|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En roept en hij zegent hem. En hij geeft hem instructie, en hij zegt tot hem: "Jij zal niet een vrouw nemen uit de dochters van .
2 Sta op! Ga naar , naar het huis van , de vader van jouw moeder, en neem van daar een vrouw voor jou uit de dochters van , de broeder van jouw moeder.
3 En El, Die toereikend verschaft, zal jou zegenen en Hij zal jou vruchtbaar maken en Hij zal jou vermeerderen en jij wordt tot een samenkomst van volken.
4 En Hij zal aan jou de zegen van geven, aan jou en aan jouw zaad dat met jou is, om jouw land te pacht van jouw tijdelijk verblijfmv, dat Elohim gaf aan ."
5 En zendt weg en hij gaat naar , naar , de zoon van , de Arameeër, de broeder van , de moeder van en .
6 En ziet dat zegent en hij hem naar zendt om voor hem van daar een vrouw te nemen. En bij zijn zegenen geeft hij hem instructie, zeggend: "Jij zal geen vrouw nemen uit de dochters van ."
7 En luistert naar zijn vader en naar zijn moeder. En hij gaat naar .
8 En ziet dat de dochters van kwaden waren in de ogen van , zijn vader.
9 En gaat naar en hij neemt , dochter van , de zoon van , de zus van , tot zich als vrouw van zijn vrouwen.
10 En gaat uit van en hij gaat naar .
11 En hij komt aan in de plaats en hij overnacht daar, want de zon ging onder. En hij neemt van de stenen van de plaats en hij plaatst die als zijn hoofdkussenmv. En hij ligt neer in die plaats.
12 En hij droomt, en aanschouw!, een ladder staat opgesteld naar de aarde en de top er van raakt de hemelen. En aanschouw!, boodschappers van Elohim gaan er op en dalen af.
13 En aanschouw! JAHWEH staat bij hem en Hij zegt: "Ik ben JAHWEH, Elohim van , jouw vader, en Elohim van . Het land waarop jij ligt, Ik geef het aan jou en aan jouw zaad.
14 En jouw zaad zal worden als losse aarde van het land. En jij breekt door naar het westen en naar het oosten en naar het noorden en naar het zuiden. En alle families van de grond worden in jou gezegend en in jouw zaad.
15 En aanschouw! Ik ben met jou en Ik bewaar jou, overal waarheen jij gaat. En Ik breng jou terug naar deze grond, want Ik verlaat jou niet, tot wanneer Ik doe wat Ik tot jou heb gesproken."
16 En ontwaakt uit zijn slaap en hij zegt: "Zeker! JAHWEH is in deze plaats en ik wist het niet!"
17 En hij vreest en hij zegt: "Hoe vreeswekkend is deze plaats! Dit is niet anders dan een huis van Elohim en dit is een poort van de hemelen!"
18 En staat vroeg in de ochtend op en hij neemt de steen die hij plaatste als zijn hoofdkussenmv. En hij plaatst deze als een monument en hij giet olie over haar bovenkant.
19 En hij noemt de naam van die plaats , hoewel vroeger de naam van de stad was.
20 En belooft plechtig een plechtige belofte, zeggend: "Indien Elohim met mij is en mij bewaart op deze weg die ik ga, en mij brood te eten geeft en een kledingstuk om aan te doen,
21 en ik in vrede terugkeer naar het huis van mijn vader, dan is JAHWEH mij tot Elohim!
22 En deze steen, die ik plaatste als monument, is huis van Elohim, en van al wat U geeft, een tiende, ja een tiende er van zal Ik U geven!"
Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 29
|
|