|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
2 "Maak voor jou twee trompetten van zilver. Een gedreven werk zal jij ze maken en zij worden voor jou voor de bijeenkomst van de vergadering en voor het reizen van de legerkampen.
3 Wanneer zij ze blazen komt heel de vergadering samen bij jou, bij de opening van de tent van de afspraak.
4 En wanneer zij op één blazen, dan komen de vorsten samen bij jou, de hoofden van duizenden van .
5 Wanneer jullie een kort luid signaal blazen, dan reizen de legerkampen die zich naar het oosten legerden.
6 Wanneer jullie een tweede luid signaal blazen, dan reizen de legerkampen die naar het zuiden gelegerd zijn. Zij blazen een kort luid signaal voor hun opbreken.
7 En voor het doen samenkomen van de samenkomst blazen jullie lang en jullie blazen niet een kort luid signaal.
8 En de zonen van , de priesters, zullen op de trompetten blazen. En zij zijn voor jullie tot een statuut voor de aion voor jullie generaties.
9 En wanneer jullie in jullie land in oorlog komen tegen de benauwer die jullie benauwt, dan blazen jullie een luid signaal op de trompetten. Dan worden jullie herdacht voor het aangezicht van JAHWEH, jullie Elohim, en jullie worden gered van jullie vijanden.
10 En in de dag van jullie vreugde en in jullie afgesproken tijden en in het begin van jullie maanden, blazen jullie op de trompetten over jullie opstijgoffers en over de slachtoffers van jullie vredeoffers. En zij zijn voor jullie tot een herinnering voor het aangezicht van jullie Elohim. Ik ben JAHWEH, jullie Elohim."
11 En het gebeurt in het tweede jaar, in de tweede maand, in de twintigste van de maand, dat de wolk werd opgenomen van boven de verblijfplaats van het getuigenis.
12 En de zonen van breken op voor hun reizen uit de wildernis van de . En de wolk verblijft in de wildernis van .
13 En zij breken voor de eerste keer op op bevel van JAHWEH, door de hand van .
14 En het vaandel van het legerkamp van de zonen van breekt als eerste op, naar hun legers. En over zijn leger was , zoon van .
15 En over het leger van de zonen van het stamhuis van was , zoon van .
16 En over het leger van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
17 En de verblijfplaats werd neerwaarts genomen. En de zonen van en de zonen van breken op, de dragers van de verblijfplaats.
18 En het vaandel van het legerkamp van breekt op naar hun legers. En over zijn leger was , zoon van .
19 En over het leger van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
20 En over de legers van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
21 En de ieten breken op, de dragers van de heilige dingen. En zij richten de verblijfplaats op voorafgaand aan hun komen.
22 En het vaandel van het legerkamp van de zonen van breekt op naar hun legers. En over zijn leger was , zoon van .
23 En over het leger van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
24 En over het leger van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
25 En het vaandel van het legerkamp van de zonen van breekt op, de achterhoede vormend voor alle legerkampen naar hun legers. En over zijn leger was , zoon van .
26 En over het leger van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
27 En over het leger van het stamhuis van de zonen van was , zoon van .
28 Deze zijn de opbrekingen van de zonen van naar hun legers, wanneer zij reizen.
29 En zegt tot , zoon van Reüel, de Midjaniet, de schoonvader van : "Wij zijn reizigers naar de plaats waarvan JAHWEH zei: 'Ik zal hem aan jullie geven.' Ga met ons en wij doen jou goed, want JAHWEH spreekt goed over ."
30 En hij zegt tot hem: "Ik zal niet gaan, maar veeleer zal ik naar mijn land en naar mijn verwantschap gaan."
31 En hij zegt: "Alstublieft, jij moet ons niet verlaten! Omdat jij weet waar wij ons legeren in de wildernis ben jij voor ons tot ogen.
32 En het gebeurt wanneer jij met ons gaat en het goede komt waarmee JAHWEH ons goed zal doen, wij goed voor jou doen."
33 En zij reizen vanaf de berg van JAHWEH een weg van drie dagen. En de kist van het verbond van JAHWEH reist een weg van drie dagen voor hen uit, om voor hen een rustplaats te verkennen.
34 En de wolk van JAHWEH was overdag over hen tijdens hun reizen vanaf de legerplaats.
35 En het gebeurt bij het reizen van de kist dat zegt: "Sta op, JAHWEH, zodat Uw vijanden verstrooid worden en Uw haters vluchten van voor Uw aangezicht."
36 En wanneer hij stopte zei hij: "Keer terug, JAHWEH, tot de duizenden van tienduizenden van !"
Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 11
|
|