Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jozua
Hoofdstuk 24

   
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)

1 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt verzamelt alle stammen van IsraëlIsraël = strijder van God bij SichemSichem = rug of schouder en hij roept om de oudsten van IsraëlIsraël = strijder van God en om haar hoofden en om haar rechters en om haar voormannen, en zij stellen zich op voor het aangezicht van de Elohim.
2 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt zegt tot heel het volk: "Zo zegt JAHWEH, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God. Aan de overkant van de rivier woonden jullie vaders vanaf de aion, TerachTerach = rustplaats, oponthoud, vader van AbrahamAbraham = vader van een menigte of aanvoerder van een menigte en vader van NachorNachor = snorker, en zij dienden andere elohim. En dit zijn de documenten van Terah. Terah verwekte Abram, Nahor en Haran. En Haran verwekte Lot. (SW)[Gen. 11:27]
3 En Ik nam jullie vader AbrahamAbraham = vader van een menigte of aanvoerder van een menigte van de overkant van de rivier en Ik deed hem gaan door heel het land KanaänKanaän = purper of purperland, en Ik vermeerderde zijn zaad en Ik gaf aan hem IsaäkIsaäk = lachen. 1 En JAHWEH zegt tot Abram: Ga uit jouw land en uit jouw familie en uit het huis van jouw vader, naar het land dat Ik jou zal tonen.
2 En Ik zal jou tot een grote natie maken en Ik zal jou zegenen en Ik zal jouw naam groot maken. En wordt een zegen!
3. En Ik zal zegenen die jou zegenen en die jou niet achten zal Ik vervloeken. En in jou worden alle families van de grond gezegend (SW)
[Gen. 12:1-3]
1 En JAHWEH bezocht Sara, zoals Hij zei. En JAHWEH doet voor Sara zoals Hij sprak.
2 En Sara wordt zwanger en baart voor Abraham een zoon in zijn ouderdom, op de aangewezen tijd, waarvan Elohim tot hem had gesproken.
3 En Abraham noemt de naam van zijn zoon die aan hem geboren werd, die Sara voor hem baarde, Isaäk. (SW)
[Gen. 21:1-3]

4 En Ik gaf aan IsaäkIsaäk = lachen JakobJakob = hielenlichter en EsauEsau = ruig (-harig). En Ik gaf aan EsauEsau = ruig (-harig) het gebergte van SeïrSeïr = harig, ruig om het te pachten. En JakobJakob = hielenlichter en zijn zonen, zij daalden af naar EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn). 24 En haar dagen werden vervuld om te baren, en zie! er is een tweeling in haar buik.
25 En de eerste komt naar buiten, rossig, helemaal als een harige bontmantel. En zij noemen zijn naam Esau.
26 En daarna kwam zijn broer naar buiten. En zijn hand houdt de hiel van Esau vast. En zij noemen zijn naam Jakob. En Isaäk was zoon van zestig jaren toen hij hen verwekte. (SW)
[Gen. 25:24-26]
En Esau verblijft in het gebergte van Seïr. Esau, hij is Edom. (SW)[Gen. 36:8] 4 Ik, Ik zal met jou afdalen naar Egypte en Ik, Ik zal jou ook zeker doen opgaan. En Jozef zal zijn hand op jouw ogen leggen.
5 En Jakob staat op van Beer-Sheba. En de zonen van Israël dragen Jakob, hun vader, en hun kleuters en hun vrouwen in de karren die Farao zond om hen te dragen.
6 En zij nemen hun vee en hun goederen die zij in het land van Kanaän hadden, en zij komen naar Egypte, Jakob en al zijn zaad met hem,
7 zijn zonen en de zonen van zijn zonen met hem, zijn dochters en de dochters van zijn zonen, en al zijn zaad bracht hij met zich naar Egypte. (SW)
[Gen. 46:4-7]

