|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 In de derde maand van het uitgaan van de zonen van uit het land van , in deze dag komen zij in de wildernis van .
2 En zij reizen vanaf en zij komen de wildernis van binnen. En legert zich daar in de wildernis, tegenover de berg.
3 En gaat op naar de Elohim. En JAHWEH roept tot hem vanaf de berg, zeggend: "Zo zeg jij tot het huis van en jij vertelt aan de zonen van :
4 'Jullie, jullie zagen wat Ik deed aan . En Ik droeg jullie op vleugels van gieren en Ik bracht jullie bij Mij.
5 En nu, indien jullie zullen luisteren, ja luisteren naar Mijn stem en jullie Mijn verbond in acht nemen, dan zijn jullie voor Mij tot een speciaal bezit onder alle volken, want heel de aarde is van Mij.
6 En jullie, jullie zullen voor Mij zijn tot een koninkrijk van priesters en een heilige natie.' Deze zijn de woorden die jij zal spreken tot de zonen van ."
7 En kwam en hij riep tot de oudsten van het volk en hij plaatste voor hun aangezichten al deze woorden die JAHWEH hem tot instructie gaf.
8 En heel het volk antwoordt samen, en zij zeggen: "Al wat JAHWEH spreekt doen wij." En brengt de woorden van het volk terug bij JAHWEH.
9 En JAHWEH zegt tot : "Aanschouw! Ik kom tot jou in de dichtheid van de wolk, opdat het volk Mijn spreken met jou zal horen en zij ook in jou zullen geloven voor de aion." En vertelt de woorden van het volk aan JAHWEH.
10 En JAHWEH zegt tot : "Ga naar het volk en heilig hen vandaag en morgen, en zij spoelen hun kledingstukken,
11 opdat zij gereed zijn voor de derde dag, want in de derde dag zal JAHWEH, voor de ogen van heel het volk, afdalen op de berg .
12 En jij maakt begrenzing voor het volk, rondom, zeggend: 'Past op voor julliezelf aangaande het opgaan op de berg en voor het aanraken van zijn uiterste. Iedereen die de berg aanraakt wordt ter dood, ja ter dood gebracht.
13 Geen hand zal hem aanraken, want hij zal gestenigd, ja gestenigd worden of hij wordt neergeschoten, ja neergeschoten. Of het een beest is of een mens, hij zal niet leven. Bij het klinken van de alarmhoorn zullen zij de berg opgaan.'"
14 En daalt af van de berg naar het volk en hij heiligt het volk en zij spoelen hun kledingstukken.
15 En hij zegt tot het volk: "Weest gereed voor drie dagen. Het moet niet zo zijn dat jullie dichtbij een vrouw komen."
16 En het gebeurt in de derde dag, bij het aanbreken van de ochtend, dat er geluiden en bliksemflitsen en een massieve wolk zijn op de berg, en het geluid van een ramshoorn, uitermate standvastig. En heel het volk dat in de legerplaats is beeft.
17 En doet het volk uitgaan uit de legerplaats om de Elohim te ontmoeten. En zij stellen zich op in het onderste deel van de berg.
18 En alles van de berg van rookte, met het oog op het feit dat JAHWEH op hem afdaalde in het vuur. En zijn rook stijgt op als rook van de kalkoven. En heel de berg beeft uitermate.
19 En het gebeurt als het geluid van de ramshoorn gaat, uitermate standvastig, en spreekt, dat de Elohim hem antwoordt met een stem.
20 En JAHWEH daalde af op de berg van , op de top van de berg. En JAHWEH roept naar de top van de berg. En ging op.
21 En JAHWEH zegt tot : "Daal af! Getuig voor het volk, opdat zij niet doorbreken naar JAHWEH om te zien, en velen van hen zullen vallen.
22 En ook de priesters, die dichtbij tot JAHWEH komen, zullen zich heiligen, opdat niet JAHWEH tegen hen doorbreekt."
23 En zegt tot JAHWEH: "Het volk kan de berg niet opgaan, want U, U betuigde tot ons, zeggend: 'Begrens de berg en heiligen jullie hem.'"
24 En JAHWEH zegt tot hem: "Ga! Daal af! En jij gaat op en met jou. Maar het moet niet zo zijn dat de priesters en het volk slopen om op te gaan naar JAHWEH, opdat Hij niet tegen hen doorbreekt."
25 En daalt af naar het volk en hij spreekt tot hen.
Terug naar de indexpagina
Naar Exodus 20
|
|