|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 "En dit zijn de instructie en de verordeningen en de oordelen die JAHWEH, jullie Elohim, jullie als instructie gaf te onderwijzen, om te doen in het land waarheen jullie oversteken om het te pachten,
2 opdat jij JAHWEH, jouw Elohim, zal vrezen, om al Zijn statuten en zijn instructies in acht te nemen die ik jou als instructie geef, jij en jouw zoon en de zoon van jouw zoon, alle dagen van jouw levenmv, opdat jouw dagen verlengd zullen worden.
3 En jij hoort, , en jij neemt in acht het te doen, opdat het goed met jou zal zijn en opdat jij uitermate zal vermeerderen, zoals JAHWEH, Elohim van jouw vaders, tot jou sprak, in een land gutsend van melk en honing.
4 Hoor, ! JAHWEH, onze Elohim, JAHWEH is Één.
5 En jij hebt JAHWEH, jouw Elohim, lief met heel jouw hart en met heel jouw ziel en met heel jouw intensiteit.
6 En deze woorden, die ik jou vandaag als instructie geef, zijn op jouw hart.
7 En jij herhaalt ze voor jouw zonen, en jij spreekt er over tijdens jouw zitten in jouw huis en tijdens jouw gaan op de weg en bij jouw neerliggen en bij jouw opstaan.
8 En jij bindt ze vast tot teken op jouw hand en zij worden tot voorhoofdsbanden tussen jouw ogen.
9 En jij schrijft ze op de deurposten van jouw huis en op jouw poorten.
10 En het zal zijn dat JAHWEH, jouw Elohim, jou brengt naar het land dat Hij zwoer aan jouw vaders, aan , aan en aan , om aan jou grote en goede steden te geven die jij niet bouwde,
11 en huizen, vol van alle goed, die jij niet vulde, en gehouwen waterreservoirs die jij niet houwde, wijngaarden en olijfbomen die jij niet plantte. En jij eet en jij wordt verzadigd.
12 Pas op voor jezelf, opdat jij JAHWEH niet vergeet, Die jou deed uitgaan uit het land van , uit het huis van dienaren.
13 JAHWEH, jouw Elohim, zal jij vrezen en Hem zal jij dienen en in Zijn naam zal jij zweren.
14 Jullie zullen niet achter andere elohim gaan uit de elohim van de volken die rondom jullie zijn,
15 want JAHWEH, jouw Elohim, is een jaloerse El in jouw midden, opdat de boosheid van JAHWEH, jouw Elohim, niet heet zal zijn tegen jou en Hij jou uitroeit vanaf de oppervlakte van de grond.
16 Jullie zullen JAHWEH, jullie Elohim, niet beproeven zoals jullie beproefden bij .
17 Jullie zullen de instructies van JAHWEH in acht nemen, ja in acht nemen en Zijn getuigenissen en Zijn statuten die Hij jou als instructie gaf.
18 Doe het rechte en het goede in de ogen van JAHWEH, opdat het met jou goed zal zijn. En jij komt en jij pacht het goede land dat JAHWEH aan jouw vaders zwoer,
19 al jouw vijanden wegstotend van voor jouw aangezicht, zoals JAHWEH sprak.
20 Wanneer jouw zoon jou morgen zal vragen, zeggend: Wat zijn de getuigenissen en de statuten en de verordeningen die JAHWEH, onze Elohim, aan jullie als instructie gaf,
21 dan zeg jij tot jouw zoon: Wij waren dienaren voor in , maar JAHWEH deed ons met standvastige hand uitgaan uit .
22 En JAHWEH gaf tekenen en wonderen, grote en kwade, in , tegen en tegen heel zijn huis, voor onze ogen.
23 En Hij deed ons van daar uitgaan om ons te brengen in en aan ons te geven het land dat Hij zwoer aan onze vaders.
24 En JAHWEH gaf ons instructie al deze statuten te doen, JAHWEH, onze Elohim, te vrezen, voor ons eigen goed, alle dagen, om ons in het leven te behouden, zoals deze dag.
25 En er zal rechtvaardigheid voor ons zijn wanneer wij heel deze instructie in acht nemen te doen voor het aangezicht van JAHWEH, onze Elohim, zoals Hij ons instructie gaf."
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 7
|
|