Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Numeri
Hoofdstuk 25

   
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)

1 En IsraëlIsraël = strijder van God woont in SittimSittim = accasias. En het volk begint ontucht te bedrijven met de dochters van MoabMoab = (afstammend) van de vader.
2 En zijvr roepen tot het volk voor de slachtoffers van hun elohimvr. En het volk eet en zij buigen zich neer voor hun elohimvr.
3 En IsraëlIsraël = strijder van God koppelt zich vast aan BaälBaäl = heer (de anti-god)-PeorPeor = spreiden. En de boosheid van JAHWEH is heet tegen IsraëlIsraël = strijder van God. 10 Als druiven in de wildernis vond Ik Israël, als de eerste vruchten aan de vijgenboom in haar begin. Ik zag jullie vaders. Zij, zij kwamen tot Baäl-Peor en zij hielden zich apart voor de schaamte en zij werden gruwelen, net als hun liefhebben. (SW)[Hos. 9:10]
4 En JAHWEH zegt tot MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen: "Neem alle hoofden van het volk en hang hen aan de galg voor JAHWEH, tegenover de zon, dan zal de hitte van de boosheid van JAHWEH terugkeren vanaf IsraëlIsraël = strijder van God."
5 En MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen zegt tot de rechters van IsraëlIsraël = strijder van God: "Iedere man doodt zijn mannen die zich vastkoppelden aan BaälBaäl = heer (de anti-god)-PeorPeor = spreiden."
6 En aanschouw!, een man van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God komt en hij doet een MidjanMidjan = twistitische vrouw naderen tot zijn broeders, voor de ogen van MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen en voor de ogen van heel de vergadering van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God. En zij zijn het die huilen bij de opening van de tent van de afspraak.
7 En PinechasPinechas = (egyptisch) met donkere huid - (hebreeuws) mond van brons, zoon van EleazarEleazar = God is hulp, zoon van AäronAäron = lichtbrenger, de priester, ziet het. En hij staat op uit het midden van de vergadering en hij neemt een lans in zijn hand.
8 En hij gaat de man van IsraëlIsraël = strijder van God achterna naar het kleine slaapvertrek en hij doorsteekt hen beiden, de man van IsraëlIsraël = strijder van God en de vrouw, in haar onderbuik. En de plaag tegen de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God wordt beteugeld.
9 En die dood gingen in de plaag waren vier en twintig duizend.
10 En JAHWEH spreekt tot MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen, zeggend:
11 "PinechasPinechas = (egyptisch) met donkere huid - (hebreeuws) mond van brons, zoon van EleazarEleazar = God is hulp, zoon van AäronAäron = lichtbrenger, deed Mijn woede wegkeren van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God in zijn ijverigheid voor Mijn jaloersheid in hun midden. Daarom maakte Ik in Mijn jaloersheid geen einde aan de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God.
12 Zeg daarom: Aanschouw Mij aan hem Mijn verbond van vrede geven. Mijn verbond werd met hem, het leven en de vrede, en Ik gaf ze hem tot vrees en hij vreesde Mij. En vanwege de aanwezigheid van Mijn naam werd hij ontsteld. (SW)[Mal. 2:5]
13 En deze is voor hem en voor zijn zaad na hem een verbond van een aionisch priesterschap, omdat hij ijverig was voor zijn Elohim en hij een beschutting maakte over de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God."
14 En de naam van de man van IsraëlIsraël = strijder van God die neergeslagen werd, die neergeslagen werd met de MidjanMidjan = twistitische vrouw, was ZimriZimri = zanger, zoon van SalluSallu = verheven, vorst van het huis van de vader van de SimeonSimeon = gehoord (heeft JAH)ieten.
15 En de naam van de MidjanMidjan = twistitische vrouw, die neergeslagen werd, was KozbiKozbi = bedrieglijk, dochter van SurSur = rots, hoofd van de clans van een huis van een vader in MidjanMidjan = twist.
16 En JAHWEH spreekt tot MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen, zeggend:
17 "Benauw de MidjanMidjan = twistieten en sla ze neer. 2 "Wreek de wraak van de zonen van Israël tegen de Midjanieten. Daarna zal jij vergaderd worden tot jouw volksgenoten." (SW)[Num. 31:2]
18 Want zij benauwden jullie met hun komplotten die zijn tegen jullie smeden over de zaak van PeorPeor = spreiden en over de zaak van KozbiKozbi = bedrieglijk, dochter van een vorst van MidjanMidjan = twist, zuster van die neergeslagen werd in de dag van de plaag over de zaak van PeorPeor = spreiden."

Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 26
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.