|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH zegt tot : "Kom tot en zeg tot hem: 'Zo zegt JAHWEH. Zend Mijn volk weg en zij zullen Mij dienen!
2 En indien jij weigert hen weg te zenden, aanschouw!, Ik tref geheel jouw grondgebied met kikkers.
3 En de zal wemelen van kikkers. En zij komen er uit en ze komen jouw huis binnen en in de kamer van jouw bed en op jouw rustbank en in het huis van jouw dienaren en van jouw volk en in jouw bakovens en in jouw deegtroggen.
4 En over jou en over jouw volk en over al jouw dienaren gaan de kikkers op.'"
5 En JAHWEH zegt tot : "Zeg tot : 'Strek jouw hand, met jouw herderstaf er in, uit over de rivieren, over de waterwegen en over de vijvers en doe de kikkers opgaan over het land van !'"
6 En strekt zijn hand uit over de wateren van en de kikker gaat op en bedekt het land van .
7 En zo doen geleerden door hun occultisme, en zij doen de kikkers opkomen over het land van .
8 En roept om en om en hij zegt: "Verzoekt dringend tot JAHWEH dat Hij de kikkers van mij zal doen terugtrekken en van mijn volk en ik zal het volk wegzenden en zij zullen aan JAHWEH offeren."
9 En zegt tot : "Beroem uzelf over mij. Tot wanneer zal ik dringend verzoeken voor u en voor uw dienaren en voor uw volk, dat de kikkers van u en van uw huizen zullen worden afgesneden, maar slechts in de zullen zij overblijven."
10 En hij zegt: "Morgen." En hij zegt: "Het gebeure naar uw woord, opdat u weet dat er geen is zoals JAHWEH, onze Elohim.
11 En de kikkers trekken zich terug van u en van uw huizen en van uw dienaren en van uw volk, slechts in de blijven zij over."
12 En en gaan weg van bij . En schreeuwt tot JAHWEH over de zaak van de kikkers die Hij voor plaatste.
13 En JAHWEH doet naar het woord van en de kikkers sterven, in de huizen, in de gehuchten en in de velden.
14 En ze stapelen ze op, homers, homers. En het land stinkt.
15 En ziet dat de matiging er is en hij verhardt zijn hart en hij luistert niet naar hen, zoals JAHWEH sprak.
16 En JAHWEH zegt tot : "Zeg tot : 'Strek jouw herderstaf uit en sla de losse aarde van het land en ze wordt tot luis in heel het land van .'"
17 En zo doen zij. En strekt zijn hand, met zijn herderstaf er in, uit en hij slaat de losse aarde van het land. En ze wordt tot de luis aan de mens en aan het beest. Alle losse aarde van het land werd tot luizen in heel het land van .
18 En zo doen ook de geleerden door hun occultisme, om de luizen voort te brengen, en zij kunnen het niet. En de luis is op de mens en op het beest.
19 En de geleerden zeggen tot : "Dit is de vinger van Elohim." En het hart van is standvastig en hij luistert niet naar hen, zoals JAHWEH sprak.
20 En JAHWEH zegt tot : "Sta vroeg in de ochtend op en stel jezelf op voor het gezicht van . Aanschouw! Hij gaat uit naar het watermv. En jij, zeg dit tot hem: 'Zo zegt JAHWEH: 'Zend Mijn volk weg en zij zullen Mij dienen!
21 Want indien jij Mijn volk niet wegzendt, aanschouw!, Ik zal op jou en op jouw dienaren en op jouw volk en in jouw huizen een mengelmoes van vliegen zenden. En de huizen van zijn vol van de mengelmoes van vliegen, en ook de grond waarop ze zijn.
22 En Ik zal in die dag een onderscheid maken voor het land van , waarop Mijn volk staat, zodat daar de mengelmoes van vliegen niet komt, zodat jij zal weten dat Ik, JAHWEH, in het midden van het land ben.
23 En Ik plaats een loskoping tussen Mijn volk en tussen jouw volk. Morgen zal dit teken zijn.'"
24 En JAHWEH doet zo. En er kwam een zware mengelmoes van vliegen naar het huis van en naar het huis van zijn dienaren en in heel het land van . En het land wordt geruïneerd door het gezicht van de mengelmoes van vliegen.
25 En roept om en om en hij zegt: "Gaat! Offert aan jullie Elohim in het land!"
26 En zegt: "Het is niet gebruik zo te doen. Want het is een verafschuwing voor naren als wij offeren aan JAHWEH, onze Elohim. Aanschouw! Als wij zullen offeren en het is in hun ogen een gruwel voor naren, zullen zij ons niet stenigen?
27 Wij zullen een weg van drie dagen gaan in de wildernis en wij offeren aan JAHWEH, onze Elohim, zoals Hij tot ons zegt."
28 En zegt: "Ik, ik zal jullie wegzenden en jullie offeren aan JAHWEH, jullie Elohim, in de wildernis, maar jullie zullen niet ver gaan. Verzoekt dringend aangaande mij!"
29 En zegt: Aanschouw! Ik ga bij u weg en ik verzoek dringend tot JAHWEH dat morgen de mengelmoes van vliegen wegtrekt van , van zijn dienaren en van zijn volk. Maar het moet niet zo zijn dat verder gaat met bagatelliseren, door het volk niet weg te zenden om aan JAHWEH te offeren."
30 En gaat weg van en hij verzoekt dringend tot JAHWEH.
31 En JAHWEH doet zoals het woord van . En de mengelmoes van vliegen trekt zich terug van , van zijn dienaren en van zijn volk. Niet één bleef over.
32 En verhardde zijn hart, ook deze keer. En hij zond het volk niet weg.
Terug naar de indexpagina
Naar Exodus 9
|
|