|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 "Neem de maand van in acht en bereid voor JAHWEH, jouw Elohim, want in de maand van deed JAHWEH, jouw Elohim, jou in de nacht uitgaan uit .
2 En jij offert het pascha aan JAHWEH, jouw Elohim, uit het kleinvee en het grootvee, in de plaats die JAHWEH, jouw Elohim, zal kiezen om Zijn naam daar te doen verblijven.
3 Jij zal daarbij geen zuurdesem eten. Zeven dagen zal jij daarbij ongezuurde broden eten, brood van vernedering - want in dringende haast ging jij uit het land van , opdat jij de dag zal gedenken van jouw uitgaan uit het land van , alle dagen van jouw levenmv.
4 En er zal bij jou geen gist gezien worden in heel jouw grondgebied, zeven dagen. En niets van het vlees dat jij zal offeren in de avond van de eerste dag, zal overnachten tot de ochtend.
5 Jij zal niet in staat zijn het pascha te offeren in één van jouw poorten die JAHWEH, jouw Elohim, aan jou geeft,
6 maar alleen op de plaats die JAHWEH, jouw Elohim, zal kiezen om Zijn naam te doen verblijven. Daar zal jij het pascha offeren, in de avond, bij het ondergaan van de zon, de afgesproken tijd van jouw uitgaan uit .
7 En jij kookt en jij eet in de plaats die JAHWEH, jouw Elohim, daarvoor zal kiezen. En jij wendt je om in de ochtend en jij gaat naar jouw tenten.
8 Zes dagen zal jij ongezuurde broden eten en in de zevende dag is er een vrijheidsbeperking voor JAHWEH, jouw Elohim, en zal jij geen werk doen.
9 Jij zal voor jezelf zeven weken nummeren; van het beginnen van de zeis in het staande koren zal jij beginnen zeven weken te nummeren.
10 En jij doet een feestviering van weken voor JAHWEH, jouw Elohim, met een bijdrage van een vrijwillig offer van jouw hand, dat jij zal geven, zoals JAHWEH, jouw Elohim, jou zegent.
11 En jij verheugt je voor het aangezicht van JAHWEH, jouw Elohim, jij en jouw zoon en jouw dochter en jouw dienaar en jouw dienstmeisje en de et die in jouw poorten is en de tijdelijke verblijver en de wees en de weduwe die in jouw midden is, in de plaats die JAHWEH, jouw Elohim, zal kiezen om daar Zijn naam te doen verblijven.
12 En jij gedenkt dat jij dienaar was in , en jij doet deze statuten.
13 En wat betreft de feestviering van de hutten: jij zal voor jouzelf zeven dagen houden tijdens jou inzamelen vanaf jouw dorsvloer en vanaf jouw wijnvat.
14 En jij verheugt je in jouw feestviering, jij en jouw zoon en jouw dochter en jouw dienaar en jouw dienstmeisje en de et en de tijdelijke verblijver en de wees en de weduwe die in jouw poorten zijn.
15 Zeven dagen zal jij feestenvieren voor JAHWEH, jouw Elohim, in de plaats die Hij zal kiezen. Want JAHWEH, jouw Elohim, zal jou zegenen in heel jouw opbrengst en in alle daden van jouw handen, en jij bent zeker verheugd.
16 Drie keren in het jaar zal elke mannelijke van jou verschijnen voor het aangezicht van JAHWEH, jouw Elohim, in de plaats die Hij zal kiezen: bij de feestviering van de ongezuurde broden en bij de feestviering van de weken en bij de feestviering van de hutten. En men zal niet met lege handen verschijnen voor het aangezicht van JAHWEH,
17 ieder naar de gave van zijn hand, naar de zegen van JAHWEH, jouw Elohim, die Hij aan jou gaf.
18 Jij zal voor jou rechters en voormannen geven in al jouw poorten, die JAHWEH, jouw Elohim, aan jou geeft voor jouw stammen. En zij spreken recht over het volk met een rechtvaardig oordeel.
19 Jij doet het oordeel niet afbuigen, jij herkent geen gezichten en jij zal geen omkoopgeschenk aannemen, want het omkoopgeschenk maakt de ogen van wijzen blind en ondermijnt de woorden van rechtvaardigen.
20 Rechtvaardigheid, rechtvaardigheid! zal jij najagen, opdat jij zal leven en het land zal pachten dat JAHWEH, jouw Elohim, aan jou geeft.
21 Jij zal voor jouzelf geen Asjerapaal planten, geen enkele boom, naast het altaar van JAHWEH, jouw Elohim, dat jij voor jezelf zal maken.
22 En jij zal voor jezelf geen monument oprichten dat JAHWEH, jouw Elohim, haat."
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 17
|
|