|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En Elohim spreekt al deze woorden, zeggend:
2 "Ik ben JAHWEH, jullie Elohim, Die jullie deed uitgaan uit het land van , uit het huis van dienaren.
3 Er komen bij jullie geen andere elohim voor Mijn aangezicht.
4 Jullie maken voor jezelf geen beeldsnijwerk of enige representatie van wat in de hemelen is, boven, en wat op de aarde is, beneden, en wat in de wateren, beneden de aarde, is.
5 Jullie zullen je voor hen niet neerbuigen en jullie zullen hen niet dienen, want Ik, JAHWEH, jullie Elohim, ben een jaloerse El, Die gericht brengt over de verdorvenheid van de vaders over de zonen, op de derde generaties en op de vierde generaties van die Mij haten,
6 en vriendelijkheid doet aan duizenden die Mij liefhebben en aan die Mijn instructies in acht nemen.
7 Jullie zullen de Naam van JAHWEH, jullie Elohim, niet opnemen voor onbeduidendheid, want JAHWEH zal wie Zijn Naam voor een onbeduidendheid gebruikt niet onschuldig houden.
8 Gedenk de dag van de sabbat, om hem te heiligen.
9 Zes dagen dien jij en doe jij al jouw werk,
10 en de zevende dag is een sabbat tot JAHWEH, jouw Elohim. Jij zal geen enkel werk doen, jij en jouw zoon en jouw dochter, jouw dienaar en jouw dienstmeisje en jouw beest en jouw tijdelijke verblijver die in jouw poorten is.
11 Want in zes dagen maakte JAHWEH de hemelen en de aarde, de zee en alles wat in hen is. En Hij stopte in de zevende dag. Daarom zegent JAHWEH de dag van de sabbat en heiligt Hij hem.
12 Verheerlijk jouw vader en jouw moeder, opdat jouw dagen verlengd zullen worden op de grond die JAHWEH, jouw Elohim, aan jou geeft.
13 Jij vermoordt niet.
14 Jij pleegt geen echtbreuk.
15 Jij steelt niet.
16 Jij antwoordt jouw naaste niet met een onwaar getuigenis.
17 Jij begeert het huis van jouw naaste niet. Jij begeert de vrouw van jouw naaste niet en zijn dienaar en zijn dienstmeisje en zijn stier en zijn ezel en alles wat van jouw naaste is."
18 En heel het volk neemt de geluiden en de fakkels en het geluid van de ramshoorn en de rokende berg waar. En het volk ziet het en zij dolen rond en zij staan van verre.
19 En zij zeggen tot : "Spreek met ons en wij luisteren. En het moet niet zo zijn dat Elohim met ons spreekt, opdat wij niet sterven."
20 En zegt tot het volk: "Het moet niet zo zijn dat jullie vrezen, want de Elohim komt teneinde jullie te beproeven en opdat vrees voor Hem over jullie gezichten is, zodat jullie niet zondigen."
21 En het volk staat van verre en komt dichtbij de mistige donkerheid waar de Elohim was.
22 En JAHWEH zegt tot : "Zo zeg jij tot de zonen van : 'Jullie, jullie zien dat Ik vanuit de hemelen met jullie spreek.
23 Jullie zullen niets naast Mij maken, geen elohim van zilver en elohim van goud zullen jullie voor julliezelf maken.
24 Een altaar van grond zal jij voor Mij maken, en jij offert er jouw opstijgoffers op en jouw vredeoffers, uit jouw kleinvee en jouw grootvee. In elke plaats waar Ik Mijn Naam vermeld, kom Ik tot jou en zegen Ik jou.
25 En indien jij een altaar van stenen maakt, bouw jij het niet van bijgesneden steen. Zodra jij jouw zwaard er over zwaait, dan ontwijdt jij het.
26 En jij gaat niet met trappen op Mijn altaar, opdat jouw naaktheid er niet op onthuld wordt."
Terug naar de indexpagina
Naar Exodus 21
|
|