|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En roept tot heel en hij zegt tot hen: "Hoor ! De statuten en de verordeningen die ik vandaag in jullie oren spreek, leer ze en neem ze in acht om ze te doen.
2 JAHWEH, onze Elohim, sneed met ons een verbond bij .
3 Niet met onze vaders sneed JAHWEH dit verbond, maar met ons, wij, dezen hier vandaag, allen van ons die in leven zijn.
4 JAHWEH sprak van aangezichtmv tot aangezichtmv met jullie, op de berg, vanuit het midden van het vuur,
5 (ik stond in die tijd tussen JAHWEH en tussen jullie, om jullie het woord van JAHWEH te vertellen, want jullie vreesden het aangezicht van het vuur. En jullie gingen niet de berg op) zeggend:
6 Ik ben, JAHWEH, jouw Elohim, Die jou uit het land van deed uitgaan, uit het huis van dienaren.
7 Er zal bij jou geen andere elohim voor Mijn aangezicht zijn.
8 Jij zal voor jou geen beeldsnijwerk maken van enige representatie die in de hemelen boven en die op het land beneden en die in de wateren onder de aarde is.
9 Jij zal jezelf voor hen niet neerbuigen en jij zal hen niet dienen, want Ik, JAHWEH, jouw Elohim, ben een jaloerse El, Die gericht brengt over de verdorvenheid van de vaders, aan de zonen en aan derde generaties en aan vierde generaties, aan die mij haten,
10 en vriendelijkheid doe aan duizenden die Mij liefhebben en aan hen die Mijn instructies in acht nemen.
11 En jij zal de naam van JAHWEH, jouw Elohim, niet voor een onbeduidendheid opnemen, want JAHWEH zal niet voor onschuldig houden wie Zijn naam voor een onbeduidendheid opneemt.
12 Jij zal de sabbatdag in acht nemen, om hem te heiligen, zoals JAHWEH, jouw Elohim, jou instructie gaf.
13 Zes dagen zal jij dienen en al jouw werk doen,
14 maar de zevende dag is een sabbat voor JAHWEH, jouw Elohim. Jij zal geen enkel werk doen, jij en jouw zoon en jouw dochter en jouw dienaar en jouw dienstmeisje en jouw stier en jouw ezel en enige van jouw beesten en jouw tijdelijke verblijver die in jouw poorten is, opdat jouw dienaar en jouw dienstmeisje zal rusten zoals jij.
15 En gedenk dat jij dienaar werd in het land van en dat JAHWEH, jouw Elohim, jou van daar met standvastige hand en met uitgestrekte arm deed uitgaan. Daarom gaf JAHWEH, jouw Elohim, jou instructie om de sabbatdag te doen.
16 Verheerlijk jouw vader en jouw moeder, zoals JAHWEH, jouw Elohim, jou instructie gaf, opdat jouw dagen verlengd worden en opdat het goed zal zijn met jou op de grond die JAHWEH, jouw Elohim, aan jou geeft.
17 Jij zal niet moorden,
18 en jij zal geen echtbreuk plegen,
19 en jij zal niet stelen,
20 en jij zal tegen jouw naaste niet antwoorden met een ongefundeerd getuigenis,
21 en jij zal de vrouw van jouw naaste niet begeren, en jij zal naar het huis van jouw naaste, zijn veld en zijn dienaar en zijn dienstmeisje, zijn stier en zijn ezel en iets dat van uw naaste is, niet hunkeren.
22 Deze zijn de woorden die JAHWEH met een grote stem sprak tot heel jullie samenkomst, op de berg, vanuit het midden van het vuur, de wolk en de mistige donkerheid. En Hij voegde niet toe. En Hij schreef ze op twee stenen platen en Hij gaf ze aan mij.
23 En het gebeurde als jullie de stem vanuit het midden van de duisternis horen en de berg verteerd werd door het vuur, dat jullie tot mij naderden, alle hoofden van jullie stammen en jullie oudsten.
24 En jullie zeiden: Aanschouw! JAHWEH, onze Elohim, deed ons Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid zien en wij hoorden Zijn stem vanuit het midden van het vuur. Deze dag zagen we dat Elohim met de mens spreekt, en hij leeft.
25 En nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zal ons verslinden. Indien wij voortgaan met het horen van de stem van JAHWEH, onze Elohim, zullen wij sterven.
26 Want wie is er van enig vlees die de stem van de levende Elohim hoorde spreken vanuit het midden van het vuur, zoals wij, en leeft?
27 Nader jij en hoor alles wat JAHWEH, onze Elohim, zegt. En jij, jij zal tot ons spreken alles wat JAHWEH, onze Elohim, tot jou spreekt. En wij luisteren en wij doen.
28 En JAHWEH hoorde de stem van jullie woorden toen jullie met mij spraken, en JAHWEH zei tot mij: Ik hoorde de stem van de woorden van dit volk die zij tot jou spraken. Zij deden het goede in alles wat zij spraken.
29 Wie zal geven dat dit hart van hen Mij vreest en alle dagen al Mijn instructies in acht neemt, opdat het goed zal zijn met hen en met hun zonen, voor de aion?
30 Ga! Zeg tot hen: Keert terug naar jullie tenten.
31 En jij, sta hier, met Mij, en Ik zal tot jouw spreken over alle instructies en verordeningen die jij hen zal onderwijzen. En zij doen ze in het land dat Ik aan hen geef om het te pachten.
32 En jullie nemen ze in acht, ze doende zoals JAHWEH, jullie Elohim, jullie instructie gaf. Jullie zullen je niet terugtrekken, rechts of links.
33 In heel de weg die JAHWEH, jullie Elohim, jullie instructie gaf zullen jullie gaan, opdat jullie zullen leven en het goed met jullie is, en jullie dagen verlengen in het land dat jullie zullen pachten."
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 6
|
|