|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH zei tot : "Kom, ga jij en heel jouw huis in de ark, want Ik zie jou als rechtvaardig voor Mijn aangezicht in deze °generatie.
2 Van elk rein beest neem jij zeven paar met jou, zeven mannetjes en hun vrouwtjes, en van het beest dat onrein is twee, een mannetje en zijn vrouwtje;
3 ook van wat vliegt in de hemelen zeven paren, zeven mannelijk en vrouwelijk, om zaad in leven te houden op het oppervlak van heel de aarde.
4 Want over zeven dagen zal Ik het veertig dagen en veertig nachten doen regenen op de aarde en Ik wis al het opgestane uit dat Ik maakte van het oppervlak van de grond.
5 En deed alles waarover JAHWEH hem instructie gaf.
6 En was een zoon van zeshonderd jaren en de zondvloed van wateren kwam op de aarde.
7 En en zijn zonen en zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen kwamen met hem naar de ark vanwege het gezicht van de wateren van de zondvloed.
8 Van het beest dat rein is en van het beest dat onrein is en van wat vliegt en alles wat bewoog op de grond,
9 twee aan twee kwamen zij naar , naar de ark, mannelijk en vrouwelijk, zoals Elohim instructie gaf.
10 En het is na zeven dagen dat de wateren van de zondvloed op het land kwamen.
11 In het zeshonderdste jaar van het levenmv van , in de tweede maand, in de zeventiende dag van de maand, in deze dag werden alle springbronnen van de immense waterdiepte opengereten en spleten van de hemelen werden geopend,
12 en de stortbui kwam op de aarde, veertig dagen en veertig nachten.
13 In diezelfde dag kwamen en en en , de zonen van en de vrouw van en de drie vrouwen van zijn zonen met hen naar de ark,
14 zij en elk wilde dier naar zijn soort en van elk beest naar zijn soort en elke kruiper die kruipt op de aarde naar zijn soort en elk van wat vliegt naar zijn soort, van elke vogel van elke vleugel.
15 En zij komen naar , naar de ark, twee aan twee, van al het vlees dat in zich geest van levenmv heeft.
16 En die kwamen, mannelijk en vrouwelijk, van alle vlees, zij kwamen zoals Elohim hem instructie gaf. En JAHWEH sluit de ark rondom hem.
17 En de zondvloed is veertig dagen op de aarde en de wateren vermeerderen en zij heffen de ark op en zij is hoog van de aarde verheven.
18 En de wateren zijn machtig en zij vermeerderen uitermate op de aarde en de ark gaat op de oppervlakte van de wateren.
19 En de wateren zijn uitermate, uitermate machtig op de aarde en alle bergen, die verheven zijn onder alle hemelen, worden bedekt;
20 vijftien ellen hoger zijn de wateren machtig en de bergen worden bedekt.
21 En alle vlees dat beweegt op de aarde overlijdt, van wat vliegt en van het beest en van het wilde dier en elk wemelend ding dat wemelt op de aarde en elk °mens.
22 Al wat adem van de geest van levenmv in zijn neusgaten had, alles wat op het opgedroogde was, stierf.
23 En al het opgestane dat op de oppervlakte van de grond was, van mens tot beest tot kruiper en tot wat vliegt van de hemelen, wist Hij uit. En zij worden uitgewist van de aarde. En ja, en die met hem in de ark zijn blijven over.
24 En de wateren zijn honderd en vijftig dagen machtig over de aarde.
Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 8
|
|