|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH merkte op, zoals Hij zei. En JAHWEH doet voor zoals Hij sprak.
2 En wordt zwanger en zij baart voor een zoon in zijn ouderdom, op de afgesproken tijd, die Elohim tot hem had gesproken.
3 En noemt de naam van zijn zoon die aan hem geboren werd, die voor hem baarde, .
4 En besnijdt , zijn zoon, als zoon van acht dagen, zoals Elohim hem instructie gaf.
5 En is een zoon van honderd jaren als , zijn zoon, aan hem geboren wordt.
6 En zegt: "Elohim doet met mij lachen. Een ieder die het hoort lacht met mij."
7 En zij zegt: "Wie spreekt tot : ' zoogt zonen'? Want ik baarde een zoon in zijn ouderdom."
8 En de jongen wordt groot en hij wordt gespeend. En maakt een groot feestmaal op de dag dat gespeend werd.
9 En ziet de zoon van , de Egyptische, belachelijk maken*1) die zij baarde voor .
10 En zij zegt tot : "Drijf dit dienstmeisje en haar zoon uit, zodat de zoon van dit dienstmeisje niet overneemt van mijn zoon, van ."
11 En het woord in verband met zijn zoon is uitermate kwaad in de ogen van Abraham.
12 En Elohim zegt tot : "Het moet niet zo zijn dat het kwaad is in jouw ogen vanwege de knaap en vanwege jouw dienstmeisje. Al wat tot jou zei, luister naar haar stem, want in zal jouw zaad genoemd worden.
13 En ook de zoon van het dienstmeisje plaats Ik tot een natie, omdat hij jouw zaad is."
14 En staat vroeg in de ochtend op en hij neemt brood en een veldfles met watermv en geeft het aan en plaatst het op haar schouderblad, met de jongen. En hij zendt haar weg, en zij gaat. En zij dwaalt af in de wildernis van .
15 En het watermv in de veldfles komt ten einde en zij gooit de jongen onder één van de struiken.
16 En zij gaat en zij zet zich neer op een afstand, zo ver als de boog geschoten wordt. Want zij zei: "Het moet niet zo zijn dat ik de dood van de jongen zie." En zij zit op een afstand en zij heft haar stem op. En zij huilt.
17 En Elohim hoort de stem van de knaap. En een boodschapper van Elohim roept tot vanaf de hemelen en hij zegt tot haar: "Wat is er met jou, ? Het moet niet zo zijn dat jij vreest, want Elohim luistert naar de stem van de jongen waar hij is.
18 Sta op! Neem de knaap op en houd hem met jouw hand vast, want Ik zal hem plaatsen tot een grote natie."
19 En Elohim ontsluit haar ogen en zij ziet een put van watermv. En zij gaat en zij vult de veldfles met watermv. En zij geeft de knaap te drinken.
20 En Elohim is met de knaap en hij wordt groot, en hij woont in de wildernis. En hij wordt iemand die goed is met de boog.
21 En hij woont in de wildernis van . En zijn moeder neemt voor hem een vrouw uit het land .
22 En het is in deze tijd dat , en , overste van zijn leger, spreekt met , zeggend: "Elohim is met jou in alles wat jij doet.
23 En nu, zweer tot mij bij Elohim, aanschouw, dat jij niet jij handelt in onwaarheid tegen mij en tegen mijn nakomeling en tegen mijn nageslacht! Naar de vriendelijkheid die ik jou gaf, doe jij met mij en met het land waarin jij tijdelijk verblijft."
24 En zegt: "Ik, ik zweer het!"
25 En berispt naar aanleiding van een put van watermv, die dienaren van roofden.
26 En zegt: "Ik weet niet wie deze zaak deed, en ook vertelde jij het mij niet en bovendien hoorde ik er niet over, behalve vandaag."
27 En neemt kleinvee en grootvee en hij geeft het aan en zij beiden snijden een verbond.
28 En stelt zeven ooilammeren van het kleinvee voor hen alleen.
29 En zegt tot : "Wat zijn deze zeven ooilammeren, die jij apart hebt gesteld?"
30 En hij zegt: "Dat jij deze zeven ooilammeren uit mijn hand neemt, opdat jij voor mij tot getuige zal zijn, dat ik deze put delfde."
31 En daarom noemde hij de plaats , omdat zij beiden daar gezworen hadden.
32 En zij snijden het verbond in . En en , de overste van zijn menigte, staan op en zij keren terug naar het land van de Filistijnen.
33 En hij plantte een tamarisk in , en hij roept daar aan in de naam van JAHWEH, El van de aion.
34 En verbljft tijdelijk in het land van de Filistijnen, vele dagen.
*1) - belachelijk maken. Het Hebreeuws heeft hier "mtzchq" (uitspraak: mitsache). Elders (Gen. 26:8) wordt dit woord in de NBG vertaald met "minnekozen" (Isaäk met Rachel). Volgens experts in het Hebreeuws heeft "mtzchq" onder andere een seksuele lading. Kan het zo zijn dat Sara zag dat de ongeveer 16 a 17 jarige Ismaël probeerde haar 3 a 4 jarige zoon Isaäk seksueel te misbruiken? Abraham kon niet anders doen dan Hagar en Ismaël wegzenden. Als het alleen om "bespotten" of "belachelijk maken" zou gaan, zou dit wel een bijzonder zware straf zijn.
Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 22
|
|