5 En Ik zond MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen en AäronAäron = lichtbrenger en Ik trof EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn), zoals Ik deed in hun midden, en daarna deed Ik jullie uitgaan.
6 En Ik deed jullie vaders uitgaan uit EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn), en jullie kwamen bij de zee, en de EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn)naren achtervolgden jullie vaders met de strijdwagen en met ruiters naar de Zee van Rietgras.
7 En zij schreeuwden tot JAHWEH en Hij plaatste somberheid tussen jullie en tussen de EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn)naren en Hij bracht de zee over hen en hij bedekte hen. En jullie ogen zagen wat Ik deed in EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn), en jullie woonden vele dagen in de wildernis.
8 En Ik bracht jullie naar het land van de Amoriet, die woont aan de overkant van de JordaanJordaan = de afdalende, en zij vochten met jullie. En Ik gaf hen in jullie hand en jullie namen hun land over en Ik roeide hen uit van voor jullie aangezichten.
9 En BalakBalak = (God heeft) verwoest, zoon van SipporSippor = vogel, koning van MoabMoab = (afstammend) van de vader, stond op en hij vocht tegen IsraëlIsraël = strijder van God, en hij zond en hij riep om BileamBileam = verslinder van het volk, zoon van BeorBeor = brandende fakkel, om tegen jullie een vloek uit te spreken.
10 En Ik wilde niet luisteren naar BileamBileam = verslinder van het volk en hij zegende, ja zegende jullie, en Ik redde jullie uit zijn hand.
11 En jullie staken de JordaanJordaan = de afdalende over en jullie kwamen bij JerichoJericho = ? maanstad of palmenstad, en zij vochten tegen jullie, de bezitters van JerichoJericho = ? maanstad of palmenstad, de AmorietAmoriet = een spreker en de Perizziet en de KanaänKanaän = purper of purperlandiet en de Hethiet en de Girgasiet, de Chiwwiet en de JebusiJebusi = nakomelingen van Jebus (Jebus = dorsvloer)et, en Ik gaf hen in jullie hand. 14 En het gebeurt bij het opbreken van hun tenten door het volk om de Jordaan over te steken, en de priesters die de kist van het verbond dragen voor het aangezicht van het volk,
15 dat zij die de kist dragen bij de Jordaan komen. En de voeten van de priesters die de kist dragen werden ondergedompeld aan de rand van het water. En de Jordaan is vol op al zijn oevers, alle dagen van de oogst.
16 En het water dat afdaalde aan de bovenkant staat stil. En er rees een waterhoos, zeer ver van de stad Adam, die is aan de zijde van Zarethan. En het afdalende water naar de zee van de vlakte, de zee van het zout, hield op; het was afgesneden. En het volk stak over tegenover Jericho.
17 En de priesters die de kist van het verbond van JAHWEH dragen, staan in het drooggelegde gebied in het midden van de Jordaan, rechtop. En heel Israël steekt over in het drooggelegde gebied, tot heel de natie klaar was met het oversteken van de Jordaan. (SW)
[Joz. 3:14-17]

12 En Ik zond voor jullie aangezichten de horzel en die verdrijft hen van voor jullie aangezichten, twee koningen van de AmorietAmoriet = een spreker en, niet door jouw zwaard en niet door jouw boog. En Ik zend de horzel voor jou uit en die drijft de Hiviet, de Kanaäniet en de Hittiet van voor jullie aangezicht weg. (SW)[Exo. 23:28]
13 En Ik gaf aan jullie een land waarin jullie niet gearbeid hebben en steden die jullie niet bouwden, en jullie wonen er in; jullie eten van wijngaarden en olijfbomen die jullie niet plantten. 10 En het zal zijn dat JAHWEH, jouw Elohim, jou brengt naar het land dat Hij zwoer aan jouw vaders, aan Abraham = vader van een menigte of aanvoerd, aan Isaäk en aan Jakob, om aan jouw grote en goede steden te geven die jij niet bouwde,
11 en huizen, vol van alle goed, die jij niet vulde, en uitgehouwen waterreservoirs die jij niet houwde, wijngaarden en olijfbomen die jij niet plantte. En jij eet en jij bent bevredigd. (SW)
[Deut. 6:10,11]

