Uw aangezicht zullen zij wandelen.
16 In Uw Naam zullen zij heel de dag uitbundig jubelen. En in Uw rechtvaardigheid zullen zij verhoogd worden.
17 Want U bent de schoonheid van hun sterkte en door Uw welgevallen zal onze hoorn verhoogd worden.
18 Want van JAHWEH is ons schild en de Heilige van is onze koning.
19 Dan sprak U in een visioen tot Uw getrouwen en U zei: "Ik doe hulp rusten op een machtige man. Ik verhoogde een uitgekozene vanaf het volk.
20 Ik vond , Mijn dienaar. Met olie van Mijn heiligheid zalfde Ik hem.
21 Bij wie Mijn hand is zal met hem gereed staan. Ja, Mijn arm zal hem resoluut maken.
22 De vijand zal hem niet in de boeien slaan en de zoon van onrechtvaardigheid zal hem niet vernederen.
23 Ik zal zijn benauwers voor zijn aangezicht kapot slaan en zijn haters zal Ik treffen.
24 En Mijn trouw en Mijn vriendelijkheid zijn met hem en in Mijn Naam zal zijn hoorn verhoogd worden.
25 En Ik plaats zijn hand in de zee en zijn rechterhand in de rivieren.
26 Hij, hij zal Mij noemen: U bent mijn Vader, mijn El en Rots van mijn redding.
27 Ja, Ik zal hem tot eerstgeborene geven, de allerhoogste van de koningen van de aarde.
28 Ik zal Mijn vriendelijkheid over hem in acht nemen voor de aion en Mijn verbond met hem is betrouwbaar.
29 En Ik plaats zijn zaad voor de toekomst en zijn troon als de dagen van de hemelen.
30 Indien zijn zonen Mijn wet verlaten en niet naar Mijn verordeningen gaan,
31 indien zij Mijn statuten ontwijden en zij Mijn instructies niet in acht nemen,
32 dan zal Ik hun overtreding met een knuppel tot het gericht brengen en hun verdorvenheid met besmettingen.
33 Maar Mijn vriendelijkheid zal Ik niet vanaf hem teniet doen en Ik zal in Mijn trouw niet in onwaarheid handelen.
34 Ik zal Mijn verbond niet ontwijden en wat uitging van Mijn lippen zal Ik niet wijzigen.
35 Één keer heb Ik gezworen bij Mijn heiligheid; Ik zal niet liegen tegen !
36 Zijn zaad zal voor de aion zijn en zijn troon als de zon tegenover Mij.
37 Zoals de maan zal die gevestigd worden voor de aion, en de getuige in de lucht is betrouwbaar." .
38 Maar U, U wierp van U af en verwerpt; U bent in woede ontstoken tegen Uw gezalfde.
39 U verloochende het verbond van Uw dienaar. U ontwijdde zijn onderscheidingsteken naar de aarde.
40 U sloeg een bres in al zijn ommuringen: U plaatste fatale barsten in zijn verdedigingen.
41 Allen die op de weg passeren beroven hem. Hij werd tot smaad voor zijn buren.
42 U verhoogde de rechterhand van zijn benauwers. U deed al zijn vijanden zich verheugen.
43 Ja, U keerde de scherpte van zijn zwaard om en U richtte hem niet op in de strijd.
44 U deed zijn luister ophouden en U deed zijn troon omvallen op de aarde.
45 U verkortte de dagen van zijn adolescentie, U omhulde hem met schaamte. .
46 Tot wanneer, JAHWEH, zal U U tot bestendigheid verbergen, zal Uw woede verteren als vuur?
47 Gedenk hoe kortstondig ik ben! Waarom heeft U alle zonen van de mens in vruchteloosheid geschapen?
48 Welke machtige man zal leven en de dood niet zien? Zal zijn ziel ontsnappen vanaf de hand van het dodenrijk? .
49 Waar zijn Uw vroegere vriendelijkheden, mijn Heer, die U in Uw trouw aan David heeft gezworen?
50 Gedenk, mijn Heer, de smaad van Uw dienaren; ik draag in mijn boezem alle van vele volken,
51 waarmee Uw vijanden schande maken, JAHWEH, waarmee zij de hielafdrukken van Uw gezalfde smaden.
52 Gezegend zij JAHWEH voor de aion. Amen en amen.
1) - elims - lagere goden.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 90
|
|