|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En het gebeurt in de achtste dag dat en zijn zonen en de ouden van roept.
2 En hij zegt tot : "Neem voor jou een kalf, een zoon van het grootvee, als zondeoffer en een ram als opstijgoffer, onberispelijken, en doe ze naderen voor het aangezicht van JAHWEH.
3 En jij spreekt tot de zonen van , zeggend: 'Neemt een harige van de geiten als zondeoffer en een kalf en een mannelijk lam, zonen van een jaar, onberispelijken, als opstijgoffer,
4 en een stier en een ram als vredeoffers, om te offeren voor het aangezicht van JAHWEH, en een erkenningsoffer dat vermengd is met olie, want vandaag verschijnt JAHWEH aan jullie.'"
5 En zij nemen wat instructie geeft voor het aangezicht van de tent van de afspraak, en heel de vergadering komt naderbij en zij staan voor het aangezicht van JAHWEH.
6 En zegt: "Dit is de zaak die JAHWEH instructie geeft dat jullie doen, en de heerlijkheid van JAHWEH verschijnt aan jullie."
7 En zegt tot : "Kom naderbij tot het altaar en maak jouw zondeoffer en jouw opstijgoffer en maak een beschutting aangaande jou en aangaande het volk, en maak het naderingsgeschenk van het volk en maak aangaande hen een beschutting, zoals JAHWEH instructie geeft."
8 En komt naderbij naar het altaar en hij slacht het kalf van het zondeoffer, dat voor hem was.
9 En de zonen van brengen het bloed bij hem. En hij doopt zijn vinger in het bloed en hij doet het op de horens van het altaar. En het bloed giet hij op het fundament van het altaar.
10 En het vet en de nieren en de uitstulping van de lever van het zondeoffer doet hij roken op het altaar, zoals JAHWEH instructie geeft.
11 En het vlees en de huid verbrandt hij in het vuur, buiten de legerplaats.
12 En hij slacht het opstijgoffer en de zonen van presenteren hem het bloed en hij sprenkelt het op het altaar, rondom.
13 En zij presenteren hem het opstijgoffer met zijn stukken en het hoofd, en hij doet het roken op het altaar.
14 En hij wast de ingewanden en de schenkels, en hij doet ze roken op het opstijgoffer, op het altaar.
15 En hij brengt het naderingsgeschenk van het volk naderbij en hij neemt de harige geit van het zondeoffer, die voor het volk is, en hij slacht hem en hij maakt hem tot een zondeoffer, zoals de eerste.
16 En hij brengt het opstijgoffer naderbij en hij doet er mee naar de verordening.
17 En hij brengt het erkenningsoffer naderbij en hij vult zijn handpalm er mee. En hij doet het roken op het altaar, behalve het opstijgoffer van de ochtend.
18 En hij slacht de stier en de ram, het slachtoffer van de vredeoffers die voor het volk zijn. En de zonen van presenteren het bloed aan hem en hij sprenkelt het op het altaar, rondom.
19 En de vette delen van de stier en van de ram, de vetstaart en het bedekkende vet en de nieren en de uitstulping van de lever,
20 en zij plaatsen de vette delen op de borststukken en hij doet de vette delen roken op het altaar.
21 En de borststukken en het rechter been wuift als een wuifoffer voor het aangezicht van JAHWEH, zoals JAHWEH instructie geeft.
22 En heft zijn handen op naar het volk en hij zegent hen. En hij daalt af na het maken van het zondeoffer en het opstijgoffer en de vredeoffers.
23 En en komen tot de tent van de afspraak. En zij gaan uit en zij zegenen het volk. En heerlijkheid van JAHWEH verschijnt aan heel het volk.
24 En vuur gaat uit vanaf het aangezicht van JAHWEH en het verslindt het opstijgoffer en de vette delen op het altaar en heel het volk ziet het. En zij jubelen en ze vallen op hun aangezichten.
Terug naar de indexpagina
Naar Leviticus 10
|
|