14 En nu, vreest JAHWEH en dient Hem, in integriteit en met trouw, en doet de elohim weg die jullie vaders dienden aan de overkant van de rivier en in EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn), en dient JAHWEH.
15 En indien het kwaad is in jullie ogen om JAHWEH te dienen, kiest voor jullie vandaag wie jullie zullen dienen, hetzij een elohim die jullie vaders dienden, die aan de overkant van de rivier is, hetzij een elohim van de AmorietAmoriet = een spreker en, in wiens land jullie woonden, maar ik en mijn huis wij dienen JAHWEH."
16 En het volk antwoordt en het zegt: "Het zij verre van ons om JAHWEH te verlaten, om andere elohim te dienen,
17 want JAHWEH is onze Elohim, Die ons en onze vaders deed opgaan uit het land van EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn), uit het huis van dienaren en Die voor onze ogen deze grote tekenen deed. En Hij bewaakte ons op heel de weg die wij er in gingen en tegen alle volken door wiens midden wij passeerden.
18 En JAHWEH dreef alle volken uit, zelfs de AmorietAmoriet = een spreker de bewoner van het land, van voor onze aangezichten. Ook wij, wij dienen JAHWEH, want Hij is onze Elohim."
19 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt zegt tot het volk: "Jullie zullen JAHWEH niet kunnen dienen, want Hij is een heilige Elohim; Hij is een jaloerse El. Hij zal jullie overtreding en jullie zonden niet verdragen.
20 Wanneer jullie JAHWEH verlaten en jullie een uitheemse elohim dienen, dan keert Hij terug en brengt Hij kwaad over jullie en maakt Hij een einde aan jullie, nadat Hij goed voor jullie deed."
21 En het volk zegt tot JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt: "Nee, want wij dienen JAHWEH!"
22 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt zegt tot het volk: "Jullie zijn getuigen tegen jezelf, want jullie, jullie kozen voor jezelf JAHWEH om Hem te dienen." En zij zeggen: "Getuigen!"
23 "En nu, doet de elohim van de uitheemse weg, die in jullie midden is, en strekt jullie hart uit naar JAHWEH, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God."
24 En het volk zegt tot JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt: "Wij dienen JAHWEH, onze Elohim, en naar Zijn stem luisteren wij."
25 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt snijdt in die dag een verbond met het volk en hij plaatst voor hen een wet en een verordening in SichemSichem = rug of schouder.
26 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt schrijft deze woorden in de boekrol van de wet van Elohim. En hij neemt een grote steen en hij richt deze daar op, onder de terebint die in het heiligdom van JAHWEH is.
27 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt zegt tot heel het volk: "Aanschouwt deze steen! Hij is tegen ons als getuigenis, want hij hoorde alle gezegden van JAHWEH die Hij met ons sprak en hij is voor jullie tot getuigenis, opdat jullie niet huichelen tegen jullie Elohim."
28 En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt zendt het volk heen, een ieder naar zijn lotbezit.
29 En het gebeurt na deze dingen dat JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt, zoon van NunNun = vis, dienaar van JAHWEH, sterft, een zoon van honderd en tien jaren.
30 En zij begraven hem in het grondgebied van zijn lotbezit, in Timnat-SerachTimnat-Serach = boventallig aandeel, dat is in het gebergte van EfraïmEfraïm = dubbel vruchtbaar, ten noorden van de berg GaäsGaäs = beving.
31 En IsraëlIsraël = strijder van God diende JAHWEH alle dagen van JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt en alle dagen van de oudsten die de dagen na JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt verlengden, die elke daad van JAHWEH kenden die Hij voor IsraëlIsraël = strijder van God deed.
32 En de botten van JozefJozef = JAH moge mij (er nog een andere zoon) aan toevoegen, die de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God uit EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) deden opgaan, begroeven zij in SichemSichem = rug of schouder, in een portie van het veld dat JakobJakob = hielenlichter kocht van de zonen van HemorHemor = ezel, vader van SichemSichem = rug of schouder, voor honderd kesita; en zij zijn voor de zonen van JozefJozef = JAH moge mij (er nog een andere zoon) aan toevoegen tot lotbezit.
33 En EleazarEleazar = God is hulp, zoon van AäronAäron = lichtbrenger, sterft. En zij begraven hem in de heuvel van PinechasPinechas = mond van brons, zijn zoon, die aan hem werd gegeven in het gebergte van EfraïmEfraïm = dubbel vruchtbaar.

Terug naar de indexpagina
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.