|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En van daar reist naar de . En hij woont tussen en tussen en hij verblijft tijdelijk in .
2 En zegt over , zijn vrouw: "Zij is mijn zuster." En , de koning van , zendt iemand en hij neemt .
3 En Elohim komt tot in de nacht in een droom en Hij zegt tot hem: "Aanschouw! Stervend ben jij vanwege de vrouw die jij nam, want zij is bezit van een bezitter."
4 En kwam nog niet dichterbij tot haar en hij zegt: "Mijn Heer, doodt U zelfs een rechtvaardige natie?
5 Zei hij niet tot mij: 'Zij is mijn zuster?' En zij zei ook: 'Hij is mijn broeder.' Ik deed dit in de integriteit van mijn hart en in de onschuld van mijn handpalmen."
6 En de Elohim zegt ook in de droom tot hem: "Ik weet dat jij dit deed in de integriteit van jouw hart, en Ik weerhoud jou er ook van tegen Mij te zondigen. Daarom gaf Ik niet aan jou haar aan te raken.
7 En breng nu de vrouw van de man terug, want hij is een profeet en hij bidt aangaande jou en jij zal leven! En indien jij haar niet terugbrengt, weet dat jij stervend zal sterven, jij en allen die met jou zijn."
8 En staat vroeg in de ochtend op en hij roept al zijn dienaren en hij spreekt al deze woorden in hun oren. En de mannen vrezen uitermate.
9 En roept om en hij zegt: "Wat doe je met ons? En wat zondigde ik tegen jou, dat je over mij en over mijn koninkrijk grote zonde bracht? Daden die niet gedaan worden, deed jij met mij!"
10 En zegt tot : "Wat zag jij, dat jij deze zaak deed?"
11 En zegt: "Omdat ik zei: 'Er is zeker geen vrees voor Elohim in deze plaats. En zij doden mij vanwege de zaak van mijn vrouw'.
12 En ook is zij echt mijn zuster. Zij is de dochter van mijn vader, maar niet de dochter van mijn moeder. En zij is mij tot vrouw geworden.
13 En het is gebeurd toen Elohim mij deed afdwalen van het huis van mijn vader, dat ik tot haar zei: 'Dit is de vriendelijkheid die jij voor mij doet. In iedere plaats waar wij komen, daar zeg jij van mij: Hij is mijn broeder'."
14 En neemt kleinvee en grootvee en dienaren en dienaressen en hij geeft die aan , en hij brengt aan hem , zijn vrouw, terug.
15 En zegt: "Aanschouw! Mijn land is voor jouw aangezicht. Woon waar het goed is in jouw ogen."
16 En tot zegt hij: "Aanschouw! Ik geef duizend zilverstukken aan jouw broeder. Aanschouw! Het is voor jou een bedekking van de ogen, voor allen die met jou zijn. En hiermee is alles gerehabiliteerd geworden."
17 En bidt tot de Elohim en Elohim geneest en zijn vrouw en zijn dienstmeisjes. En zij baren.
18 Want JAHWEH beteugelde om te beteugelen elke baarmoeder van het huis van , vanwege de zaak van , de vrouw van .
Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 21
|
|