|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
2 "Geef instructie aan de zonen van en zeg tot hen: Wanneer jullie komen naar het land (dit is het land dat jullie toevalt in lotbezit, het land van , naar haar grenzen),
3 dan wordt voor jullie de zijkant van het zuiden vanaf de wildernis van aan de kanten van , en wordt voor jullie de grens van het zuiden vanaf het einde van de Zoutzee, naar het oosten.
4 En de grens keert tot jullie om van de tot aan de opgang van en hij gaat door in de richting van . En de uitgangen van de zijn bij - en gaat verder naar en gaat door naar .
5 En de grens keert om van naar de wadi van , en zijn uitgangen zijn naar de zee gericht.
6 En de grens van de zee is voor jullie de grote zee. En deze grens is voor jullie de grens van het westen.
7 En dit is voor jullie de grens van het noorden: vanaf de grote zee markeren jullie voor jezelf de berg .
8 Vanaf de berg markeren jullie tot je komt bij , en de uitgangen van de grens zijn in de buurt van zijn.
9 En de grens gaat verder naar en zijn uitgangen zijn bij -. Dit is voor jullie de grens van het noorden.
10 En jullie markeren voor julliezelf als grens van het oosten vanaf - naar .
11 En de grens daalt af vanaf naar , vanaf het oosten naar . En de grens daalt af en hij belandt op de flank van de zee van , naar het oosten.
12 En de grens daalt af naar de en zijn uitgang is de Zoutzee. Dit zal voor jullie het land worden naar haar grenzen, rondom."
13 En geeft instructie aan de zonen van , zeggend: "Dit is het land dat jullie jezelf toebedelen door lotbezit, dat JAHWEH instructie gaf te geven aan negen van de stamhuizen en een half stamhuis van Manasse.
14 Want zij namen, het stamhuis van de zonen van de ieten naar het huis van hun vaders en het stamhuis van de zonen van de iet naar het huis van hun vaders en de helft van het stamhuis van , zij namen hun lotbezit.
15 De twee stamhuizen en de helft van het stamhuis, zij namen hun lotbezit vanaf de overkant van de , van oostwaarts naar de zonsopgang."
16 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
17 "Deze zijn de namen van de mannen die aan jullie het land als lotbezit geven: , de priester, en , zoon van .
18 en één vorst, één vorst per stamhuis, zullen jullie nemen om het land als lotbezit te geven.
19 En deze zijn de namen van de mannen: voor het stamhuis van , , zoon van ,
20 en voor het stamhuis van de zonen van , , zoon van ,
21 voor het stamhuis van , , zoon van ,
22 voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
23 voor de zonen van , voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
24 en voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
25 en voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
26 en voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
27 en voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
28 en voor het stamhuis van de zonen van , vorst , zoon van ,
29 Dezen zijn aan wie JAHWEH instructie gaf om het lotbezit te geven aan de zonen van in het land van .
Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 35
|
|